Sommige studenten lopen er rond sinds ze een peuter waren. Blote voeten in het gras en uren in de zweefmolen. De Parade is al 22 jaar een vakantie in de vakantie. Vanaf volgende week staat het festival in Den Haag.
Er zijn maar weinig festivals zo relaxt en vrijblijvend als De Parade. Liters rosé op lange banken, hapjes in de zon, je pijpen opgestroopt en haren in een knot. En ach, af en toe een voorstellinkje tussendoor voor een paar euro entree. Op de bonnefooi, want ze zijn toch allemaal leuk. Flower power all over again. Een piepkleine, andere wereld – ver weg van het normale, alledaagse leven. En dat middenin de stad.
De zweefmolen – blauwe plekken oplopen, misselijk worden, en gewoon nog een keer instappen – is de icoon van het festival, maar De Parade, het grootste reizende theaterfestival ter wereld, draait natuurlijk om de theatervoorstellingen. De ene nog gekker dan de andere, en schijnbaar zo ongeregisseerd, dat Lieke van Lexmond er deze zomer spontaan haar acteercarrière weer voor oppakt. In de voorstelling ‘Ik hou het hier niet meer uit’, over een stelletje dat een macrobiotische camping opzet in Bulgarije, speelt ze maar liefst zes rollen. Niks bijzonders overigens, want het festival is juist bedoeld om artiesten buiten hun kaders te laten treden. Acteurs die zingen, dansers die musiceren; alles kan. Bekend en onbekend door elkaar, zoals actrice Loes Luca met haar Nénette et les Zézettes jarenlang te zien was naast nieuw talent en het Ro Theater, Ellen ten Damme en Spinvis nu het podium betreden naast gouden ouden als De Levende Jukebox.
De eerste standplaats, Rotterdam, is ondertussen al aangedaan; de bonte kermisstoet strijkt van 6 tot 15 juli neer in het Westbroekpark in Den Haag – om vervolgens nog door te trekken naar Utrecht en Amsterdam. De organisatie van het festival struint het hele jaar voorstellingen af om spelers te ronselen. Wat zij uiteindelijk neerzetten op De Parade, blijft een verrassing tot het moment dat ze op het podium staan. ‘Bij wijze van spreken wordt iedereen op zijn idee en blauwe ogen aangenomen’, zei artistiek directeur Nicole van Vessum in de Theaterkrant. ‘Dat is dus altijd heel spannend, soms heb je een voorstelling die grandioos mislukt, maar dat is ook de charme van de Parade.’ Het idee is namelijk dat je als bezoeker de voorstellingen óók bezoekt op de mooie ogen van de insmijters. Vaak zijn het gewoon de acteurs zelf, die dansend, zingend, lonkend als ware proppers het festivalterrein af gaan om publiek hun tent of stacaravan in te lokken.
Dat is trouwens wel op eigen risico. Zes jaar geleden nog ging er op het Oerol-festival iets gruwelijk mis met een act die groot is geworden op De Parade: acteur Jos van Wees, van het theaterduo Hendrick-Jan de Stuntman, liep ernstige botbreuken op toen de kabel waarmee hij op acht meter hoogte tussen twee auto’s hing, losliet. Zoveel stuntwerk is sindsdien niet meer te zien op het festival, maar gelukkig kun je kiezen uit bergen andere ludieke voorstellingen. In de totaal 55 speeldagen van De Parade zijn in totaal zestig verschillende voorstellingen te zien, van gemiddeld een halfuur per keer. Zo loop je in Utrecht langs de supermarktscan om vervolgens absurde verhalen aan te horen over wat voor supermarktproduct jij bent. In Den Haag kun je tot die tijd alvast een lekker potje dansen, bij onder anderen Maison du Malheur, Afrit 5 en Steye. Als er één manier is om het collegejaar achter je te laten, dan is het wel als gelegenheidshippie in Den Haag.
De Parade, van 6 tot 15 juli in het Westbroekpark in Den Haag. Daarna nog te zien in Utrecht en Amsterdam. Op maandag, dinsdag en donderdag geopend van 15.00 tot 1.00 uur, op woensdag en zondag van 14.00 tot 1.00 uur, op vrijdag van 15.00 tot 2.00 uur en op zaterdag van 14.00 tot 2.00 uur. Toegang: €2,- tot €10,- per voorstelling/attractie. Toegang tot het terrein is gratis tot 16.00 uur en daarna €7,-. www.deparade.nl
Comments are closed.