Campus

Management

‘s Avonds in de auto naar Eindhoven (daar was het) toch een beetje zenuwachtig. ,,Als we maar niet laatste worden, dat staat zo lullig.” Op weg naar het ‘Tournament in Management Engineering Skills’.

Eigenlijk alleen voor technisch bedrijfskundigen.

De ontvangst in het meest burgerlijke café van Eindhoven. Zelf betalen voor onze biertjes en een voorzichtige eerste kennismaking met onze concurrenten. Dit is al de West-Europese finale, dus gezellig integreren in het Duits, Frans en Engels (voertaal). ,,Hoe waren bij jullie de voorrondes?”, vraagt een goedbedoelend Eindhovens meisje. ,,Tja.., niet gehad, we zijn een paar weken geleden pas gevraagd.” ,,Ooh.” Ze vertelt ons dat zij ook geluk heeft hier te staan en niet een van de andere tien (!) Eindhovense teams.

Na meer van dergelijke gesprekken toch wat stilletjes geworden. ,,Misschien vanavond voor het slapen nog even wat boeken doorkijken.” Wat leren ze eigenlijk bij bedrijfskunde, wat je bij bestuurskunde niet krijgt? Economische dingen ofzo?

Dinsdagochtend, slecht geslapen, de dag van de waarheid. Een korte inleiding van de eerste case. ‘Een fusie tussen een paar grote elektriciteitsbedrijven verloopt moeizaam. Stel u moet het management adviseren, wat doet u?’

Een paar pagina’s Engelse tekst, een set lege sheets en een viltstift. Daarmee zitten we met z’n vieren in een klein vergaderkamertje, met schrijfbord. ,,Laten we maar doen wat we geleerd hebben, we zien wel.” Jasjes uit en organigrammen op het bord kliederen, rustig nadenken, praten, blaten, net echte consultancy. Het lijkt allemaal prima te gaan. Na de koffie, sigaretten en een halve lunch de sheets inleveren. Nu maar afwachten. De presentatie-volgorde wordt door loting vastgesteld. Spanning. We moeten als achtste van de tien, dus eerst lekker genieten van de concurrentie. Dat de Duitsers geen goed Engels spreken verbaast ons niet. Van onze vrienden uit Enschede en Eindhoven hadden we toch echt meer verwacht. Een teamgenootje stoot me aan en geeft commentaar op de Eindhovense presentatrice: ,,What shall we nou have?” Na mijn verhaaltje komen ze op me af: ,,Jeetje heb jij in Engeland gestudeerd ofzo?” Maar als de mooie Spaanse dame uit Leuven op me afstapt: ,,I really liked your non-verbal communcation”, ben ik toch wel even uit het veld geslagen. Dat soort tekst kennen de Delftse dames niet.

De voorzitter van de jury zegt het er als Eindhovenaar moeilijk mee te hebben, maar Delft wint. Alle teams zijn goed, maar één kan er maar de beste zijn. Verdere motivatie ontbreekt. De eerste dag gewonnen dus, en ook de tweede komen we zonder kleerscheuren door. Misschien leren we in Delft echt wat. Over twee maanden de Europese finale. Met het vliegtuig naar Karlsruhe. Kijken hoever we daar komen.

‘s Avonds in de auto naar Eindhoven (daar was het) toch een beetje zenuwachtig. ,,Als we maar niet laatste worden, dat staat zo lullig.” Op weg naar het ‘Tournament in Management Engineering Skills’. Eigenlijk alleen voor technisch bedrijfskundigen.

De ontvangst in het meest burgerlijke café van Eindhoven. Zelf betalen voor onze biertjes en een voorzichtige eerste kennismaking met onze concurrenten. Dit is al de West-Europese finale, dus gezellig integreren in het Duits, Frans en Engels (voertaal). ,,Hoe waren bij jullie de voorrondes?”, vraagt een goedbedoelend Eindhovens meisje. ,,Tja.., niet gehad, we zijn een paar weken geleden pas gevraagd.” ,,Ooh.” Ze vertelt ons dat zij ook geluk heeft hier te staan en niet een van de andere tien (!) Eindhovense teams.

Na meer van dergelijke gesprekken toch wat stilletjes geworden. ,,Misschien vanavond voor het slapen nog even wat boeken doorkijken.” Wat leren ze eigenlijk bij bedrijfskunde, wat je bij bestuurskunde niet krijgt? Economische dingen ofzo?

Dinsdagochtend, slecht geslapen, de dag van de waarheid. Een korte inleiding van de eerste case. ‘Een fusie tussen een paar grote elektriciteitsbedrijven verloopt moeizaam. Stel u moet het management adviseren, wat doet u?’

Een paar pagina’s Engelse tekst, een set lege sheets en een viltstift. Daarmee zitten we met z’n vieren in een klein vergaderkamertje, met schrijfbord. ,,Laten we maar doen wat we geleerd hebben, we zien wel.” Jasjes uit en organigrammen op het bord kliederen, rustig nadenken, praten, blaten, net echte consultancy. Het lijkt allemaal prima te gaan. Na de koffie, sigaretten en een halve lunch de sheets inleveren. Nu maar afwachten. De presentatie-volgorde wordt door loting vastgesteld. Spanning. We moeten als achtste van de tien, dus eerst lekker genieten van de concurrentie. Dat de Duitsers geen goed Engels spreken verbaast ons niet. Van onze vrienden uit Enschede en Eindhoven hadden we toch echt meer verwacht. Een teamgenootje stoot me aan en geeft commentaar op de Eindhovense presentatrice: ,,What shall we nou have?” Na mijn verhaaltje komen ze op me af: ,,Jeetje heb jij in Engeland gestudeerd ofzo?” Maar als de mooie Spaanse dame uit Leuven op me afstapt: ,,I really liked your non-verbal communcation”, ben ik toch wel even uit het veld geslagen. Dat soort tekst kennen de Delftse dames niet.

De voorzitter van de jury zegt het er als Eindhovenaar moeilijk mee te hebben, maar Delft wint. Alle teams zijn goed, maar één kan er maar de beste zijn. Verdere motivatie ontbreekt. De eerste dag gewonnen dus, en ook de tweede komen we zonder kleerscheuren door. Misschien leren we in Delft echt wat. Over twee maanden de Europese finale. Met het vliegtuig naar Karlsruhe. Kijken hoever we daar komen.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.