Judith Bosboom werd vorige week uitgeroepen tot beste docent van 2016, vanwege haar innovatieve lesmethode. “Ik wil dat studenten nadenken over het waarom van de stof en niet zo gefocust zijn op feitjes en recepten.”
Toen Bosboom negen jaar geleden bij de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen begon, mocht ze met collega’s de mastervakken coastal dynamics 1 en 2 vormgeven. Bij die vakken is het belangrijk te begrijpen hoe een natuurlijk systeem als de kust reageert op golven, getijden, stormen en de bouw van bijvoorbeeld een haven. Bosboom leert studenten de onderliggende fysica en dat maakt het vak volgens haar best complex.
Gefeliciteerd met uw prijs, wat voor docent bent u?
(Lacht) “Volgens studenten ben ik een betrokken docent: ik wil er oprecht voor zorgen dat iedere student maximaal presteert. Ik leg de lat best hoog, maar studenten weten ook dat ze goed worden begeleid en bij mij terecht kunnen als het niet gaat. Juist omdat ik het onderwijs wil verbeteren, heb ik naar de feedback van studenten geluisterd en onderwijsvormen gekozen die het leerproces ondersteunen. Je rol als docent is zoveel meer dan de inhoud.”
De jury was onder de indruk van uw innovatieve lesmethoden. Welke methoden gebruikt u?
“Iedereen heeft zijn mond vol van tussentoetsen, want we moeten studenten vroeg aan het studeren krijgen en laten oefenen. Maar er kunnen ook veel dingen mis gaan. Als je toetsen vrijwillig houdt, heb je in het begin een redelijk grote groep die deelneemt. Later keldert het percentage deelnemers. Dit voorkom je door de toetsen te laten meetellen voor een bonuspunt of deelname verplicht te maken. Maar dan ligt de focus op scoren: studenten zijn alleen bezig met punten halen en verliezen het leren uit het oog. Ik heb zitten puzzelen hoe ik beide doelen haal. Hoe zorg ik ervoor dat studenten in een goede setting kunnen leren en dat het deelnamepercentage hoog is? In de onderwijsliteratuur heb ik een systeem gevonden dat me aansprak en dat heb ik ingevoerd.”
Wat houdt dat onderwijssysteem in?
“De essentie is dat je leren en scoren scheidt. Je deelt de toets van ieder hoofdstuk op in twee delen. In het eerste deel leren de studenten, in het tweede deel toets je het leren. In deel A kunnen studenten nog niet falen: ze krijgen feedback om zelf de vraagstukken op te lossen. Ze kunnen dit deel zo vaak doen als ze willen. Zodra ze tachtig procent van de punten in deel A hebben gehaald, krijgen ze toegang tot deel B waarin het geleerde eenmalig wordt getoetst. De score bij deel B telt mee voor een bonuspunt voor het tentamen. Hoewel deelname aan de toetsen niet verplicht is, motiveert deze opzet studenten zodanig dat 90 tot 95 procent meedoet en volhoudt tot de laatste toets. Studenten zeggen dat ze er super veel van leren en er veel lol in hebben. Ik was blij verrast dat het zo’n hit werd.”
Studenten die u nomineerden waarderen uw feedback. Wat vertelt u ze?
“Als docent weet je wat de valkuilen van je lesstof zijn. Je weet welke stappen studenten moeten zetten om een vraagstuk op te lossen. Daarom stel ik vragen die studenten helpen die denkstappen te herkennen. Ik vraag bijvoorbeeld wat ze als eerste doen bij een vraag. Door wedervragen koers je stapje voor stapje richting het antwoord. Soms is het veel platter en verwijs ik ze terug naar een paragraaf in het boek. Ik wil dat studenten nadenken over het waarom en niet zo gefocust zijn op feitjes en recepten. Ze moeten een dieper begrip van de stof krijgen.”
Wat was u zelf voor student?
(Lacht) “Ik was een keurige, ijverige en zelfstandige student die altijd met extra vragen kwam en hard werkte. Toetsen had ik al vrijwillig gemaakt. Ik nam niet snel genoegen met teksten als ‘uit het voorgaande blijkt duidelijk dat’. Ik dacht: dat blijkt daar helemaal niet duidelijk uit! Dat is precies wat ik probeer te vermijden. Ik wil dat studenten zelf in staat zijn een heldere redenering op te bouwen.”
U hebt de Fotoacademie gedaan. Vanwaar die overstap?
“Fotografie is altijd mijn hobby geweest, ik wilde die opleiding gewoon doen. Ik wil niet op mijn 65ste denken: ‘jammer dat ik het niet heb gedaan’. Tijdens de opleiding heb ik parttime gewerkt. Toen ik in 2010 afstudeerde, begonnen mijn colleges coastal dynamics en raakte het fotograferen op de achtergrond. Er komt ongetwijfeld een moment waarop er meer ruimte voor fotografie komt.”
Wat gaat u met uw prijs van zesduizend euro doen?
“Duizend euro is voor privé. Ik ben net verhuisd, dus dat is niet zo moeilijk. De rest mag ik in onderwijs steken. Ik wil mijn mastervak op de campus geven, en op afstand te volgen maken. Ik worstel nog met de vraag hoe ik dat voor een selecte groep doe. Het is een stevig mastervak waar studenten de goede bagage voor moeten hebben.”
Hebt u tips voor andere docenten?
“Ik geloof er heilig in dat masterstudenten meer verantwoordelijkheid aankunnen dan soms wordt gedacht en dat ze er bij gebaat zijn om hun eigen wijze van studeren te bepalen. Uit evaluaties blijkt dat ongeveer de helft van de studenten graag individueel studeert en de andere helft graag samen. Ik laat het daarom aan de studenten of ze de toetsen alleen of samen maken. Ik merk dat als ik studenten die vrijheid bied, ze veel meer verantwoordelijkheid nemen.”
Comments are closed.