Lucia de B. komt definitief vrij. Te midden van alle blijdschap wordt vergeten welke onvergankelijke bijdrage zij heeft geleverd aan de Nederlandse wetenschap.
De advocaat die haar verdedigde, werd hoogleraar. De hoogleraar die haar uit de gevangenis kreeg, ontving een prestigieuze wetenschapsprijs. De journalist die de zaak aanzwengelde, haalde de voorpagina van Nature. De zaak Lucia de B. kent geen verliezers, behalve Lucia de B. zelf.
Verliezers zouden er wel moeten zijn. Henk Elffers bijvoorbeeld, de Amsterdamse deeltijdhoogleraar die via een dubieuze statistische berekening een belangrijke bijdrage leverde aan haar veroordeling. Het predicaat hoogleraar heeft nog steeds een enorme status in ons land, maar als universiteiten hun deeltijdtitels aan jan en alleman blijven verkopen, dan is het met die status snel gedaan. De Vrije Universiteit Amsterdam mag zich achter de oren krabben.
De grootste verliezer is de Hoge Raad. Via hoger beroep en cassatie kwam Lucia de B. in 2006 uiteindelijk terecht bij deze hoogste gerechtelijke toezichthouder, maar die zag toen geen probleem met de bewijsvoering. Terwijl het bewijs in 2006 net zo hard rammelde als nu. Een officier van justitie zoekt vaak de rand van het toelaatbare om een verdachte veroordeeld te krijgen. Soms moet de Hoge Raad dat achteraf corrigeren. Dat is in 2006 niet gebeurd. Dat was laks toezicht.
Het effect van lakse toezichthouders is intussen bekend, toch stikt het er nog steeds van. Neem NWO. De wetenschapsprojecten worden steeds groter en ambitieuzer. Zijn al die excellente projecten nog beheersbaar? Zou het niet veel beter zijn als jonge onderzoekers starten met een klein budget? Als dat goed wordt besteed, dan kan het budget worden verhoogd. Deze voor de hand liggende aanpak werd gesuggereerd aan de gebiedsdirecteur exacte wetenschappen. Haar reactie: “NWO heeft nu al de handen vol aan de beoordeling van onderzoeksvoorstellen vooraf. Controle achteraf is niet mogelijk.”
Waarvan akte.
Comments are closed.