Education

Meer vrouwen aan de top

Het emancipatiebeleid van de TU is onlangs vastgelegd in streefcijfers. Om meer vrouwelijke wetenschappers te trekken, wil de universiteit duobanen creëren. Voor studentes start een coachingsysteem.

Het emancipatiebeleid van de TU is onlangs vastgelegd in streefcijfers. Om meer vrouwelijke wetenschappers te trekken, wil de universiteit duobanen creëren. Voor studentes start een coachingsysteem.

Niet alleen aan de TU, maar ook aan andere universiteiten en hogescholen blijft het aantal vrouwen in leidinggevende wetenschappelijke functies achter. Het emancipatiebeleid van de afgelopen jaren heeft nog niet voor de gewenste doorbraak gezorgd.

Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is ontevreden over deze ontwikkeling. Van de universiteiten wordt voortaan iedere vier jaar een overzicht geëist van projecten op het gebied van emancipatie, vergezeld van de behaalde resultaten. De TU heeft deze gegevens onlangs voor de eerste keer gepresenteerd in de nota ‘Evenredige vertegenwoordiging van leidinggevende vrouwen aan de TU’.

Vergeleken met andere universiteiten scoort de TU op emancipatiegebied niet eens slecht. Zowel onder het hogere en middelhoge wetenschappelijk personeel als onder aio’s heeft de TU een groter aantal vrouwen dan het landelijk gemiddelde. Landelijk is gemiddeld zes procent van de universitaire hoofddocenten vrouw – in Delft is dat 7,8 procent.

Dat is beslist nog geen reden tot vreugde, vindt drs. K.M. van den Ordel. Zij is medewerker van de stafeenheid personeel en organisatie. ,,De TU kent duidelijk een glazen plafond: een barrière waar niet doorheen wordt gebroken, ondanks de afwezigheid van zichtbare obstakels. Je ziet bijvoorbeeld dat 19,8 procent van de aio’s vrouw is. Het aantal afgestudeerde vrouwen bedraagt 18 procent van het totaal. In vergelijking daarmee is de verhouding onder aio’s goed.”

,,Maar slechts 7,8 procent van de universitaire docenten is vrouw en voor universitair hoofddocent en hoogleraar zijn de percentages respectievelijk 2,2 procent en 2,3 procent. Daar ligt de verhouding nog erg scheef.”
Streefcijfers

Om de scheve verdeling recht te trekken, is de TU begonnen met het vaststellen van streefcijfers. Voor iedere faculteit is bepaald hoe groot het aandeel van vrouwen in het wetenschappelijk personeel zou moeten zijn in 2001. Uitgangspunt hierbij vormt het huidige aantal aio’s.

Van den Ordel: ,,Het is niet reëel over drie jaar tien universitair docenten te eisen als er slechts zes aio’s zijn. Bij Technische Aardwetenschappen is elf procent van de aio’s vrouw. Maar er is geen vrouwelijke docent. Als streefcijfer hebben we gesteld dat over drie jaar acht procent van de docenten daar vrouwen moeten zijn.”

Om de faculteiten te stimuleren hun emancipatiebeleid serieus aan te pakken, zijn er door het college van bestuur maatregelen op de korte en middellange termijn geïnitieerd. De eerste stap is de decentralisatie van het emancipatiebeleid; de faculteiten worden zelf verantwoordelijk voor dit beleid.

Daarnaast wordt voorgesteld de mobiliteit van het wetenschappelijk personeel te bevorderen. Bij meer vacatures is de kans groter dat ook vrouwen instromen. Om die reden wordt het up-via-out-systeem geïntroduceerd – een medewerker krijgt voor vier tot vijf jaar een aanstelling, daarna wordt bekeken of iemand naar een hogere functie kan doorstromen. Zo niet, dan wordt gezocht naar passend werk binnen of buiten de universiteit.
Impuls

Naast het activeren van mobiliteit worden twee ondersteunende activiteiten voor vrouwen ontplooid; één voor de studenten en één voor de medewerkers. Van den Ordel: ,,Deze activiteiten zijn gericht op vrouwen, maar mannen zijn er beslist niet van uitgesloten.”

Voor studenten is een intensief coachingprogramma ontwikkeld. Hierbij worden studenten die aan het afstuderen zijn gecoached door vrouwelijke ingenieurs uit het bedrijfsleven. ,,Als dit systeem succesvol blijkt, dan gaan wij het uitbreiden naar aio’s en universitair docenten”, zegt Van den Ordel.

De andere activiteit is het stimuleren van duobanen. De TU is begonnen met een inventarisatie van de ruimte die adv en openstellingstijden bieden voor het gestructureerd aanbieden van duobanen. ,,Hierbij denken wij aan alle functieniveaus, van hoog tot laag, binnen de TU.”

Het coachings-programma en het duobanenproject hebben buiten de TU ondertussen al de aandacht getrokken. De projecten zijn genomineerd voor de emancipatieprijs hoger onderwijs. ,,Dat is toch een leuke erkenning van het werk dat wij hier doen.”

Het emancipatiebeleid van de TU is onlangs vastgelegd in streefcijfers. Om meer vrouwelijke wetenschappers te trekken, wil de universiteit duobanen creëren. Voor studentes start een coachingsysteem.

Niet alleen aan de TU, maar ook aan andere universiteiten en hogescholen blijft het aantal vrouwen in leidinggevende wetenschappelijke functies achter. Het emancipatiebeleid van de afgelopen jaren heeft nog niet voor de gewenste doorbraak gezorgd.

Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is ontevreden over deze ontwikkeling. Van de universiteiten wordt voortaan iedere vier jaar een overzicht geëist van projecten op het gebied van emancipatie, vergezeld van de behaalde resultaten. De TU heeft deze gegevens onlangs voor de eerste keer gepresenteerd in de nota ‘Evenredige vertegenwoordiging van leidinggevende vrouwen aan de TU’.

Vergeleken met andere universiteiten scoort de TU op emancipatiegebied niet eens slecht. Zowel onder het hogere en middelhoge wetenschappelijk personeel als onder aio’s heeft de TU een groter aantal vrouwen dan het landelijk gemiddelde. Landelijk is gemiddeld zes procent van de universitaire hoofddocenten vrouw – in Delft is dat 7,8 procent.

Dat is beslist nog geen reden tot vreugde, vindt drs. K.M. van den Ordel. Zij is medewerker van de stafeenheid personeel en organisatie. ,,De TU kent duidelijk een glazen plafond: een barrière waar niet doorheen wordt gebroken, ondanks de afwezigheid van zichtbare obstakels. Je ziet bijvoorbeeld dat 19,8 procent van de aio’s vrouw is. Het aantal afgestudeerde vrouwen bedraagt 18 procent van het totaal. In vergelijking daarmee is de verhouding onder aio’s goed.”

,,Maar slechts 7,8 procent van de universitaire docenten is vrouw en voor universitair hoofddocent en hoogleraar zijn de percentages respectievelijk 2,2 procent en 2,3 procent. Daar ligt de verhouding nog erg scheef.”
Streefcijfers

Om de scheve verdeling recht te trekken, is de TU begonnen met het vaststellen van streefcijfers. Voor iedere faculteit is bepaald hoe groot het aandeel van vrouwen in het wetenschappelijk personeel zou moeten zijn in 2001. Uitgangspunt hierbij vormt het huidige aantal aio’s.

Van den Ordel: ,,Het is niet reëel over drie jaar tien universitair docenten te eisen als er slechts zes aio’s zijn. Bij Technische Aardwetenschappen is elf procent van de aio’s vrouw. Maar er is geen vrouwelijke docent. Als streefcijfer hebben we gesteld dat over drie jaar acht procent van de docenten daar vrouwen moeten zijn.”

Om de faculteiten te stimuleren hun emancipatiebeleid serieus aan te pakken, zijn er door het college van bestuur maatregelen op de korte en middellange termijn geïnitieerd. De eerste stap is de decentralisatie van het emancipatiebeleid; de faculteiten worden zelf verantwoordelijk voor dit beleid.

Daarnaast wordt voorgesteld de mobiliteit van het wetenschappelijk personeel te bevorderen. Bij meer vacatures is de kans groter dat ook vrouwen instromen. Om die reden wordt het up-via-out-systeem geïntroduceerd – een medewerker krijgt voor vier tot vijf jaar een aanstelling, daarna wordt bekeken of iemand naar een hogere functie kan doorstromen. Zo niet, dan wordt gezocht naar passend werk binnen of buiten de universiteit.
Impuls

Naast het activeren van mobiliteit worden twee ondersteunende activiteiten voor vrouwen ontplooid; één voor de studenten en één voor de medewerkers. Van den Ordel: ,,Deze activiteiten zijn gericht op vrouwen, maar mannen zijn er beslist niet van uitgesloten.”

Voor studenten is een intensief coachingprogramma ontwikkeld. Hierbij worden studenten die aan het afstuderen zijn gecoached door vrouwelijke ingenieurs uit het bedrijfsleven. ,,Als dit systeem succesvol blijkt, dan gaan wij het uitbreiden naar aio’s en universitair docenten”, zegt Van den Ordel.

De andere activiteit is het stimuleren van duobanen. De TU is begonnen met een inventarisatie van de ruimte die adv en openstellingstijden bieden voor het gestructureerd aanbieden van duobanen. ,,Hierbij denken wij aan alle functieniveaus, van hoog tot laag, binnen de TU.”

Het coachings-programma en het duobanenproject hebben buiten de TU ondertussen al de aandacht getrokken. De projecten zijn genomineerd voor de emancipatieprijs hoger onderwijs. ,,Dat is toch een leuke erkenning van het werk dat wij hier doen.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.