Campus

‘Mensen weten dat dit een heftig projectje is’

Topsportende TU-studenten proberen zich te kwalificeren voor de Olympische Spelen deze zomer in Londen. In aflevering drie: roeisters Chantal Achterberg en Sytske de Groot.


Voor de roeisters van de Olympische vrouwenacht is het deze week erop of eronder. De boot is al gekwalificeerd voor de Spelen, maar van de huidige groep van elf moeten er nog drie afvallen: twee bakboordroeisters en één stuurboordroeister. Chantal Achterberg, van Proteus en behorend tot de eerste categorie, heeft goede hoop: “Eigenlijk gaat het wel goed. Maandag heb ik bij de ergometertest de tweede tijd neergezet, daar ben ik wel blij mee.”


Over haar verrichtingen bij de testraces in steeds wisselende tweetjes, onlangs in Italië, is ze eveneens tevreden. Toch wil ze nog geen conclusies hardop uitspreken, voordat de laatste testraces deze week op de Bosbaan zijn afgerond. Clubgenote en stuurboordroeister Sytske de Groot deed het iets minder goed op de roeimachine: “Ik zat net iets boven mijn pr. Is niet zo erg, ik ben redelijk lang geblesseerd geweest en ben heel blij dat ik nu weer overal aan mee kan doen.” Voorzichtig geformuleerd zegt zij te denken een goede kans te maken op selectie. “Het is wel spannend hoor, vooral deze week waarin alles besloten wordt.”


Naarmate de atleten steeds meer in beslag worden genomen door hun missie, zijn ze steeds minder beschikbaar en aanspreekbaar voor vrienden en familie. De Groot denkt daar wel goed mee om te kunnen gaan: “Al moet ik daar soms wel mijn best voor doen. Je bent zo gefocust op wat er moet gebeuren. Deze week kies ik voor mijzelf, het is nu belangrijk om energie te sparen. Mensen begrijpen dat wel, die weten dat dit een heftig projectje is.”


Achterberg: “Je bent sowieso vaker weg. Als ik weer even in Nederland ben, ga ik langs familie en vrienden. Voorlopig gaat dat wel goed, al ben je niet meer bij ieder feestje of bruiloft. Je bent de hele week met sport bezig.”

Van de mediatraining heeft zij vooral geleerd om positief te blijven. “Geen vragen beantwoorden die je niet wilt beantwoorden. Van tevoren bedenken wat je wilt zeggen. Ach, bij roeien vallen de interviews wel mee.” Ze onderging vorige week met veel plezier de bijeenkomst van alle potentiële Olympiagangers in een tv-studio, waar gepraat werd over omgaan met de sociale media. “Superleuk. De dameshockeyploeg heeft met elkaar afgesproken om niet te twitteren, maar een verbod om te twitteren hebben we zeker niet.”

Van de dokter kregen ze het advies om zoveel mogelijk uit de buurt te blijven van snotterende mensen. De Groot lacht: “Onze bondsarts zit daar bovenop. Ergens denk ik: daar ontkom je toch niet aan.” Over de kansen in Londen wil ze het nog even niet hebben. “Ik weet niet eens wat we na deze week gaan doen. Ik ben maanden voor dit moment aan het trainen. Als de selectieprocedure voorbij is, volgt een periode van rustig trainen. Dat komt me wel goed uit, als ik erbij zit natuurlijk.”

There is barely room left to sit in Rolf Hut’s office at the faculty of Civil Engineering and Geosciences. Hut (MSc), an experimentally orientated hydrologist, points out the various instruments and explains what they’re used for –  a wave basin to demonstrate Microsoft Kinect’s applicability as a wave detection device; a wooden windtunnel with a temperature sensor immune to direct radiation; and a perforated rain-pipe that functions like a large-surface rain meter. The more rain that has fallen, the higher the water sprays out of the sides of the perforated pipe. 

Home-built equipment is a bit of a Delft passion, Hut admits, with a preference for using devices that were never meant to be used in such a way, like the 0.20 cent microphone that detects rain by recording the sound of it. “Unintended use of measure equipment,” he calls it, and this is also the title of the lecture and demonstration he and his colleagues from hydrology and water resources management will present at the annual assembly of the European Geophysical Union this week in Vienna. Hut hopes that their ‘McGyver style’ equipment, featuring lots of tie wraps and duct tape will catch on among other groups as well.

A perforated rain-pipe for example may sound cranky, but it makes good sense to measure rainfall over an extended area. “Instrument makers understandably strive to make their products as precise as possible,” he says, “but the quantity of rain varies strongly from one place to the next. We prefer to measure with lower precision over a larger area.”

On the return journey from Vienna Hut and a colleague will take samples of Rhine river water every 20 kilometres or so. With a stainless steel bucket they’ll be sampling for remnants of medicines. They expect the load of anti-depressive and ibuprofen to increase with every major city they pass. In fact, they want to test drug remnants as an indicator of human civilisation along the banks.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.