Ik heb net geluncht. Het kostte me drie gekneusde ribben en een blauw oog, maar ik heb wél op een bankje in de zon gezeten.Op het plein voor Industrieel Ontwerpen ligt een grasveld en in de zomer is het daar goed toeven.
Studenten en medewerkers trekken naar buiten om de waardevolle Hollandse zonnestralen op te vangen. Omdat de zon soms eerder schijnt dan de grond droog is schreef de faculteit een prijsvraag uit: ontwerp ‘zitmeubels’ voor op het grasveld. Leuk voor de studenten en leuk voor mensen die willen lunchen.
En dan komen er ontwerpen. En dan kiest een jury een ontwerp uit dat zich elegant verheft uit het grasveld, bestaat uit prachtige materialen, maar dat kennelijk zo duur is dat de faculteit er maar twee van kan betalen. En dus kunnen er nu maar liefst tien mensen tegelijk genieten van deze prachtige bankjes.
Even een klein rekensommetje, waarvan je mag aannemen dat de betreffende ontwerpers en jury het ook gemaakt hebben. 1700 studenten, laten we zeggen dat er daar dagelijks zo’n 300 op de faculteit lunchen. Dan nog zo’n 350 medewerkers, van wie er in ieder geval wel 200 mee-eten. 500 Mensen, twee bankjes: ietwat karig, lijkt me. Overigens, in een hoek van het plein staan twee eenvoudige vierkante tafels met opklapbare bankjes. In elkaar geklust door de studievereniging. Voor de prijs van het prijswinnende ontwerp had je er zo’n twintig kunnen laten maken, gok ik.
Ik loop terug het gebouw in, waar de voorlichtingsdagen bezig zijn. Een enthousiaste studente legt aan onwennige middelbare scholieren uit wat industrieel ontwerpen inhoudt: “De producten die we hier ontwerpen moeten niet alleen mooi zijn. Maar bijvoorbeeld ook technisch haalbaar en gebruiksvriendelijk, en dat alles moet dan weer binnen een bepaalde begroting gebeuren. En dat werken met randvoorwaarden, daar zijn industrieel ontwerpers zo goed in.”
Jasper van Kuijk
Ik heb net geluncht. Het kostte me drie gekneusde ribben en een blauw oog, maar ik heb wél op een bankje in de zon gezeten.
Op het plein voor Industrieel Ontwerpen ligt een grasveld en in de zomer is het daar goed toeven. Studenten en medewerkers trekken naar buiten om de waardevolle Hollandse zonnestralen op te vangen. Omdat de zon soms eerder schijnt dan de grond droog is schreef de faculteit een prijsvraag uit: ontwerp ‘zitmeubels’ voor op het grasveld. Leuk voor de studenten en leuk voor mensen die willen lunchen.
En dan komen er ontwerpen. En dan kiest een jury een ontwerp uit dat zich elegant verheft uit het grasveld, bestaat uit prachtige materialen, maar dat kennelijk zo duur is dat de faculteit er maar twee van kan betalen. En dus kunnen er nu maar liefst tien mensen tegelijk genieten van deze prachtige bankjes.
Even een klein rekensommetje, waarvan je mag aannemen dat de betreffende ontwerpers en jury het ook gemaakt hebben. 1700 studenten, laten we zeggen dat er daar dagelijks zo’n 300 op de faculteit lunchen. Dan nog zo’n 350 medewerkers, van wie er in ieder geval wel 200 mee-eten. 500 Mensen, twee bankjes: ietwat karig, lijkt me. Overigens, in een hoek van het plein staan twee eenvoudige vierkante tafels met opklapbare bankjes. In elkaar geklust door de studievereniging. Voor de prijs van het prijswinnende ontwerp had je er zo’n twintig kunnen laten maken, gok ik.
Ik loop terug het gebouw in, waar de voorlichtingsdagen bezig zijn. Een enthousiaste studente legt aan onwennige middelbare scholieren uit wat industrieel ontwerpen inhoudt: “De producten die we hier ontwerpen moeten niet alleen mooi zijn. Maar bijvoorbeeld ook technisch haalbaar en gebruiksvriendelijk, en dat alles moet dan weer binnen een bepaalde begroting gebeuren. En dat werken met randvoorwaarden, daar zijn industrieel ontwerpers zo goed in.”
Jasper van Kuijk
Comments are closed.