Education

Luchtfietserij

De jongensdroom van Jesse van Kuijk is uitgekomen. De tweedejaars L&R-student vloog vorige week als eerste Nederlander met een zelf ontworpen fietsvliegtuig.

Toen hij in de brugklas zat raakte de student gefascineerd door fietsvliegtuigen. “Ik zag foto’s van de Engelse piloot Bryan Allen die in 1979 het kanaal over fietste. Zo’n klein silhouet in een gigantisch groot vliegtuig, dat sprak me aan. Ik wilde ook ervaren hoe dat is.”

Naar Engeland zal Van Kuijk niet snel vliegen. Zijn eerste vlucht duurde maar enkele seconden. Voor hij het wist, kwam de student weer aan de grond doordat zijn fietsketting loskwam. “Een klein technisch mankement dat gemakkelijk is opgelost”, aldus de piloot.

Tijdens de kerstvakantie hoopt Van Kuijk een paar honderd meter te vliegen. Het is dan rustig op Kempen Airport. Het vliegveld staat hem toe om dan opnieuw te experimenteren. Maar ook het weer moet meezitten. Er mag geen zuchtje wind zijn.

Twee jaar lang werkte de student aan zijn toestel. Hij won advies in bij ervaren Engelse bouwers. Het vliegtuig heeft een spanwijdte van 26 meter en een vleugeloppervlak van 40 vierkante meter. Het bestaat voornamelijk uit aluminium buizen, balsahout en een polyesterfolie. Het hele toestel weegt 56 kilo.

“Je trapt je helemaal lam om in de lucht te komen”, zegt Van Kuijk. “Om in de lucht te blijven moet je continu driehonderd Watt leveren. Maar om op te stijgen moet je nog harder trappen. Hoe hard precies weet ik niet. Dat kon ik toen ik zestien was nog niet uitrekenen.”

De student hoopt dat hij ooit een lichter en beter toestel kan maken met koolstofcomposiet waarmee hij grotere afstanden kan afleggen zonder uitgeput te raken. “Hoe hoog ik daarmee zou willen vliegen? Haha, niet hoger dan ik naar beneden durf te vallen. Dat is een uitspraak van Bryan Allen. Hij scheerde over het wateroppervlak toen hij het kanaal overstak.”

#

Voor automobilisten is het vaak lastig te voorspellen hoe lang ze onderweg zullen zijn als ze de auto instappen. Ik denk dat ik die tijden veel preciezer kan voorspellen.
Op dit moment hangen camera’s boven de A12 tussen Zoetermeer en Voorburg voor mijn onderzoek. De camera’s registreren de kentekens van de auto’s aan het begin en aan het einde van de route. Zo kom ik te weten hoe lang auto’s er gemiddeld over doen. Soms zitten er zeer grote verschillen tussen. Sommige automobilisten rijden bijvoorbeeld wel vijf minuten sneller op een gemiddelde van twintig minuten. Bij een file is het heel makkelijk voorspellen. Dan rijdt vrijwel iedereen even hard.
Ik meet ook in de stad. Ik ben nu bezig met een project in het centrum van Utrecht. Dat is een grote ellende voor het voorspellen van de reistijd. Stoplichten, zebrapaden, fietsers en bushaltes zijn desastreus. Als je pech hebt, doe je er zo twee keer langer over dan wanneer je geluk hebt. In de stad spelen heel veel toevalligheden mee.
Op dit moment worden op verschillende snelwegen al reistijdvoorspellingen gedaan. Bij Den Haag staat op matrixborden hoe lang je er over doet naar Rotterdam. Maar deze voorspellingen zijn zeer onnauwkeurig. De informatie is vijftien minuten oud en ze gaan er bij de voorspelling vanuit dat de huidige situatie blijft zoals die is. Dat is natuurlijk nooit zo. In de ochtend- en avondspits ontstaan files en die veranderen voortdurend. Ze worden bijvoorbeeld langer of korter. Ook de TomTom gaat er vanuit dat de huidige situatie hetzelfde blijft.
Ik wil de reistijd nauwkeuriger voorspellen en heb twee pijlen op mijn boog. Ik werk aan zowel een dynamisch verkeersmodel als een soort neuraal netwerk. Bij voorspellingen in de stad loop ik tegen de grenzen aan van de mogelijkheden van het neurale netwerk. Het aantal gegevens wordt zo groot, dat je het niet gekalibreerd krijgt. Het is lastig om een goede balans te vinden. Datzelfde geldt voor het verkeersmodel. Aan de andere kant wil ik ook niet de gemakzuchtige modellen van de bestaande situatie gebruiken, zoals nu wordt gedaan, omdat die niet krachtig genoeg zijn.
Uiteindelijk hoop ik dat mijn reistijdvoorspeller over twee jaar op de markt wordt gebracht. Ik wil bij Rijkswaterstaat een pilot doen om de camera’s langs de A13 te gebruiken. Ik zou de reistijdgegevens graag gebruiken voor mijn onderzoek.”

Opeens was het zover: de grond verdween onder Jesse van Kuijk vandaan en het ratelen van zijn wielen op het asfalt stopte.

Toen hij in de brugklas zat, raakte de student gefascineerd door fietsvliegtuigen. “Ik zag foto’s van de Engelse piloot Bryan Allen die in 1979 het kanaal over fietste. Zo’n klein silhouet in een gigantisch groot vliegtuig, dat sprak me aan. Ik wilde ook ervaren hoe dat is.”

Naar Engeland zal Van Kuijk niet snel vliegen. Zijn eerste vlucht duurde maar enkele seconden. Voor hij het wist, kwam de student weer aan de grond doordat zijn fietsketting loskwam. “Een klein technisch mankement dat gemakkelijk is opgelost”, aldus de piloot.

Tijdens de kerstvakantie hoopt Van Kuijk een paar honderd meter te vliegen. Het is dan rustig op Kempen Airport in Budel (Noord-Brabant), waar hij ook zijn eerste vlucht maakte. Het vliegveld staat hem toe om dan opnieuw te experimenteren. Maar ook het weer moet meezitten. Er mag geen zuchtje wind zijn.

Twee jaar lang werkte de student aan zijn toestel. Hij won advies in bij ervaren Engelse bouwers. Het vliegtuig heeft een spanwijdte van 26 meter en een vleugeloppervlak van 40 vierkante meter. Het bestaat voornamelijk uit aluminium buizen, balsahout en een polyesterfolie. Het hele toestel weegt 56 kilo.

“Je trapt je helemaal lam om in de lucht te komen”, zegt Van Kuijk. “Om in de lucht te blijven moet je continu driehonderd Watt leveren. Maar om op te stijgen moet je nog harder trappen. Hoe hard precies weet ik niet. Dat kon ik toen ik zestien was nog niet uitrekenen.”

De student hoopt dat hij ooit een lichter en beter toestel kan maken met koolstofcomposiet waarmee hij grotere afstanden kan afleggen zonder uitgeput te raken. “Hoe hoog ik daarmee zou willen vliegen? Niet hoger dan ik naar beneden durf te vallen”lacht hij.  “Dat is trouwens een uitspraak van Bryan Allen. Hij scheerde over het wateroppervlak toen hij het Kanaal overstak.”

#

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.