In vier jaar tijd een revolutionair passagierstoestel ontwerpen. Als het even kan zonder kop en staart. Die opdracht krijgt een tiental onderzoekers van de zojuist opgezette Delftse luchtvaartafdeling Delcraftworks.
Bij een toestel zonder kop en staart schiet al gauw het beeld te binnen van een vliegende schotel. Dat is ook precies het plaatje waarmee de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek (L&R) de afgelopen weken in personeelsadvertenties in onder andere De Volkskrant, de Ingenieur en Intermediair de aandacht trok. ‘Oproep: revolutionaire vliegtuigontwerpers met lef’, kopte de advertentie.
“We hebben gekozen voor een tekening van een vliegende schotel omdat dat revolutionair overkomt”, zegt de voorlopige projectleider ir. Meine Oosten. “Maar wat het uiteindelijke ontwerp wordt, weten we nog niet. Het kan net zo goed de vorm krijgen van een boemerang of een ellips.”
Als grootste luchtvaartfaculteit van Europa vond L&R . lees: decaan prof. Ben Droste – dat ze de taak had om de luchtvaart nieuw elan te geven. Over vier jaar moet het nog samen te stellen team daarom een voorstel klaar hebben voor een milieuvriendelijk en veilig toestel waarin allerlei nieuwe technologieën een plekje hebben gekregen.
“Je moet denken aan een staartloos toestel”, zegt Oosten. “De staart zorgt namelijk voor veel weerstand. Liefst hebben we ook een vliegtuig zonder kop. Dan houd je dus alleen nog maar een vleugel over.”
De kunst is om die vleugel bestuurbaar te maken. Daarvoor is controle van de stromende lucht rond het toestel vereist. Door op bepaalde plekken lucht weg te zuigen met kleine, in de vleugel ingebouwde zuigertjes, verwachten de onderzoekers de weerstand en draagkracht van de vleugel te variëren en daarmee te sturen. Volgens Oosten heeft de TU al veel kennis over deze techniek in huis.
“Andere technologieën die we wellicht kunnen toepassen zijn die van de vervormbare materialen, en de composiettechnologie”, vervolgt Oosten. “Maar ook op het gebied van communicatie hebben we veel kennis in huis. We maken al intelligente software die aangeeft hoe je veilig verder kunt vliegen als er bijvoorbeeld een stuk van de vleugel afvalt.”
De faculteit betaalt het project in eerste instantie uit eigen zak. “Maar we verwachten wel over enkele jaren extra financiering vanuit het bedrijfsleven en de overheid”, zegt Oosten.
Naast Oosten, Droste, en composietexpert prof.ir. Adriaan Beukers, zit onder meer luchtvaartcoryfee ir. Kees de Koning in de stuurgroep van Delcraftworks. Tot twee jaar geleden was hij directeur van Stork Aerospace.
“Na de Boeing 707 van begin jaren zestig is nooit meer iets wezenlijks veranderd aan passagiersvliegtuigen”, beaamt De Koning, die begin jaren tachtig afstudeerde bij L&R. “Nu het steeds drukker wordt in de lucht moet er iets gebeuren om het vliegen vanuit milieu- en veiligheidsoogpunt acceptabel te houden.”
Door zijn connecties in de luchtvaart verwacht De Koning dat hij kan helpen bij het binnenhalen van ‘toptalent uit de hele wereld’. “Daarnaast ga ik het hoofd van de ontwerpafdeling van Boeing vragen of hij meedoet aan workshops, evenals de ontwerper van de Fokker 100.”
Een vliegende schotel komt revolutionair over, denkt projectleider Meine Oosten. “Maar ons nieuwe vliegtuig kan net zo goed de vorm krijgen van een boemerang of een ellips.” (Illustratie: TU Delft)
Bij een toestel zonder kop en staart schiet al gauw het beeld te binnen van een vliegende schotel. Dat is ook precies het plaatje waarmee de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek (L&R) de afgelopen weken in personeelsadvertenties in onder andere De Volkskrant, de Ingenieur en Intermediair de aandacht trok. ‘Oproep: revolutionaire vliegtuigontwerpers met lef’, kopte de advertentie.
“We hebben gekozen voor een tekening van een vliegende schotel omdat dat revolutionair overkomt”, zegt de voorlopige projectleider ir. Meine Oosten. “Maar wat het uiteindelijke ontwerp wordt, weten we nog niet. Het kan net zo goed de vorm krijgen van een boemerang of een ellips.”
Als grootste luchtvaartfaculteit van Europa vond L&R . lees: decaan prof. Ben Droste – dat ze de taak had om de luchtvaart nieuw elan te geven. Over vier jaar moet het nog samen te stellen team daarom een voorstel klaar hebben voor een milieuvriendelijk en veilig toestel waarin allerlei nieuwe technologieën een plekje hebben gekregen.
“Je moet denken aan een staartloos toestel”, zegt Oosten. “De staart zorgt namelijk voor veel weerstand. Liefst hebben we ook een vliegtuig zonder kop. Dan houd je dus alleen nog maar een vleugel over.”
De kunst is om die vleugel bestuurbaar te maken. Daarvoor is controle van de stromende lucht rond het toestel vereist. Door op bepaalde plekken lucht weg te zuigen met kleine, in de vleugel ingebouwde zuigertjes, verwachten de onderzoekers de weerstand en draagkracht van de vleugel te variëren en daarmee te sturen. Volgens Oosten heeft de TU al veel kennis over deze techniek in huis.
“Andere technologieën die we wellicht kunnen toepassen zijn die van de vervormbare materialen, en de composiettechnologie”, vervolgt Oosten. “Maar ook op het gebied van communicatie hebben we veel kennis in huis. We maken al intelligente software die aangeeft hoe je veilig verder kunt vliegen als er bijvoorbeeld een stuk van de vleugel afvalt.”
De faculteit betaalt het project in eerste instantie uit eigen zak. “Maar we verwachten wel over enkele jaren extra financiering vanuit het bedrijfsleven en de overheid”, zegt Oosten.
Naast Oosten, Droste, en composietexpert prof.ir. Adriaan Beukers, zit onder meer luchtvaartcoryfee ir. Kees de Koning in de stuurgroep van Delcraftworks. Tot twee jaar geleden was hij directeur van Stork Aerospace.
“Na de Boeing 707 van begin jaren zestig is nooit meer iets wezenlijks veranderd aan passagiersvliegtuigen”, beaamt De Koning, die begin jaren tachtig afstudeerde bij L&R. “Nu het steeds drukker wordt in de lucht moet er iets gebeuren om het vliegen vanuit milieu- en veiligheidsoogpunt acceptabel te houden.”
Door zijn connecties in de luchtvaart verwacht De Koning dat hij kan helpen bij het binnenhalen van ‘toptalent uit de hele wereld’. “Daarnaast ga ik het hoofd van de ontwerpafdeling van Boeing vragen of hij meedoet aan workshops, evenals de ontwerper van de Fokker 100.”
Een vliegende schotel komt revolutionair over, denkt projectleider Meine Oosten. “Maar ons nieuwe vliegtuig kan net zo goed de vorm krijgen van een boemerang of een ellips.” (Illustratie: TU Delft)
Comments are closed.