De TU Delft krijgt van haar eigen studenten maar een krappe voldoende voor ondersteuning bij stages. Dat blijkt uit de Nationale Studenten Enquête 2014. De universiteit wil uitzoeken waar dit aan ligt.
Bij de jaarlijkse enquête beoordelen studenten hun eigen universiteit op zeventien thema’s in een schaal van nul tot vijf. Dit jaar behaalt de TU in tien thema’s een score boven de 3,5 en in zes thema’s een score tussen 3,0 en 3,5. Het thema dat aan de TU het laagste cijfer kreeg betrof stage en opleiding: 2,95. Dat is significant lager dan het landelijk gemiddelde (bijna 3,25) en het betreft een daling ten opzichte van vorig jaar (3,06).
Directeur onderwijs en studentenzaken Timo Kos wil uitzoeken waar dit aan ligt. “Is het een gebrek aan service? Ligt het aan het type stage?” Studenten aan de TU lopen doorgaans stage tijdens hun master. Volgens Kos willen sommige faculteiten liever niet een stage in de bachelor, omdat die tot studievertraging kan leiden of omdat studenten al in hun master stage lopen. “Studenten verwachten een panklare stage, maar zo is het niet”, zegt Kos.
Tegelijkertijd gaven studenten het beste cijfer aan hun stage ervaring (3,93) en dan met name aan de begeleiding door het bedrijf (3,95) en aan datgene wat ze er geleerd hadden (4,17). Deze cijfers komen overeen met het landelijk gemiddelde, maar waren vorig jaar ietsje hoger.
Een thema waarop de TU al jaren beduidend lager scoort dan het landelijk gemiddelde is studielast. Dit jaar gaven de Delftse studenten daarvoor een iets hogere score (3,18) dan vorig jaar (3.1). Het landelijke cijfer ligt in 2014 iets boven de 3,5. Ook groepsgrootte (3,76), informatievoorziening (3,37) en docenten (3,64) kregen hogere cijfers dan vorig jaar, maar lager dan het landelijk gemiddelde.
Thema’s waarop de TU hoger scoort dan het landelijk gemiddelde zijn algemene vaardigheden (3,85) voorbereiding op de beroepsloopbaan (3.30), studierooster (3,82 vooral tijdige bekendmaking daarvan) en studiefaciliteiten (3,64). Binnen dit laatste thema scoren vooral de bibliotheek en ict hoger dan het landelijk gemiddelde. De geschiktheid van onderwijsruimten en werkplekken plus de beschikbaarheid van werkplekken blijven achter.
Ook huisvesting scoort in Delft (3,18) hoger dan landelijk gemiddeld (3): zowel de beschikbaarheid als de betaalbaarheid van woonruimte krijgen een voldoende.
Comments are closed.