De helft van het voedsel dat wereldwijd verbouwd wordt, groeit dankzij een uitvinding van Fritz Haber: kunstmest. Dat er van deze wetenschapper niet overal standbeelden staan is te wijten aan zijn tweede belangrijke vondst, het gifgas dat van de Eerste Wereldoorlog een hel maakte.
‘Between genius and genocide’ vat in de titel al de tragedie samen van Fritz Haber, een Duitse patriot die het vaderland boven alles stelde, maar uiteindelijk moest vluchten omdat hij jood was. Geroemd om de kunstmest, verguisd om het gifgas. Rijk geboren, nog rijker geworden, maar gestorven als een balling zonder vaste woon- of verblijfplaats. Biograaf Daniel Charles vindt het een tragedie en draagt er in een zakelijke stijl zorg voor dat dit bij de lezer ook zo overkomt.
Fritz’ moeder overleed bij zijn geboorte in 1868; zijn vader, een rijke handelaar, kon nooit echt van hem houden. Pessimisme weerhield de vader er ook van om zijn zoon naar de universiteit te laten gaan; dat was toch geen plek waar joden erg welkom waren. Maar de tijden waren aan het veranderen en Fritz’ oom, meer optimistisch aangelegd, zag dat. In het verenigde Duitsland van na 1871 waren joden geen tweederangs burgers meer. Iedereen was Duitser. Fritz ging naar de universiteit en werd een hartstochtelijk aanhanger van het nieuwe vaderland.
Als afgestudeerd chemicus had hij moeite aan de bak te komen. Hij leek zich erbij neer te moeten leggen dat hij een kleurstoffenhandelaar zou worden, net als zijn vader. Hij deed het echter zo slecht dat hij in 1892 het bedrijf verliet. Datzelfde jaar besloot hij definitief wetenschapper te worden en bekeerde hij zich tot het christendom, om nog Duitser te worden dan hij al was. Hij zou trouwen met Clara Immerwahr, een joodse die dezelfde keuze voor Duitsland gemaakt had als hij.
Aan de universiteit van Karlsruhe vond Haber een thuisbasis. Gedreven en ambitieus stortte hij zich op de thermodynamica. In 1906 werd hij hoogleraar, te laat naar zijn eigen smaak . ergens knaagde het aan hem dat hij, net als in zijn legerjaar, net even harder moest vechten om ergens te komen dan niet-joodse landgenoten. Clara moest ervoor zorgen dat hij niet al te vaak in sanatoria belandde.
De welvaarts- en bevolkingsexplosie van begin twintigste eeuw had de vraag naar mest snel doen toenemen, maar de salpetermijnen in Zuid-Amerika raakten snel uitgeput. Er was goudgeld te verdienen voor iemand die erin zou slagen ammonia te synthetiseren. Voor deze taak contracteerde Duitslands grootste chemiebedrijf, de Badische Anilin und Soda Fabrik (BASF), de jonge hoogleraar uit Karlsruhe. Door een combinatie van geluk en vernuft slaagde die binnen een jaar in zijn missie. Met hulp van de nog jongere chemicus Carl Bosch werd de reactie naar industriële schaal gebracht. Het Haber-Bosch-proces staat nog altijd bekend als een van de belangrijkste uitvindingen van de twintigste eeuw.
Als gevolg van zijn triomf kreeg Haber de gelegenheid bij Berlijn een nieuw instituut uit de grond te stampen, dat het Duitse Oxford moest worden. Haber haalde de jonge Albert Einstein naar Berlijn. De twee mannen, allebei nogal zelfvoldane types, werden goede vrienden en spraken elkaars huwelijksproblemen (met begaafde vrouwen die zich ergerden aan de arrogantie van hun echtgenoten) door.
Toen kwam de Eerste Wereldoorlog. Het Duitse leger was die weliswaar begonnen, maar had zich niet afgevraagd hoe het aan munitie zou komen, nu de Britten de aanvoer van salpeter uit Chili blokkeerden. Haber werd de drijvende kracht achter het ombouwen van de Duitse industrie naar een oorlogsmachine. Hij zette zijn handtekening onder een onfris nationalistisch manifest. En hij overtuigde het Duitse oppercommando ervan dat het een goed idee was om giftige gassen te ontwikkelen en die naar de vijand toe te blazen. Haber werd er een nationale held door, maar het kostte hem wel zijn vrouw. Clara joeg zich een kogel door het hoofd, omdat ze niet getrouwd meer wilde zijn met de man achter de verschrikking van de nieuwe oorlogsvoering.
Na de oorlog ruziede Haber met Einstein over de noodzaak van joden om te assimileren, iets waar Einstein niks voor voelde. Toen Hitler in 1933 de macht greep, bleek al die assimilatie zinloos. Eens een jood, altijd een jood. Haber raakte zijn baan kwijt en zwierf langs buitenlandse steden op zoek naar een nieuwe betrekking. Zelfs Jeruzalem overwoog hij. In 1934 werd hij in Basel echter overvallen door een hartaanval.
Aan het graf stond onder anderen Carl Bosch, inmiddels opgeklommen tot directeur van chemiereus IG Farben, waarin BASF was opgegaan. Dat bedrijf zou een door Haber bedacht insecticide, Zyklon, gaan produceren om de holocaust uit te voeren. Een grotere tragedie is nauwelijks denkbaar.
Daniel Charles, ‘Between genius and genocide; the tragedy of Frits Haber, father of chemical warfare’, pp. 313, Jonathan Cape, 21 euro.
‘Between genius and genocide’ vat in de titel al de tragedie samen van Fritz Haber, een Duitse patriot die het vaderland boven alles stelde, maar uiteindelijk moest vluchten omdat hij jood was. Geroemd om de kunstmest, verguisd om het gifgas. Rijk geboren, nog rijker geworden, maar gestorven als een balling zonder vaste woon- of verblijfplaats. Biograaf Daniel Charles vindt het een tragedie en draagt er in een zakelijke stijl zorg voor dat dit bij de lezer ook zo overkomt.
Fritz’ moeder overleed bij zijn geboorte in 1868; zijn vader, een rijke handelaar, kon nooit echt van hem houden. Pessimisme weerhield de vader er ook van om zijn zoon naar de universiteit te laten gaan; dat was toch geen plek waar joden erg welkom waren. Maar de tijden waren aan het veranderen en Fritz’ oom, meer optimistisch aangelegd, zag dat. In het verenigde Duitsland van na 1871 waren joden geen tweederangs burgers meer. Iedereen was Duitser. Fritz ging naar de universiteit en werd een hartstochtelijk aanhanger van het nieuwe vaderland.
Als afgestudeerd chemicus had hij moeite aan de bak te komen. Hij leek zich erbij neer te moeten leggen dat hij een kleurstoffenhandelaar zou worden, net als zijn vader. Hij deed het echter zo slecht dat hij in 1892 het bedrijf verliet. Datzelfde jaar besloot hij definitief wetenschapper te worden en bekeerde hij zich tot het christendom, om nog Duitser te worden dan hij al was. Hij zou trouwen met Clara Immerwahr, een joodse die dezelfde keuze voor Duitsland gemaakt had als hij.
Aan de universiteit van Karlsruhe vond Haber een thuisbasis. Gedreven en ambitieus stortte hij zich op de thermodynamica. In 1906 werd hij hoogleraar, te laat naar zijn eigen smaak . ergens knaagde het aan hem dat hij, net als in zijn legerjaar, net even harder moest vechten om ergens te komen dan niet-joodse landgenoten. Clara moest ervoor zorgen dat hij niet al te vaak in sanatoria belandde.
De welvaarts- en bevolkingsexplosie van begin twintigste eeuw had de vraag naar mest snel doen toenemen, maar de salpetermijnen in Zuid-Amerika raakten snel uitgeput. Er was goudgeld te verdienen voor iemand die erin zou slagen ammonia te synthetiseren. Voor deze taak contracteerde Duitslands grootste chemiebedrijf, de Badische Anilin und Soda Fabrik (BASF), de jonge hoogleraar uit Karlsruhe. Door een combinatie van geluk en vernuft slaagde die binnen een jaar in zijn missie. Met hulp van de nog jongere chemicus Carl Bosch werd de reactie naar industriële schaal gebracht. Het Haber-Bosch-proces staat nog altijd bekend als een van de belangrijkste uitvindingen van de twintigste eeuw.
Als gevolg van zijn triomf kreeg Haber de gelegenheid bij Berlijn een nieuw instituut uit de grond te stampen, dat het Duitse Oxford moest worden. Haber haalde de jonge Albert Einstein naar Berlijn. De twee mannen, allebei nogal zelfvoldane types, werden goede vrienden en spraken elkaars huwelijksproblemen (met begaafde vrouwen die zich ergerden aan de arrogantie van hun echtgenoten) door.
Toen kwam de Eerste Wereldoorlog. Het Duitse leger was die weliswaar begonnen, maar had zich niet afgevraagd hoe het aan munitie zou komen, nu de Britten de aanvoer van salpeter uit Chili blokkeerden. Haber werd de drijvende kracht achter het ombouwen van de Duitse industrie naar een oorlogsmachine. Hij zette zijn handtekening onder een onfris nationalistisch manifest. En hij overtuigde het Duitse oppercommando ervan dat het een goed idee was om giftige gassen te ontwikkelen en die naar de vijand toe te blazen. Haber werd er een nationale held door, maar het kostte hem wel zijn vrouw. Clara joeg zich een kogel door het hoofd, omdat ze niet getrouwd meer wilde zijn met de man achter de verschrikking van de nieuwe oorlogsvoering.
Na de oorlog ruziede Haber met Einstein over de noodzaak van joden om te assimileren, iets waar Einstein niks voor voelde. Toen Hitler in 1933 de macht greep, bleek al die assimilatie zinloos. Eens een jood, altijd een jood. Haber raakte zijn baan kwijt en zwierf langs buitenlandse steden op zoek naar een nieuwe betrekking. Zelfs Jeruzalem overwoog hij. In 1934 werd hij in Basel echter overvallen door een hartaanval.
Aan het graf stond onder anderen Carl Bosch, inmiddels opgeklommen tot directeur van chemiereus IG Farben, waarin BASF was opgegaan. Dat bedrijf zou een door Haber bedacht insecticide, Zyklon, gaan produceren om de holocaust uit te voeren. Een grotere tragedie is nauwelijks denkbaar.
Daniel Charles, ‘Between genius and genocide; the tragedy of Frits Haber, father of chemical warfare’, pp. 313, Jonathan Cape, 21 euro.
Comments are closed.