Spannende tijden voor de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Volgende maand wordt duidelijk of het kabinet geld wil steken in een nieuw innovatievoorstel van de luchtvaartindustrie.
Het geld moet worden geïnvesteerd in de kennisinfrastructuur op dit gebied, waarvan onder meer de TU Delft, het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR), maar ook Stork deel uitmaken. De luchtvaartindustrie wil de komende vijf jaar tweehonderd miljoen euro steken in innovatie, op voorwaarde dat de overheid met honderd miljoen euro over de brug komt.
Voor L&R is de deal met Airbus erg belangrijk. Airbus heeft Boeing ingehaald als grootste civiele vliegtuigbouwer ter wereld. De TU Delft heeft meegewerkt aan de ontwikkeling van de A-380. “Delft heeft dat op spectaculaire wijze gedaan”, zegt Ben Droste, luitenant-generaal bd. Hij is naast decaan van L&R voorzitter van het Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR).
“We hebben de ambitie om dat ook met het nieuwe vliegtuig, de A-350, te doen”, zegt Droste. Het onderzoek naar de A-380 is alweer tien jaar oud, en er zijn veel nieuwe eisen bijgekomen. “Het hoeft nog net geen groen vliegtuig te worden, maar de milieu- en omgevingseisen zijn veel belangrijker geworden.” Immers: hoe lichter het vliegtuig, hoe minder brandstof er nodig is. Onderzoek naar materialen, emissie, geluid en brandstof is dus nodig. “Airbus kan overal aan kennis komen, maar de inbreng van de TU wordt nog steeds zeer op prijs gesteld.”
Op 6 april gaat minister Brinkhorst van Economische Zaken naar Airbus in Toulouse, om naar Droste stellig verwacht een samenwerkingsplan van Stork, NLR en de TU Delft te bekrachtigen. “NLR, Stork en de TU hebben op vraag van Airbus een geïntegreerd pakket voorstellen uitgewerkt dat direct inspeelt op onze kerncompetenties, precies zoals het kabinet dat wenst in haar innovatiebeleid: een prachtig voorbeeld van keteninnovatie”, zegt Droste.
De steun van de overheid is nodig om succes te kunnen boeken. “Ons onderzoek is kostbaar, tijdrovend en risicovol. Het is nooit zeker of het uiteindelijk in een echt vliegtuig wordt gebruikt. Het eerste vliegtuig met glare . de A-380 – gaat de komende weken de lucht in, maar het onderzoek dat heeft geleid tot glare is twintig jaar geleden gestart. Zonder overheidssteun was het nooit zover gekomen.”
Tussen 1997 en 2003 pompte de overheid ruim een half miljard gulden aan technologieontwikkeling in de Joint Strike Fighter en in het Airbusprogramma. De betrokken industrie had – zo redeneerde het rijk – steun in de rug nodig na de ondergang van Fokker. Komende maand wordt die impuls door het kabinet geëvalueerd. Nu is volgens Droste al duidelijk dat zonder die technologiesteun de Nederlandse luchtvaartindustrie niet zou zijn betrokken bij deze twee projecten.
Wat als het geld er niet komt? Droste moet er niet aan denken. “Dan heeft de Nederlandse luchtvaartindustrie en zeker ook L&R een probleem. We kunnen het kostbare onderzoek niet op eigen kracht doen, dus dan moeten we naar andere wegen zoeken.” (KW)
Het geld moet worden geïnvesteerd in de kennisinfrastructuur op dit gebied, waarvan onder meer de TU Delft, het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR), maar ook Stork deel uitmaken. De luchtvaartindustrie wil de komende vijf jaar tweehonderd miljoen euro steken in innovatie, op voorwaarde dat de overheid met honderd miljoen euro over de brug komt.
Voor L&R is de deal met Airbus erg belangrijk. Airbus heeft Boeing ingehaald als grootste civiele vliegtuigbouwer ter wereld. De TU Delft heeft meegewerkt aan de ontwikkeling van de A-380. “Delft heeft dat op spectaculaire wijze gedaan”, zegt Ben Droste, luitenant-generaal bd. Hij is naast decaan van L&R voorzitter van het Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR).
“We hebben de ambitie om dat ook met het nieuwe vliegtuig, de A-350, te doen”, zegt Droste. Het onderzoek naar de A-380 is alweer tien jaar oud, en er zijn veel nieuwe eisen bijgekomen. “Het hoeft nog net geen groen vliegtuig te worden, maar de milieu- en omgevingseisen zijn veel belangrijker geworden.” Immers: hoe lichter het vliegtuig, hoe minder brandstof er nodig is. Onderzoek naar materialen, emissie, geluid en brandstof is dus nodig. “Airbus kan overal aan kennis komen, maar de inbreng van de TU wordt nog steeds zeer op prijs gesteld.”
Op 6 april gaat minister Brinkhorst van Economische Zaken naar Airbus in Toulouse, om naar Droste stellig verwacht een samenwerkingsplan van Stork, NLR en de TU Delft te bekrachtigen. “NLR, Stork en de TU hebben op vraag van Airbus een geïntegreerd pakket voorstellen uitgewerkt dat direct inspeelt op onze kerncompetenties, precies zoals het kabinet dat wenst in haar innovatiebeleid: een prachtig voorbeeld van keteninnovatie”, zegt Droste.
De steun van de overheid is nodig om succes te kunnen boeken. “Ons onderzoek is kostbaar, tijdrovend en risicovol. Het is nooit zeker of het uiteindelijk in een echt vliegtuig wordt gebruikt. Het eerste vliegtuig met glare . de A-380 – gaat de komende weken de lucht in, maar het onderzoek dat heeft geleid tot glare is twintig jaar geleden gestart. Zonder overheidssteun was het nooit zover gekomen.”
Tussen 1997 en 2003 pompte de overheid ruim een half miljard gulden aan technologieontwikkeling in de Joint Strike Fighter en in het Airbusprogramma. De betrokken industrie had – zo redeneerde het rijk – steun in de rug nodig na de ondergang van Fokker. Komende maand wordt die impuls door het kabinet geëvalueerd. Nu is volgens Droste al duidelijk dat zonder die technologiesteun de Nederlandse luchtvaartindustrie niet zou zijn betrokken bij deze twee projecten.
Wat als het geld er niet komt? Droste moet er niet aan denken. “Dan heeft de Nederlandse luchtvaartindustrie en zeker ook L&R een probleem. We kunnen het kostbare onderzoek niet op eigen kracht doen, dus dan moeten we naar andere wegen zoeken.” (KW)
Comments are closed.