Campus

‘Mijn ambitie ligt een centimeter hoger’

Geen enkele journalist vergat de afgelopen week de mooie overeenkomst tussen zijn studie en sport te melden. Derdejaars Lucht- en Ruimtevaart Wilbert Pennings evenaarde het bijna vergeten Nederlands record en sprong de TU daarmee zomaar in de publiciteit.

Topsport

,,Wat ik ervoor moet laten? Ik heb geen sociaal leven. Ga zelden of nooit uit.” Derdejaars Wilbert Pennings (22) is sinds vijf jaar serieus bezig met hoogspringen. ,,Ik train zeven keer in de week. Krachttraining, techniek. Op een training maak ik een stuk of tien, twintig sprongen. Maar bij trainingen leer je alleen waar je op moet letten. De wedstrijden, daar ga ik pas echt vooruit. Daarom ben ik vaak aan het einde van het seizoen op mijn sterkst.”

Zijn evenaring van Nederlands indoorrecord vorige week in Gent was daardoor extra bijzonder: tijdens zijn eerste wedstrijd dit seizoen sprong Pennings tussen juniorenwedstrijdjes en hordenlopers 2,26 meter hoog.

Maar voor Pennings was de eerste evenaring van het Nederlands record sinds het in 1980 werd gevestigd geen verassing. ,,Nee, het zat er wel in, ik kan nog hoger. Hoe hoog? Mijn ambitie ligt een centimeter hoger, op 2,27. Omdat ik dan het Nederlands record heb, en het is tegelijk de limiet voor de Europese Kampioenschappen in Boedapest. Daarna ga ik voor de 2,30. Dat moet gewoon kunnen. En met 2,28 voldoe ik al aan de limiet voor de Olympische Spelen in Sydney. Als dat me dit jaar niet lukt, zou ik een slecht jaar hebben.”

Het is een eenzame strijd die Pennings voert. Op dit moment is hij de enige Nederlander die met regelmaat hoger dan 2 meter 10 springt. Daarom is hij blij dat de internationale atletiek met deze prestatie dichterbij komt. ,,Op een EK kan ik me aan andere springers optrekken, dat heb ik nu niet.”

Niet-springers verbaast het altijd dat mensen in staat zijn ‘over zichzelf heen te springen’. ,,Voor mij is het niets vreemds. Een van de kenmerken van een goede hoogspringer is dat hij zich niet bezighoudt met de hoogte die hij springt, maar met zijn techniek. Het maakt niet uit of de lat op 2,30 of 2,25 ligt. Je moet je niet druk maken over de hoogte, dat heeft helemaal geen zin.”

Alle media-aandacht die na zijn sprong in Gent losbarstte, had hij niet verwacht: ,,We hadden de uitslag doorgebeld en we zaten in de auto toen we het opeens op het nieuws hoorden. Dan blijkt hoezeer die hoogte mensen aanspreekt. Vervolgens staan Studio Sport en RTL voor de deur.”

Tot op heden slaagt de derdejaars student er goed in zijn studie met topsport te combineren. ,,Ik loop bijna nominaal, dus ik mag niet klagen. Maar makkelijk gaat het niet. Colleges volg ik nauwelijks. Alleen die vakken waarvan ik denk: hier heb ik wat aan. De practica probeer ik gewoon te doen. Maar alle andere tijd heb ik nodig om te trainen en zelf testuderen.”

Alleen met tentamens wil de hoogspringer wel eens een training laten vallen. Ondersteuning of begeleiding van de TU is er niet. ,,Mensen die niet in de topsport zitten, hebben echt geen idee hoeveel tijd het kost.”

Volgens Pennings hebben de TU en zeker zijn faculteit ‘superveel promotie gekregen’ door deze prestatie. In alle kranten en interviews kwam zijn studie ter sprake. ,,Ik hoop dat de TU mij nu wil sponsoren. Het is in hun voordeel, want het is goed als een student kan sporten en nominaal loopt. Mijn prestatie bewijst dat een technische studie best met topsport te combineren valt. En ik kan wel wat geld gebruiken.”

Topsport

,,Wat ik ervoor moet laten? Ik heb geen sociaal leven. Ga zelden of nooit uit.” Derdejaars Wilbert Pennings (22) is sinds vijf jaar serieus bezig met hoogspringen. ,,Ik train zeven keer in de week. Krachttraining, techniek. Op een training maak ik een stuk of tien, twintig sprongen. Maar bij trainingen leer je alleen waar je op moet letten. De wedstrijden, daar ga ik pas echt vooruit. Daarom ben ik vaak aan het einde van het seizoen op mijn sterkst.”

Zijn evenaring van Nederlands indoorrecord vorige week in Gent was daardoor extra bijzonder: tijdens zijn eerste wedstrijd dit seizoen sprong Pennings tussen juniorenwedstrijdjes en hordenlopers 2,26 meter hoog.

Maar voor Pennings was de eerste evenaring van het Nederlands record sinds het in 1980 werd gevestigd geen verassing. ,,Nee, het zat er wel in, ik kan nog hoger. Hoe hoog? Mijn ambitie ligt een centimeter hoger, op 2,27. Omdat ik dan het Nederlands record heb, en het is tegelijk de limiet voor de Europese Kampioenschappen in Boedapest. Daarna ga ik voor de 2,30. Dat moet gewoon kunnen. En met 2,28 voldoe ik al aan de limiet voor de Olympische Spelen in Sydney. Als dat me dit jaar niet lukt, zou ik een slecht jaar hebben.”

Het is een eenzame strijd die Pennings voert. Op dit moment is hij de enige Nederlander die met regelmaat hoger dan 2 meter 10 springt. Daarom is hij blij dat de internationale atletiek met deze prestatie dichterbij komt. ,,Op een EK kan ik me aan andere springers optrekken, dat heb ik nu niet.”

Niet-springers verbaast het altijd dat mensen in staat zijn ‘over zichzelf heen te springen’. ,,Voor mij is het niets vreemds. Een van de kenmerken van een goede hoogspringer is dat hij zich niet bezighoudt met de hoogte die hij springt, maar met zijn techniek. Het maakt niet uit of de lat op 2,30 of 2,25 ligt. Je moet je niet druk maken over de hoogte, dat heeft helemaal geen zin.”

Alle media-aandacht die na zijn sprong in Gent losbarstte, had hij niet verwacht: ,,We hadden de uitslag doorgebeld en we zaten in de auto toen we het opeens op het nieuws hoorden. Dan blijkt hoezeer die hoogte mensen aanspreekt. Vervolgens staan Studio Sport en RTL voor de deur.”

Tot op heden slaagt de derdejaars student er goed in zijn studie met topsport te combineren. ,,Ik loop bijna nominaal, dus ik mag niet klagen. Maar makkelijk gaat het niet. Colleges volg ik nauwelijks. Alleen die vakken waarvan ik denk: hier heb ik wat aan. De practica probeer ik gewoon te doen. Maar alle andere tijd heb ik nodig om te trainen en zelf testuderen.”

Alleen met tentamens wil de hoogspringer wel eens een training laten vallen. Ondersteuning of begeleiding van de TU is er niet. ,,Mensen die niet in de topsport zitten, hebben echt geen idee hoeveel tijd het kost.”

Volgens Pennings hebben de TU en zeker zijn faculteit ‘superveel promotie gekregen’ door deze prestatie. In alle kranten en interviews kwam zijn studie ter sprake. ,,Ik hoop dat de TU mij nu wil sponsoren. Het is in hun voordeel, want het is goed als een student kan sporten en nominaal loopt. Mijn prestatie bewijst dat een technische studie best met topsport te combineren valt. En ik kan wel wat geld gebruiken.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.