Is een stuk dat geschreven is voor een opdrachtgever een wetenschappelijke publicatie of een vakpublicatie? En: verdient een artikel in het Nederlands evenveel waardering als een in het Engels? Vragen waarover de TU-commissie ‘Bewaking toepassing allocatiemodel’ zich bijvoorbeeld buigt.
De commissie wil bij de verdeling van de middelen een kwaliteitsprikkel inbouwen.
Het nieuwe financieringsmodel van de universiteit heeft een addertje onder het gras, weet emeritus-hoogleraar prof. C.J. Hoogendoorn. Als voorzitter van de commissie Bewaking toepassing allocatiemodel (BTA) probeert hij de verdeling van het geld zo eerlijk mogelijk te laten verlopen.
Volgens het allocatiemodel krijgen beheerseenheden niet langer een bedrag voor hun verwachte inspanningen, maar worden ze beloond voor hetgeen ze hebben ‘verdiend’. Studiepunten, promoties, wetenschappelijke publicaties en octrooien zijn voortaan geld waard.
,,De kunst is nu om te voorkomen dat marginale producten – slecht onderzoek en matige publicaties – veel geld opleveren”, zegt Hoogendoorn. En een andere kunst is het om voor waardevolle producten, die moeilijk te kwantificeren zijn, een goed honoreringssysteem op te zetten. ,,Hierbij denk ik met name aan de ontwerpen die er aan de TU worden gemaakt. Onduidelijk is hoe deze beoordeeld moeten worden in het allocatiesysteem. Maar ze zijn van grote waarde voor de TU. Om hiervoor criteria te ontwikkelen hebben wij dr. A. Scheepmaker aangetrokken. Hij is oud-directeur van het productcentrum van TNO en heeft door deze ervaring inzicht in de waarde van een ontwerp.”
Dubbeltellingen
Om kwaliteit te belonen moet eerst duidelijk omschreven staan wat de TU hieronder verstaat. Het beoordelingssysteem van de publicaties heeft de commissie als eerste onder de loep genomen. Aan de hand van het wetenschappelijk verslag over 1995 is een inventarisatie gemaakt van alle publicaties.
,,Daaruit kwam naar voren dat er wat onvolkomenheden waren, zoals dubbeltellingen en vermelding van niet verschenen publicaties. Verder bleken faculteiten overeenkomstige producten verschillend te waarderen. Een onderzoeksrapport voor een opdrachtgever – bijvoorbeeld een ministerie – werd door de een beschouwd als wetenschappelijke publicatie en door de ander als vakpublicatie. Bij het oude financieringsmodel van de TU was dat geen probleem. Het huidige allocatiemodel betaalt voor de eerste categorie echter veel meer dan voor de tweede. Dus nu is het wel zaak om duidelijk de grens hiertussen aan te geven.”
De voorlopige richtlijnen voor de indeling van publicaties uit het afgelopen kalenderjaar zijn inmiddels klaar. De meeste zijn overgenomen uit de handleiding van de VSNU (verenigingvan universiteiten) voor wetenschappelijke publicaties. Eén zo’n richtlijn luidt bijvoorbeeld dat het stuk geschreven moet zijn voor collega-wetenschappers. Daarnaast moet het artikel verschijnen in een erkend wetenschappelijk tijdschrift.
Hoogendoorn verwacht niet veel problemen met de richtlijnen. ,,Behalve op een paar onderdelen. Wij vinden bijvoorbeeld dat een wetenschappelijke publicatie geschreven moet zijn in het Engels. Wetenschap is een internationale aangelegenheid en daarvan is nu eenmaal de voertaal Engels. In het Nederlands telt een dergelijk artikel dan als vakpublicatie.”
Allocatiemodel
,,Verder adviseren wij een extra onderscheid te maken tussen publicaties in wetenschappelijke tijdschriften en conference proceedings. Tot nu toe vallen beide onder dezelfde noemer van wetenschappelijke publicatie. Wij vinden dat niet terecht en willen dat veranderen.” Want een wetenschappelijk artikel en een publicatie na een congres hebben volgens de commissie van Hoogendoorn een verschillend belang.
Het definitieve oordeel over de normen die de commissie opstelde voor de wetenschappelijke publicaties, moet nog geveld worden. Maar ondertussen hebben de commissieleden zich al gebogen over het volgende criterium van het allocatiemodel. Hoogendoorn: ,,Dat zijn de studiepunten. Wij vragen ons af of het een handig is om op basis daarvan geld toe te kennen. Herhaaldelijk zijn er administratieve problemen bij de registratie van studiepunten. Dubbeltellingen ontstaan makkelijk en het aantal moet continu worden gecorrigeerd. Wij bekijken nu of het ‘afrekenen’ op propedeuse en doctoraal-examens een simpeler alternatief is.”
Is een stuk dat geschreven is voor een opdrachtgever een wetenschappelijke publicatie of een vakpublicatie? En: verdient een artikel in het Nederlands evenveel waardering als een in het Engels? Vragen waarover de TU-commissie ‘Bewaking toepassing allocatiemodel’ zich bijvoorbeeld buigt. De commissie wil bij de verdeling van de middelen een kwaliteitsprikkel inbouwen.
Het nieuwe financieringsmodel van de universiteit heeft een addertje onder het gras, weet emeritus-hoogleraar prof. C.J. Hoogendoorn. Als voorzitter van de commissie Bewaking toepassing allocatiemodel (BTA) probeert hij de verdeling van het geld zo eerlijk mogelijk te laten verlopen.
Volgens het allocatiemodel krijgen beheerseenheden niet langer een bedrag voor hun verwachte inspanningen, maar worden ze beloond voor hetgeen ze hebben ‘verdiend’. Studiepunten, promoties, wetenschappelijke publicaties en octrooien zijn voortaan geld waard.
,,De kunst is nu om te voorkomen dat marginale producten – slecht onderzoek en matige publicaties – veel geld opleveren”, zegt Hoogendoorn. En een andere kunst is het om voor waardevolle producten, die moeilijk te kwantificeren zijn, een goed honoreringssysteem op te zetten. ,,Hierbij denk ik met name aan de ontwerpen die er aan de TU worden gemaakt. Onduidelijk is hoe deze beoordeeld moeten worden in het allocatiesysteem. Maar ze zijn van grote waarde voor de TU. Om hiervoor criteria te ontwikkelen hebben wij dr. A. Scheepmaker aangetrokken. Hij is oud-directeur van het productcentrum van TNO en heeft door deze ervaring inzicht in de waarde van een ontwerp.”
Dubbeltellingen
Om kwaliteit te belonen moet eerst duidelijk omschreven staan wat de TU hieronder verstaat. Het beoordelingssysteem van de publicaties heeft de commissie als eerste onder de loep genomen. Aan de hand van het wetenschappelijk verslag over 1995 is een inventarisatie gemaakt van alle publicaties.
,,Daaruit kwam naar voren dat er wat onvolkomenheden waren, zoals dubbeltellingen en vermelding van niet verschenen publicaties. Verder bleken faculteiten overeenkomstige producten verschillend te waarderen. Een onderzoeksrapport voor een opdrachtgever – bijvoorbeeld een ministerie – werd door de een beschouwd als wetenschappelijke publicatie en door de ander als vakpublicatie. Bij het oude financieringsmodel van de TU was dat geen probleem. Het huidige allocatiemodel betaalt voor de eerste categorie echter veel meer dan voor de tweede. Dus nu is het wel zaak om duidelijk de grens hiertussen aan te geven.”
De voorlopige richtlijnen voor de indeling van publicaties uit het afgelopen kalenderjaar zijn inmiddels klaar. De meeste zijn overgenomen uit de handleiding van de VSNU (verenigingvan universiteiten) voor wetenschappelijke publicaties. Eén zo’n richtlijn luidt bijvoorbeeld dat het stuk geschreven moet zijn voor collega-wetenschappers. Daarnaast moet het artikel verschijnen in een erkend wetenschappelijk tijdschrift.
Hoogendoorn verwacht niet veel problemen met de richtlijnen. ,,Behalve op een paar onderdelen. Wij vinden bijvoorbeeld dat een wetenschappelijke publicatie geschreven moet zijn in het Engels. Wetenschap is een internationale aangelegenheid en daarvan is nu eenmaal de voertaal Engels. In het Nederlands telt een dergelijk artikel dan als vakpublicatie.”
Allocatiemodel
,,Verder adviseren wij een extra onderscheid te maken tussen publicaties in wetenschappelijke tijdschriften en conference proceedings. Tot nu toe vallen beide onder dezelfde noemer van wetenschappelijke publicatie. Wij vinden dat niet terecht en willen dat veranderen.” Want een wetenschappelijk artikel en een publicatie na een congres hebben volgens de commissie van Hoogendoorn een verschillend belang.
Het definitieve oordeel over de normen die de commissie opstelde voor de wetenschappelijke publicaties, moet nog geveld worden. Maar ondertussen hebben de commissieleden zich al gebogen over het volgende criterium van het allocatiemodel. Hoogendoorn: ,,Dat zijn de studiepunten. Wij vragen ons af of het een handig is om op basis daarvan geld toe te kennen. Herhaaldelijk zijn er administratieve problemen bij de registratie van studiepunten. Dubbeltellingen ontstaan makkelijk en het aantal moet continu worden gecorrigeerd. Wij bekijken nu of het ‘afrekenen’ op propedeuse en doctoraal-examens een simpeler alternatief is.”
Comments are closed.