Education

Lekkerder dan een benzineauto

“Welke minister van financiën haalt het in zijn hoofd om vele tientallen miljarden te investeren in de introductie van de elektrische auto?”, vraagt Elseviers wetenschapsjournalist Simon Rozendaal aan het panel van het Elsevier Technologiedebat, afgelopen maandag.

Hij heeft een punt. Nu rijden er nog maar enkele elektrische auto’s in Nederland. Als dat er één of twee miljoen worden, zijn er bijvoorbeeld duizenden oplaadpalen nodig, die tachtigduizend euro per stuk kosten. Er moet een nieuw, slim energienet komen, dat vele miljarden zal kosten. “En dan weten we nog niet eens of die elektrische auto een verbetering is ten opzichte van de verbrandingsmotor en of de consument die auto wel gaat kopen.”

Het panel is veel optimistischer over de mogelijkheden. IO-decaan Cees de Bont roemt de energie-efficiency van de elektrische auto. Ook het rijgedrag is prima vindt hij: “Hij rijdt lekkerder dan een benzineauto.” De jonge ondernemer Maarten Timmer, net afgestudeerd aan de TU, kan dit beamen. Zijn bedrijf Vertigo heeft een elektrische racemotor ontwikkeld. “Er worden nu al motorraces mee gehouden. Gisteren reed hij nog op de TT in Assen. Hij presteert nog maar iets slechter dan een verbrandingsmotor; vier seconden per rondje.”

Er is meer positief aan de elektrische auto dan alleen het rijgedrag, zegt De Bont. Grootschalige introductie van elektrische auto’s biedt ook economische en technologische kansen. “Denk bijvoorbeeld aan Schiphol en al die geparkeerde auto’s daar. We kunnen zonnecellen op de daken maken, zodat die auto’s op zelf opgewekte energie rijden.” Er zijn wel hobbels op de weg, erkent hij. De accu’s bijvoorbeeld, en de beperkte actieradius. Maar die problemen kunnen worden opgelost, denkt De Bont.
Ook Marijke Vos, die zich als wethouder in Amsterdam heeft ingezet voor een stimuleringsprogramma voor elektrische auto’s, is voorstander van een grootschalige introductie. Haar belangrijkste overweging is de luchtkwaliteit. Steden als Rotterdam en Amsterdam halen niet de heersende normen. Elektrische auto’s kunnen een grote bijdrage leveren aan verbetering daarvan.
Iets genuanceerder is wetenschapsjournalist Arnout Jaspers. “De elektrische auto’s lijken schoon, maar je moet kijken naar waar de energie vandaan komt. Als die uit vieze steenkool komt, is de elektrische auto niet schoner dan een zuinige diesel. Wel als de energie uit wind en zon wordt gehaald.”
De zaal barst los. Er zitten net zoveel tegenstanders als voorstanders, die elkaar en het panel met argumenten bestoken. Dan staat een heer uit het publiek op en kruist zijn armen. “Als die voordelen al waar zijn; de vraag blijft wie dit allemaal gaat betalen. Dat zijn wij. Of we die elektrische auto nu willen of niet.”

Dit was de vierde bijeenkomst van de Elsevier Technologiedebatten. Samen met weekblad Elsevier en Campus Den Haag houdt de TU Delft debatten over TU-onderzoek dat maatschappelijk en politiek relevant is. De volgende bijeenkomst is op 25 oktober. Dan neemt Cees Dekker ons mee in de nanotechnologie.

Volgens commissielid Bart Bikkers van studentenpartij Stip is er grote behoefte aan een creatieve incubator. “YES!Delft is als incubator voor technostarters een groot succes dat al meer dan duizend banen heeft opgeleverd. Uit onderzoek van YES!Delft blijkt dat er voor creatieve starters een soortgelijke behoefte is aan een incubator.” Daarbij wordt gedacht aan afstudeerders van faculteiten als Bouwkunde en Industrieel Ontwerpen.

Dankzij het geld van de gemeente kan nu een begin worden gemaakt met het opzetten van een creatief ‘zusje’ van YES!Delft, aldus Bikkers. “Via YES!Delft wordt nu een businesscase gemaakt, zodat er een goed plan komt te liggen voor hoe je zo’n creatieve incubator kunt opzetten. Dat kan onder de vlag van YES!Delft, maar dat hoeft niet.” Als dat plan er ligt, komen de rol van de TU, specifieke faculteiten en hun afstudeerders aan de orde.

De gemeenteraad stemde vorige week ook in met investeringen in de Schiehallen in Schieoevers. “Die staan al een hele tijd leeg, terwijl er grote behoefte is aan goedkope en tijdelijke ruimte voor projecten van onder meer TU-studenten”, aldus Bikkers. De behoefte wordt mede veroorzaakt doordat projecten die nu nog onderdak vinden bij YES!Delft aan de Rotterdamseweg daar op weg moeten. Het gaat volgens Bikkers om onder meer ruimten die Bouwkunde-studievereniging Stylos gebruikt.

Dat ze weg moeten aan de Rotterdamseweg is het gevolg van de aanstaande verhuizing van YES!Delft naar het Bandridge-gebouw op het te ontwikkelen Science Park Technopolis.
Bijkomend voordeel is volgens het Stip-commissielid dat bedrijvigheid in en rond de Schiehallen kan leiden tot een impuls in het verouderde en wat verloederde Schieoevers. “Dan wordt het ook weer interessant voor verdere ontwikkeling.” 

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.