Een uiterste tevreden Fini Kruiswijk werkt nu als vakbondsconsulent voor de AbvaKabo. ,,Ik ben nog steeds heel blij dat het Mobiliteitscentrum mij op deze vacature attent gemaakt.’
‘
De afgelopen jaren had Kruiswijk al verschillende functies binnen de TU vervuld. .,Eerst als vakgroepsecretaresse bij Natuurkunde. Daarnaast volgde ik ook een studie voor personeelsmanagement. Vervolgens werd ik gedetacheerd vanuit Natuurkunde bij de personeelsafdeling van Industrieel Ontwerpen. Na twee jaar liep dit contract ten einde en moest ik wat anders zoeken.”
Fini legde Mariëtte Visser van het Mobiliteitscentrum haar probleem voor. Zij wilde graag weer een functie in het personeelswerk en het liefst binnen de TU. Alleen wist ze niet waar ze deze kon vinden. ,,Ik wist precies wat ik wilde en dat maakte het bemiddelingswerk voor het Mobiliteitscentrum makkelijker. Zij konden al hun energie besteden aan het rondkijken naar de door mij gewenste functie op de TU.”
Fini is tevreden over de aanpak van het Mobiliteitscentrum. ,,Zij bleven steeds in contact met mij. Op het moment dat de vacature bij de bonden er kwam, lieten ze mij dat direct weten.” Het Mobiliteitscentrum bemiddelt niet bij een vacature. Kruiswijk: ,,Terecht. Het solliciteren moet je zelf doen en dat vind ik logisch. Maar als zij mij niet attent op de functie hadden gemaakt, had ik deze wellicht over het hoofd gezien. Dat had ik jammer gevonden, want dan was ik een leuke baan misgelopen.”
De mobiliteit van Jan Jansen die verhuisde van Lucht- en Ruimtevaart naar Technische Bestuurskunde had een minder plezierige achtergrond. Na dertig jaar werkzaam te zijn geweest bij de L&R werd hij in 1995 boventallig verklaard. Jansen: ,,Dan val je in een enorm gat. Het duurde bovendien lang voordat ik zekerheid had of ik nu wel of niet boventallig was. Die onzekerheid vreet aan je.”
Jansen begreep al snel dat als hij iets anders wilde, hij zelf op zoek moest gaan. ,,Ze komen een nieuwe baan niet op een bordje brengen. ” Om die reden nam hij contact op met Loes van Zijl van de afdeling loopbaanbegeleiding. Jansen: ,,In het begin liep dat een beetje stroef. Ze vroeg wat ik graag wilde doen. Zelf vond ik dat op dat moment geen reële vraag. Ik had ruim dertig jaar ervaring in de elektronica. Het leek mij logisch een functie in die richting te zoeken. Je kan dan niet van de een op de andere dag een ander beroep leren. Bovendien is iets wat je leuk vindt, niet altijd iets waar je werk in kan vinden. Duidelijk werd wel dat in de elektronica voor mij weinig toekomst zat. In onderling overleg werd toen de keuze en het doel automatisering.”
Ondanks dat Jansen cursussen volgde, had hij ook behoefte aan een ervaringsplaats. ,,Ik heb hard moeten knokken om dat voor elkaar te krijgen. Zelf moet je initiatief nemen, anders wordthet voor anderen moeilijk om je te helpen. Collega’s die dat niet deden heb ik langzaam maar zeker zien wegzakken. Uiteindelijk lukte het een ervaringsplaats voor elkaar te krijgen. Zo zit ik nu voor zes maanden op een interimfunctie bij TB.”
Van de personeelsfunctionaris van L&R, Jacqueline van Duijn, kreeg hij Jansen veel steun. ,,Aan de hand van verschillende tests bekeek zij wat mijn mogelijkheden waren. Maar Van Duijn hield de vacatures in de gaten. Zij kon dat ook beter dan ‘het Bureau’, ook omdat ze mijn werk kende. Ze kon zo beter inschatten welke functie enigszins aansloot bij mijn wensen en vakkennis. Met het Bureau heb ik meegemaakt dat zij mij een vacature – waarvoor ik geschikt was – nooit hebben doorgegeven. Zij dachten dat het niets voor mij was. Maar aan zowel Van Zijl als Van Duijn heb ik veel gehad. Ook daar moet je zelf wat aan doen. Ik zorgde er steeds voor dat de ene begeleider goed op de hoogte was van de inspanningen van de ander.”
Jansen is nu halverwege zijn interimperiode bij TB. Onduidelijk is wat hij daarna gaat doen. ,,Tja, over een paar maanden is die onzekerheid er weer. Maar we zien wel weer, ik begin er ondertussen al een beetje aan te wennen.”
Een uiterste tevreden Fini Kruiswijk werkt nu als vakbondsconsulent voor de AbvaKabo. ,,Ik ben nog steeds heel blij dat het Mobiliteitscentrum mij op deze vacature attent gemaakt.”
De afgelopen jaren had Kruiswijk al verschillende functies binnen de TU vervuld. .,Eerst als vakgroepsecretaresse bij Natuurkunde. Daarnaast volgde ik ook een studie voor personeelsmanagement. Vervolgens werd ik gedetacheerd vanuit Natuurkunde bij de personeelsafdeling van Industrieel Ontwerpen. Na twee jaar liep dit contract ten einde en moest ik wat anders zoeken.”
Fini legde Mariëtte Visser van het Mobiliteitscentrum haar probleem voor. Zij wilde graag weer een functie in het personeelswerk en het liefst binnen de TU. Alleen wist ze niet waar ze deze kon vinden. ,,Ik wist precies wat ik wilde en dat maakte het bemiddelingswerk voor het Mobiliteitscentrum makkelijker. Zij konden al hun energie besteden aan het rondkijken naar de door mij gewenste functie op de TU.”
Fini is tevreden over de aanpak van het Mobiliteitscentrum. ,,Zij bleven steeds in contact met mij. Op het moment dat de vacature bij de bonden er kwam, lieten ze mij dat direct weten.” Het Mobiliteitscentrum bemiddelt niet bij een vacature. Kruiswijk: ,,Terecht. Het solliciteren moet je zelf doen en dat vind ik logisch. Maar als zij mij niet attent op de functie hadden gemaakt, had ik deze wellicht over het hoofd gezien. Dat had ik jammer gevonden, want dan was ik een leuke baan misgelopen.”
De mobiliteit van Jan Jansen die verhuisde van Lucht- en Ruimtevaart naar Technische Bestuurskunde had een minder plezierige achtergrond. Na dertig jaar werkzaam te zijn geweest bij de L&R werd hij in 1995 boventallig verklaard. Jansen: ,,Dan val je in een enorm gat. Het duurde bovendien lang voordat ik zekerheid had of ik nu wel of niet boventallig was. Die onzekerheid vreet aan je.”
Jansen begreep al snel dat als hij iets anders wilde, hij zelf op zoek moest gaan. ,,Ze komen een nieuwe baan niet op een bordje brengen. ” Om die reden nam hij contact op met Loes van Zijl van de afdeling loopbaanbegeleiding. Jansen: ,,In het begin liep dat een beetje stroef. Ze vroeg wat ik graag wilde doen. Zelf vond ik dat op dat moment geen reële vraag. Ik had ruim dertig jaar ervaring in de elektronica. Het leek mij logisch een functie in die richting te zoeken. Je kan dan niet van de een op de andere dag een ander beroep leren. Bovendien is iets wat je leuk vindt, niet altijd iets waar je werk in kan vinden. Duidelijk werd wel dat in de elektronica voor mij weinig toekomst zat. In onderling overleg werd toen de keuze en het doel automatisering.”
Ondanks dat Jansen cursussen volgde, had hij ook behoefte aan een ervaringsplaats. ,,Ik heb hard moeten knokken om dat voor elkaar te krijgen. Zelf moet je initiatief nemen, anders wordthet voor anderen moeilijk om je te helpen. Collega’s die dat niet deden heb ik langzaam maar zeker zien wegzakken. Uiteindelijk lukte het een ervaringsplaats voor elkaar te krijgen. Zo zit ik nu voor zes maanden op een interimfunctie bij TB.”
Van de personeelsfunctionaris van L&R, Jacqueline van Duijn, kreeg hij Jansen veel steun. ,,Aan de hand van verschillende tests bekeek zij wat mijn mogelijkheden waren. Maar Van Duijn hield de vacatures in de gaten. Zij kon dat ook beter dan ‘het Bureau’, ook omdat ze mijn werk kende. Ze kon zo beter inschatten welke functie enigszins aansloot bij mijn wensen en vakkennis. Met het Bureau heb ik meegemaakt dat zij mij een vacature – waarvoor ik geschikt was – nooit hebben doorgegeven. Zij dachten dat het niets voor mij was. Maar aan zowel Van Zijl als Van Duijn heb ik veel gehad. Ook daar moet je zelf wat aan doen. Ik zorgde er steeds voor dat de ene begeleider goed op de hoogte was van de inspanningen van de ander.”
Jansen is nu halverwege zijn interimperiode bij TB. Onduidelijk is wat hij daarna gaat doen. ,,Tja, over een paar maanden is die onzekerheid er weer. Maar we zien wel weer, ik begin er ondertussen al een beetje aan te wennen.”
Comments are closed.