Het laptopproject voor studenten krijgt een andere opzet. Het nieuwe project is niet langer alleen op eerstejaars gericht. Wie wil, kan elk jaar een nieuwe laptop kopen.
In het nieuwe project is er keus uit twee verschillende laptops; de afgelopen twee jaar werd één model aangeboden. Er komt een ‘topmodel’, dat vergelijkbaar is met de laptop die in het huidige project is aangeboden. Daarnaast komt er een ‘instapmodel’ voor studenten van faculteiten als TBM en EWI, waar voor de studie minder zware computertoepassingen nodig zijn.
Het topmodel kost rond de 900 euro, ongeveer evenveel als in het huidige project. Het basismodel is enkele honderden euro’s goedkoper. Op deze laptop zit bijvoorbeeld een minder zware grafische kaart, minder grote en/of snelle harde schijf en een scherm met een minder hoge resolutie.
Volgens Meta Keizer en Peter van Schaik (ict-iontwikkeling bij de Universiteitsdienst) zijn er bij de opzet van het nieuwe project ‘alleen maar winnaars’. De studenten hebben meer keus en kunnen vaker een laptop kopen. Ze krijgen daarnaast niet meer een overmaat meer aan software op hun laptop. Tot nu toe kregen ze een compleet pakket (image) voor de eerstkomende drie jaar van hun studie. In het nieuwe project kunnen ze de software die ze nodig hebben via een portal downloaden en desgewenst de-installeren. Tegelijk worden de kosten voor hen gedrukt door het schrappen van het RSI-pakket.
De faculteiten, die per jaar tussen de 13.800 en 147.500 euro kwijt waren aan het project, zijn ook goedkoper uit. Dat komt onder meer door het schrappen van het accessoirepakket (toetsenbord, standaard, muis, slot en tas), dat 105 euro per laptop kostte. Ook pakt het voor faculteiten goedkoper uit dat software niet meer via complete images wordt verspreid, maar onder het campusmodel.
De ict-afdeling gaat tijd besparen. “We moeten eenmalig een portal bouwen, maar daarmee zijn we af van het bouwen van de images voor elk van de acht faculteiten. De keuzemogelijkheid voor twee typen laptops zou voor ons betekenen dat we twee keer acht images zouden moeten samenstellen. Voordeel is ook dat de software via de portal ook voor niet-deelnemers aan het laptopproject beschikbaar zijn”, aldus Van Schaik.
De laptops worden via het project voorzien van Windows XP, omdat de TU-pakketten daarop zijn gebaseerd. Om ook gebruikers van Vista van dienst te zijn, wordt de software van de faculteiten voor dat systeem geschikt gemaakt. Dat kost de faculteiten in totaal 200.000 euro.
Assistent-professor Fokke Wind is zijn directe collega’s voortdurend kwijt, maar kent inmiddels andere bouwkundemedewerkers die hij zonder de brand nooit was tegengekomen.
“Ik was op vakantie in Turkije toen de brand uitbrak. Toen ik een paar dagen later weer in Delft was en tussen de ramptoeristen stond, zag ik dat mijn kamer naar beneden was gestort. Ik had niets thuis. Oude lezingen, recensies daarvan, foto’s, boeken met bedankjes, cadeautjes zijn verdwenen. Ik had ook al mijn oude agenda’s, vanaf het begin van de jaren zeventig, op mijn kamer staan. Dat waren mijn geheugensteuntjes. ’s Nachts werd ik wakker en kon ik niet ophouden met mijn geheugen te doorzoeken. Hoe zat het allemaal ook weer? De meest rare details kwamen terug. Ik kon er niet van slapen. Ik heb voldoende veerkracht om weer verder te gaan, maar ik ben gedesoriënteerd. Ik heb vier werkplekken: thuis, in het hoofdgebouw, in tent vier en bij het IRI. Anderen hebben dat ook. We zijn net muilezels, zoveel slepen we mee. Ik vind het nog steeds heel vreemd dat Bouwkunde weg is. Het voelt als een afscheid zonder receptie. Ik heb overal gewerkt bij Bouwkunde, van onderwijs, tot onderzoek, tot bestuur. In golfbewegingen is er veel veranderd, maar het gebouw was het anker. Het is jarenlang mijn eerste huis geweest. Ik weet niet meer waar mijn collega’s zijn. Ik word doodziek van alle mailtjes die we moeten versturen om iets af te spreken. Voordeel is wel dat ik allerlei collega’s heb leren kennen op mijn nieuwe werkplekken, die ik anders nooit was tegengekomen.”
Het topmodel kost rond de 900 euro, ongeveer evenveel als in het huidige project. Het basismodel is enkele honderden euro’s goedkoper. Op deze laptop zit bijvoorbeeld een minder zware grafische kaart, kleinere en langzamere harde schijf en een scherm met een lagere resolutie.
Volgens Meta Keizer en Peter van Schaik (ict-iontwikkeling bij de universiteitsdienst) zijn er bij de opzet van het nieuwe project ‘alleen maar winnaars’. De studenten hebben meer keus en kunnen vaker een laptop kopen. Ze krijgen daarnaast niet meer een overmaat aan software op hun laptop. Tot nu toe kregen ze een compleet pakket (image) voor de eerstkomende drie jaar van hun studie. In het nieuwe project kunnen ze de software die ze nodig hebben via een portal downloaden en desgewenst de-installeren. Tegelijk worden de kosten voor hen gedrukt door het schrappen van het RSI-pakket.
De faculteiten, die per jaar tussen de 13.800 en 147.500 euro kwijt waren aan het project, zijn ook goedkoper uit. Dat komt onder meer door het schrappen van het accessoirepakket (toetsenbord, standaard, muis, slot en tas), dat 105 euro per laptop kostte. Ook pakt het voor faculteiten goedkoper uit dat software niet meer via complete images wordt verspreid, maar onder het campusmodel.
De ict-afdeling gaat tijd besparen. “We moeten eenmalig een portal bouwen, maar daarmee zijn we af van het bouwen van de images voor elk van de acht faculteiten. De keuzemogelijkheid voor twee typen laptops zou voor ons betekenen dat we twee keer acht images zouden moeten samenstellen. Voordeel is ook dat de software via de portal ook voor niet-deelnemers aan het laptopproject beschikbaar zijn”, aldus Van Schaik.
De laptops worden via het project voorzien van Windows XP, omdat de TU-pakketten daarop zijn gebaseerd. Om ook gebruikers van Vista van dienst te zijn, wordt de software van de faculteiten voor dat systeem geschikt gemaakt. Dat kost de faculteiten in totaal 200.000 euro.
Comments are closed.