De nieuwe minor deep sea mining is na een jaar gestopt. Reden is de hoge werkdruk bij de maritieme en offshore & dredging vakgroepen bij 3mE.
De introductie van de vernieuwde bacheloropleiding bij 3mE vergt zoveel inspanning dat de belasting van medewerkers te hoog wordt, zegt een van de initiatiefnemers van de minor, hoogleraar prof.dr.ir. Mirek Kaminski. “We zijn permanent onderbemand.” Daarom stoppen de vakgroepen met de minor, die het afgelopen jaar door zo’n veertig studenten werd gevolgd.
Kaminski noemt het nieuwe bachelorcurriculum een ‘enorme operatie’. “Men beseft niet wat het betekent: alles wordt nieuw, echt alles. Tot nu toe hadden we hoorcolleges en projecten, straks komen er werkcolleges bij. Het is echt te veel. In 2014 volgt een nieuw tweede jaar en een nieuwe masteropleiding en een jaar later een nieuw derde jaar van de bachelor. Je moet ruimte genereren om dat op te vangen.”
En die ruimte is er volgens Kaminski niet, want de middelen zijn schaars. Hij zegt geen extra middelen te hebben gekregen van de faculteit. “Hoe dat verder is besloten, verdient geen schoonheidsprijs. De conclusie was dat onze prestatie niet goed was. Dat vind ik onterecht, studenten waren tevreden.”
Directeur onderwijs bij 3mE Hans Hellendoorn, tevens lid van de minorcommissie van de universiteit, zegt dat het stopzetten van de minor ‘pertinent niet’ te maken had met de kwaliteit, maar met de werkdruk bij de vakgroepen. Een van de plannen is om de minor een jaar stil te leggen en daarna als deep land mining aan te bieden met technische aardwetenschappen.
Overigens stonden nog twee minoren op de lijst om te worden geschrapt: ‘Zeiljachten’ en ‘Management van industriële operaties’. Voor de eerste is extra geld uitgetrokken. Voor de laatste zijn afspraken gemaakt met civiele techniek zodat niemand van maritieme techniek hier nog bij betrokken is.
Inhoudelijk vindt Kaminski dit ‘erg’, maar organisatorisch noemt hij het ‘verantwoord’. Het probleem bij maritieme techniek is volgens hem gelegen in de bevriezing van het allocatiemodel (voor de verdeling van het geld van de Rijksoverheid, red.) in 2007.
“Als daarna het aantal studenten verdrievoudigt, heb je een probleem”, zegt Kaminski. “Niet zozeer bij colleges in zalen, maar bij tentamens, nakijkwerk en de hoeveelheid contacturen. Het is dan een uitdaging om de kwaliteit te bewaken.” Inmiddels heeft de TU een nieuw budget toekenningssysteem, maar dat is nog niet geïntroduceerd in de faculteit.
Kaminski zegt ‘zijn hart vast te houden’ voor de mensen die de andere genoemde minoren organiseren. “Ergens wordt de prijs betaald. Mensen zijn overbelast. Als je nog meer druk op het systeem zet, gaan zij kapot. Je gaat nog meer mensen uit het bedrijfsleven vragen om colleges te geven. Dat doen we al, maar dan nog meer. Het geeft extra variatie in stof en je biedt studenten een beeld van het bedrijfsleven, maar het moet niet domineren.”
Comments are closed.