Anderhalve maand geleden ging ik naar de bruiloft van TU-collega K. In
Ethiopië, want als gevolg van de moderne migratiewetgeving is het makkelijker je familie en collega’s naar Ethiopië te verschepen dan om je Ethiopische geliefde naar Nederland te laten komen.
En dus reisden collega’s P. en H. en C, en ondergetekende met echtgenoot, in het kielzog van de aanstaande bruidegom af naar Addis Abeba, om vervolgens per minibus vervoerd te worden naar de plek waar de bruiloft ging plaatsvinden.
Reizen in Ethiopië is een bijzondere ervaring, vooral als je je per minibus over de weg verplaatst. Het landschap is zeldzaam mooi, maar veel van de routes gaan over onverharde hobbelwegen. Correcter geformuleerd zou je moeten zeggen dat veel wegen in Ethiopië geen kuilen hébben, maar kuilen zíjn. Cruisesnelheid op die wegen is hooguit twintig kilometer per uur. Harder kan niet, omdat er dan essentiële onderdelen los rammelen van de bus. Na een forse rit op dergelijke wegen hebben de organen in je buikholte dan ook een geheel andere positie ingenomen dan de lay-out waarmee je ooit geboren bent. Om nog maar te zwijgen van de butsen en builen die je opdoet omdat je weer net te laat de leuning grijpt als de minibus door een kuil ter diepte van een loopgraaf rijdt.
Er zijn ook geasfalteerde wegen, meestal aangelegd door Chinese aannemers. Asfalteren Chinese-style noemt men in Afrika ook wel ‘de weg zwartverven’. Er wordt geen behoorlijke ondergrond neergelegd, in feite vult men alleen de diepste kuilen en prakt dan een laag asfalt op de bestaande dirt road. Er worden ook geen duikers of pijpen onder de weg aangelegd. Zodat in de regentijd sloten en beekjes óver de weg stromen, in plaats van er naast. Maar ook op deze geasfalteerde wegen is de gemiddelde snelheid zelden hoger dan veertig kilometer per uur. Dat komt doordat minibusjes en auto’s constant moeten afremmen en uitwijken voor zwaarbepakte ezeltjes, schichtig rondrennende geiten of woedend blaffende honden. In feite is heel Ethiopië een groot woonerf: er is geen verschil tussen rijweg of weidegrond of stoep, de veestapel fungeert als snelheidsbeperkende voorziening en helaas soms per ongeluk ook als verkeersdrempel.
Hailu, onze gids in Harar in het oosten van het land, vertelde ons deze mop ter verklaring van het verkeersgedrag van dieren op de Ethiopische wegen:
Een ezel, een geit en een hond maakten eens een ritje in een minibus. De ezel betaalde de ritprijs zonder te klagen. De geit sjoemelde met de ritprijs en betaalde te weinig. De hond lette niet op toen hij moest betalen voor de minibus en kreeg zijn wisselgeld niet terug. Dat is de reden waarom deze dieren zo verschillend op minibusjes reageren. Ezels negeren de busjes volkomen want zij hebben niets te vrezen, geiten spurten gelijk weg omdat ze bang zijn alsnog te moeten bijbetalen. En honden rennen achter elk busje aan en blaffen: “Geef mij mijn wisselgeld terug!”
Ellen Touw is hoofd van de dienst onderwijs- en studentenzaken bij Civiele Techniek en Geowetenschappen en beleidsadviseur internationalisering.
Comments are closed.