Education

Manager in licht

EduPhuis! Als manager Ming Wong terugdenkt aan de TU Delft, is zijn studentenhuis aan de Eduard du Perronlaan het eerste dat komt bovendrijven. De naam van het huis dateert van een kerstdiner dat hij destijds samen met een huisgenoot organiseerde.

“Een mooie tijd was dat. We hebben nog elk jaar contact. Gaan we skiën met het hele stel.”

Als IO’er heb je het voordeel dat je over allerlei aspecten kunt meepraten, vindt Wong; van beleid tot en met het ontwerp, de productie, de markt, en de interactie daartussen. “In overleg met al die afzonderlijke partijen merk je dat je echt weet waarover het gaat. Je hebt daar een goede ondergrond voor, omdat je heel goed in modellen kunt denken. Vroeger geloofde ik daar nooit zo in, maar modellen helpen je om complexe problemen te begrijpen, zonder dat je echt direct al aan oplossingen denkt.”

Volgens Wong moet een IO’er niet de illusie hebben dat hij altijd ontwerper wordt. “Ik denk dat het merendeel terechtkomt in het begeleiden van processen. Het managen van complexe processen dus, zorgen dat het gecontroleerd blijft.”

“Vooral als een bedrijf nieuwe producten moet verzinnen, is een IO’er daar vaak uitermate geschikt voor. Die is in staat om de koppeling te maken tussen wat een bedrijf aan capaciteit heeft, aan mensen, aan kennis, aan productiemiddelen, aan klanten. IO’ers kunnen dat heel goed combineren met de behoefte van de klant. Toen ik via een open sollicitatie als productmanager bij Nuon belandde, dacht ik in eerste instantie: ik heb daar eigenlijk niks te zoeken. Nuon, dat is ‘energie’, en helemaal niets wat een IO’er zou moeten doen. Als industrieel ontwerper heb je toch meer met fysieke producten te maken.”

Wong kwam terecht bij Dynamicom, een zelfstandige business unit van Nuon. De unit houdt zich bezig met verlichting van de openbare ruimte. Alles op het gebied van duurzaamheid en veiligheid, zoals straatverlichting, verkeersregelinstallaties (‘stoplichten dus, maar zo mag je ze bij ons niet noemen’), en cameraprojecten.

Een jaar of vijf zit hij er nu. Eerst een tijdje in Leiden, en nu in zijn standplaats Amsterdam. Behoefte om te verhuizen heeft hij niet: “Rotterdam heeft niet het pittoreske van Amsterdam, maar de stad heeft zo veel te bieden op het gebied van architectuur – al die stijlen door elkaar. En natuurlijk het multiculturele aspect. En kijk eens naar buiten: wat is er nu mooier dan de Maas?”

Drie jaar na zijn sollicitatie werd Wong bij Dynamicom manager marketing- en businessontwikkeling. “We werken nu met een leuk, enthousiast team, waarvoor ik verantwoordelijk ben. En ik ben nog steeds gecharmeerd van de kennis en creativiteit van die mensen. Inmiddels zitten er ook industrieel ontwerpers die ik heb binnengehaald. Enerzijds zoek je kwaliteit, maar daarnaast is het een beetje old boys network. Ik kan niet ontkennen dat het op die manier gaat. Dat team stuur ik operationeel aan, en ook het salesteam. Ik ben verantwoordelijk voor alle marketingactiviteiten en business-ontwikkeling. Dat houdt in dat ik me bezighoud met verkoopstrategieën . hoe benader je een klant, hoe positioneer je producten tegen welke prijzen, dat soort dingen . en verder ben ik verantwoordelijk voor alle communicatie, zowel intern als extern, en voor alle aanbestedingen. En ik ben ook directielid van de business unit. Nuon is wat dat betreft een leuk bedrijf.”

Loftuitingen aan het adres van ‘zijn’ Nuon: laat da’t maar aan Wong over. Een toevallige passant zou zich op de set van een gelikte commercial kunnen wanen. Uiteindelijk belandt de nuchtere Rotterdammer weer met beide benen op aarde: “Bij Nuon krijg je alle mogelijkheden die je wilt, maar je moet het wel zelf doen.”
Da Vinci

Als student kreeg Wong moeizaam greep op wat hij precies kon. “In mijn eerste jaar dacht ik dat ik de nieuwe Michelangelo zou worden, of de nieuwe Da Vinci op het gebied van productontwerpen. Maar al snel merkte ik dat dat niet ging lukken. Er waren anderen die veel beter konden tekenen dan ik, bijvoorbeeld op het gebied van constructie; die konden dat drie keer zo snel. Gaandeweg begon ik meer passie, meer gevoel te krijgen voor het andere deel. Dus niet het ontwerp, maar de processen. Vooral productontwikkelingsprocessen, marketing, marktanalyses; hoe relateer je dat soort informatie aan een bedrijf, bijvoorbeeld. Ik kreeg daar steeds meer affiniteit mee.”

Maar, houdt de marketing manager ‘de strebertjes onder ons’ voor: met kennis alléén kom je er niet. Hoe zorg je ervoor dat het idee van de ingenieur overkomt bij de mensen die dat moeten oppakken? Dat stukje ‘verkoop’ bleef voor hem bij IO een beetje onderbelicht.

Wong: “De gemiddelde Delftenaar is voldoende mondig en goedgebekt en staat op zijn strepen, maar ik merk dat je in de praktijk wat mist. Dan kom je uit bij zaken als change management: hoe zorg je er voor dat die mensen gaan doen wat je wilt, welke technieken heb je daarvoor? Dat heb ik in de praktijk zelf moeten uitvinden.”

Lachend: “Het échte leven is hard werken, maar qua moeilijkheidsgraad was het op de TU zwaarder. Ik vond sommige tentamens en projecten moeilijker dan het niveau van het werk dat ik nu doe. De druk is natuurlijk wel hoger. Bij een professioneel bedrijf gaat het om geld en verantwoordelijkheid, en je moet ervoor zorgen dat jouw actie toegevoegde waarde heeft. Dat het uiteindelijk geld moet genereren, is een slag die net afgestudeerden vaak moeilijk kunnen maken. Wij kijken trouwens niet alleen naar technische aspecten van verlichting, maar ook naar andere zaken zoals vormgeving, of: wat voor functie heeft de verlichting. Moet het een navigatiefunctie hebben, moet het een oriëntatiefunctie hebben? Dus er wordt nu vanuit een heel ander perspectief gekeken naar verlichting, waarbij we de openbare ruimte centraal stellen. Dat is leuk.”
Erasmusbrug

De lichtarchitecten van Dynamicom verzorgden vorig jaar een bijzondere opdracht voor Estée Lauder, fabrikant van huidverzorgingsproducten en parfums. Wong: “Een keer per jaar worden er door Estée Lauder over de hele wereld objecten uitgekozen waarmee ze aandacht willen vragen voor het onderzoek dat ze doen naar borstkanker. Dan wordt er een mooi pand of een brug in een bepaalde kleur uitgelicht. In dit geval was dat dus de Erasmusbrug, en die heeft toen een week lang in paars licht gestaan. Een bijzonder project.”

Milieu-aspecten spelen volgens Wong een steeds grotere rol in het ontwerp. Maar is dat niet een beetje tegenstrijdig? Een energieleverancier wil toch zo veel mogelijk stroom verkopen? Wong: “Er zal altijd een spanningsveld zijn tussen wat mensen willen en wat goed is of niet goed is voor het milieu. Voor gemeenten zijn het de kosten en baten die bepalend zijn. Bijvoorbeeld: in hoeverre staat de citymarketing centraal, en in hoeverre staat het milieu centraal? Dat zijn allemaal politieke issues voor een stad. Als wij een ontwerp maken, moet het altijd conform duurzaamheid. We proberen het milieu zo min mogelijk te belasten, door toepassing van nieuwe systemen die bijvoorbeeld tijdens een evenement, als er veel bezoekers in de stad zijn, aan-, en meteen daarna weer uitgezet kunnen worden.”

Als we napraten over hobby’s als hardlopen en salsadansen, veert Wong opeens op: “Ik heb ook een stichting. De kunst die hier hangt [het gesprek vindt plaats in een Rotterdams grand café . red.] is ‘van mij’. Ruim een jaar geleden heb ik een stichting opgericht om kunstenaars te helpen. Ik heb kunstenaars onder mijn vrienden, en die kunnen hun werk heel moeilijk verkopen, omdat ze dat op de kunstacademie nooit hebben geleerd. Op de academie hoef je alleen maar te schilderen, maar verkoop is een heel apart vak. Dat kan een kunstenaar meestal minder goed dan iemand die zich er echt in heeft verdiept. Daarom heb ik dus die stichting opgericht. Inmiddels hebben zich al zo’n honderdvijftig mensen bij de stichting aangesloten die willen dat wij hun werk voor hen verkopen. De collectie is nu uitgebreid tot zo’n drieduizend doeken. Die verhuren we aan bijvoorbeeld horecagelegenheden en andere openbare ruimten waar ze bereid zijn om ze op te hangen. Als er wat wordt verkocht, gaat 70 procent naar de maker, 20 procent gaat naar de stichting om de kosten te dekken, en 10 procent gaat aan het eind van het jaar naar een goed doel.

VDArt heet de stichting. En nee, we hebben nog geen eigen website. Het is toch meer een hobby van me, dus daar ga ik niet meteen 100 procent geld in steken. Het loopt goed, en het is echt leuk om een eigen winkeltje op te bouwen.”

Naam: Ming Wong

Leeftijd: 32 jaar

Woonplaats: Rotterdam

Verliefd/verloofd/getrouwd: verliefd

Studie: industrieel ontwerpen

Afgestudeerd: 2000

Afstudeerrichting: innovatiemanagement

Loopbaan: stage bij KPN Research; beleidsmedewerker marketing en communicatie bij faculteit OCP, TU Delft; productmanager, later manager marketing & business ontwikkeling bij Nuon.

(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)

www.dynamicom.nl

Als IO’er heb je het voordeel dat je over allerlei aspecten kunt meepraten, vindt Wong; van beleid tot en met het ontwerp, de productie, de markt, en de interactie daartussen. “In overleg met al die afzonderlijke partijen merk je dat je echt weet waarover het gaat. Je hebt daar een goede ondergrond voor, omdat je heel goed in modellen kunt denken. Vroeger geloofde ik daar nooit zo in, maar modellen helpen je om complexe problemen te begrijpen, zonder dat je echt direct al aan oplossingen denkt.”

Volgens Wong moet een IO’er niet de illusie hebben dat hij altijd ontwerper wordt. “Ik denk dat het merendeel terechtkomt in het begeleiden van processen. Het managen van complexe processen dus, zorgen dat het gecontroleerd blijft.”

“Vooral als een bedrijf nieuwe producten moet verzinnen, is een IO’er daar vaak uitermate geschikt voor. Die is in staat om de koppeling te maken tussen wat een bedrijf aan capaciteit heeft, aan mensen, aan kennis, aan productiemiddelen, aan klanten. IO’ers kunnen dat heel goed combineren met de behoefte van de klant. Toen ik via een open sollicitatie als productmanager bij Nuon belandde, dacht ik in eerste instantie: ik heb daar eigenlijk niks te zoeken. Nuon, dat is ‘energie’, en helemaal niets wat een IO’er zou moeten doen. Als industrieel ontwerper heb je toch meer met fysieke producten te maken.”

Wong kwam terecht bij Dynamicom, een zelfstandige business unit van Nuon. De unit houdt zich bezig met verlichting van de openbare ruimte. Alles op het gebied van duurzaamheid en veiligheid, zoals straatverlichting, verkeersregelinstallaties (‘stoplichten dus, maar zo mag je ze bij ons niet noemen’), en cameraprojecten.

Een jaar of vijf zit hij er nu. Eerst een tijdje in Leiden, en nu in zijn standplaats Amsterdam. Behoefte om te verhuizen heeft hij niet: “Rotterdam heeft niet het pittoreske van Amsterdam, maar de stad heeft zo veel te bieden op het gebied van architectuur – al die stijlen door elkaar. En natuurlijk het multiculturele aspect. En kijk eens naar buiten: wat is er nu mooier dan de Maas?”

Drie jaar na zijn sollicitatie werd Wong bij Dynamicom manager marketing- en businessontwikkeling. “We werken nu met een leuk, enthousiast team, waarvoor ik verantwoordelijk ben. En ik ben nog steeds gecharmeerd van de kennis en creativiteit van die mensen. Inmiddels zitten er ook industrieel ontwerpers die ik heb binnengehaald. Enerzijds zoek je kwaliteit, maar daarnaast is het een beetje old boys network. Ik kan niet ontkennen dat het op die manier gaat. Dat team stuur ik operationeel aan, en ook het salesteam. Ik ben verantwoordelijk voor alle marketingactiviteiten en business-ontwikkeling. Dat houdt in dat ik me bezighoud met verkoopstrategieën . hoe benader je een klant, hoe positioneer je producten tegen welke prijzen, dat soort dingen . en verder ben ik verantwoordelijk voor alle communicatie, zowel intern als extern, en voor alle aanbestedingen. En ik ben ook directielid van de business unit. Nuon is wat dat betreft een leuk bedrijf.”

Loftuitingen aan het adres van ‘zijn’ Nuon: laat da’t maar aan Wong over. Een toevallige passant zou zich op de set van een gelikte commercial kunnen wanen. Uiteindelijk belandt de nuchtere Rotterdammer weer met beide benen op aarde: “Bij Nuon krijg je alle mogelijkheden die je wilt, maar je moet het wel zelf doen.”
Da Vinci

Als student kreeg Wong moeizaam greep op wat hij precies kon. “In mijn eerste jaar dacht ik dat ik de nieuwe Michelangelo zou worden, of de nieuwe Da Vinci op het gebied van productontwerpen. Maar al snel merkte ik dat dat niet ging lukken. Er waren anderen die veel beter konden tekenen dan ik, bijvoorbeeld op het gebied van constructie; die konden dat drie keer zo snel. Gaandeweg begon ik meer passie, meer gevoel te krijgen voor het andere deel. Dus niet het ontwerp, maar de processen. Vooral productontwikkelingsprocessen, marketing, marktanalyses; hoe relateer je dat soort informatie aan een bedrijf, bijvoorbeeld. Ik kreeg daar steeds meer affiniteit mee.”

Maar, houdt de marketing manager ‘de strebertjes onder ons’ voor: met kennis alléén kom je er niet. Hoe zorg je ervoor dat het idee van de ingenieur overkomt bij de mensen die dat moeten oppakken? Dat stukje ‘verkoop’ bleef voor hem bij IO een beetje onderbelicht.

Wong: “De gemiddelde Delftenaar is voldoende mondig en goedgebekt en staat op zijn strepen, maar ik merk dat je in de praktijk wat mist. Dan kom je uit bij zaken als change management: hoe zorg je er voor dat die mensen gaan doen wat je wilt, welke technieken heb je daarvoor? Dat heb ik in de praktijk zelf moeten uitvinden.”

Lachend: “Het échte leven is hard werken, maar qua moeilijkheidsgraad was het op de TU zwaarder. Ik vond sommige tentamens en projecten moeilijker dan het niveau van het werk dat ik nu doe. De druk is natuurlijk wel hoger. Bij een professioneel bedrijf gaat het om geld en verantwoordelijkheid, en je moet ervoor zorgen dat jouw actie toegevoegde waarde heeft. Dat het uiteindelijk geld moet genereren, is een slag die net afgestudeerden vaak moeilijk kunnen maken. Wij kijken trouwens niet alleen naar technische aspecten van verlichting, maar ook naar andere zaken zoals vormgeving, of: wat voor functie heeft de verlichting. Moet het een navigatiefunctie hebben, moet het een oriëntatiefunctie hebben? Dus er wordt nu vanuit een heel ander perspectief gekeken naar verlichting, waarbij we de openbare ruimte centraal stellen. Dat is leuk.”
Erasmusbrug

De lichtarchitecten van Dynamicom verzorgden vorig jaar een bijzondere opdracht voor Estée Lauder, fabrikant van huidverzorgingsproducten en parfums. Wong: “Een keer per jaar worden er door Estée Lauder over de hele wereld objecten uitgekozen waarmee ze aandacht willen vragen voor het onderzoek dat ze doen naar borstkanker. Dan wordt er een mooi pand of een brug in een bepaalde kleur uitgelicht. In dit geval was dat dus de Erasmusbrug, en die heeft toen een week lang in paars licht gestaan. Een bijzonder project.”

Milieu-aspecten spelen volgens Wong een steeds grotere rol in het ontwerp. Maar is dat niet een beetje tegenstrijdig? Een energieleverancier wil toch zo veel mogelijk stroom verkopen? Wong: “Er zal altijd een spanningsveld zijn tussen wat mensen willen en wat goed is of niet goed is voor het milieu. Voor gemeenten zijn het de kosten en baten die bepalend zijn. Bijvoorbeeld: in hoeverre staat de citymarketing centraal, en in hoeverre staat het milieu centraal? Dat zijn allemaal politieke issues voor een stad. Als wij een ontwerp maken, moet het altijd conform duurzaamheid. We proberen het milieu zo min mogelijk te belasten, door toepassing van nieuwe systemen die bijvoorbeeld tijdens een evenement, als er veel bezoekers in de stad zijn, aan-, en meteen daarna weer uitgezet kunnen worden.”

Als we napraten over hobby’s als hardlopen en salsadansen, veert Wong opeens op: “Ik heb ook een stichting. De kunst die hier hangt [het gesprek vindt plaats in een Rotterdams grand café . red.] is ‘van mij’. Ruim een jaar geleden heb ik een stichting opgericht om kunstenaars te helpen. Ik heb kunstenaars onder mijn vrienden, en die kunnen hun werk heel moeilijk verkopen, omdat ze dat op de kunstacademie nooit hebben geleerd. Op de academie hoef je alleen maar te schilderen, maar verkoop is een heel apart vak. Dat kan een kunstenaar meestal minder goed dan iemand die zich er echt in heeft verdiept. Daarom heb ik dus die stichting opgericht. Inmiddels hebben zich al zo’n honderdvijftig mensen bij de stichting aangesloten die willen dat wij hun werk voor hen verkopen. De collectie is nu uitgebreid tot zo’n drieduizend doeken. Die verhuren we aan bijvoorbeeld horecagelegenheden en andere openbare ruimten waar ze bereid zijn om ze op te hangen. Als er wat wordt verkocht, gaat 70 procent naar de maker, 20 procent gaat naar de stichting om de kosten te dekken, en 10 procent gaat aan het eind van het jaar naar een goed doel.

VDArt heet de stichting. En nee, we hebben nog geen eigen website. Het is toch meer een hobby van me, dus daar ga ik niet meteen 100 procent geld in steken. Het loopt goed, en het is echt leuk om een eigen winkeltje op te bouwen.”

Naam: Ming Wong

Leeftijd: 32 jaar

Woonplaats: Rotterdam

Verliefd/verloofd/getrouwd: verliefd

Studie: industrieel ontwerpen

Afgestudeerd: 2000

Afstudeerrichting: innovatiemanagement

Loopbaan: stage bij KPN Research; beleidsmedewerker marketing en communicatie bij faculteit OCP, TU Delft; productmanager, later manager marketing & business ontwikkeling bij Nuon.

(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)

www.dynamicom.nl

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.