Campus

Koninginnensoep op Koninginnedag

Er schijnt een luid gejuich opgegaan te zijn binnen de spellingcommissie, toen zij de regel van het noodzakelijk meervoud het raam uitgooide (u weet wel, de regel die zorgde voor het fraaie maar onwerkbare onderscheid tussen bessesap en bessenjam).

Nog even en de drukpersen van de woordenboekuitgevers konden gaan draaien. Dan was de commissie tenminste verlost van de dagelijkse telefoontjes met de vraag wanneer de spellingregels eindelijk eens klaar waren.

Men had echter buiten het comité van ministers gerekend (Ritzen, Nuis en hun Belgische collega’s): koninginnensoep oké, maar Koninginnendag was onaanvaardbaar. Was ook hierin de hand van Paleis Noordeinde zichtbaar? Hoe dan ook, de commissie verzon zuchtend een uitzonderingsregel, gebaseerd op ‘noodzakelijk enkelvoud’: daarmee was Koninginnedag gered, evenals zonneschijn en maneschijn.

Nu viel een extra uitzonderingsregel toch al niet op, naast de regels die zorgen voor reuzeleuk (het eerste deel versterkt en het totaal is een bijvoeglijk naamwoord) naast reuzenstap, ruggespraak (versteende samenstelling) naast ruggensteun, bolleboos (delen niet meer herkenbaar in de oorspronkelijke betekenis) naast bollenteelt en paardebloem (dierennaam plus plantkundige naam) naast paardenstaart.

Van Dale ging onmiddellijk met de regels aan de slag, ook al was de bijbehorende woordenlijst nog niet verschenen. Het resultaat is voorspelbaar: op allerlei punten legt Van Dale de regels anders uit dan het Groene Boekje. Bovendien vond Van Dale sommige uitzonderingsregels zo onhanteerbaar dat men maar een eigen regelsysteem heeft bedacht.

Een vergelijking tussen de 110.000 woorden van het Groene Boekje en de 240.000 woorden van Van Dale levert 859 verschillen op. Wie zich met de aankoop van Van Dale in de nieuwe spelling bekocht voelt, kan een brochure krijgen met drie inlegvellen vol correcties en verschillen. Wie denkt dat hij er daarmee is, vergist zich. Taalgebruikers bedenken meer samenstellingen dan een woordenboek ooit kan bevatten. Als de regels onduidelijk zijn, roept elke nieuwe vondst weer vragen op. Het Groene Boekje kan dan wel rodekool en wittebrood voorschrijven, Beatrix heeft met haar handtekening onder de benoeming van Blaauwendraad tot nieuwe rector van de TU haar eigen weg gekozen.

Er schijnt een luid gejuich opgegaan te zijn binnen de spellingcommissie, toen zij de regel van het noodzakelijk meervoud het raam uitgooide (u weet wel, de regel die zorgde voor het fraaie maar onwerkbare onderscheid tussen bessesap en bessenjam). Nog even en de drukpersen van de woordenboekuitgevers konden gaan draaien. Dan was de commissie tenminste verlost van de dagelijkse telefoontjes met de vraag wanneer de spellingregels eindelijk eens klaar waren.

Men had echter buiten het comité van ministers gerekend (Ritzen, Nuis en hun Belgische collega’s): koninginnensoep oké, maar Koninginnendag was onaanvaardbaar. Was ook hierin de hand van Paleis Noordeinde zichtbaar? Hoe dan ook, de commissie verzon zuchtend een uitzonderingsregel, gebaseerd op ‘noodzakelijk enkelvoud’: daarmee was Koninginnedag gered, evenals zonneschijn en maneschijn.

Nu viel een extra uitzonderingsregel toch al niet op, naast de regels die zorgen voor reuzeleuk (het eerste deel versterkt en het totaal is een bijvoeglijk naamwoord) naast reuzenstap, ruggespraak (versteende samenstelling) naast ruggensteun, bolleboos (delen niet meer herkenbaar in de oorspronkelijke betekenis) naast bollenteelt en paardebloem (dierennaam plus plantkundige naam) naast paardenstaart.

Van Dale ging onmiddellijk met de regels aan de slag, ook al was de bijbehorende woordenlijst nog niet verschenen. Het resultaat is voorspelbaar: op allerlei punten legt Van Dale de regels anders uit dan het Groene Boekje. Bovendien vond Van Dale sommige uitzonderingsregels zo onhanteerbaar dat men maar een eigen regelsysteem heeft bedacht.

Een vergelijking tussen de 110.000 woorden van het Groene Boekje en de 240.000 woorden van Van Dale levert 859 verschillen op. Wie zich met de aankoop van Van Dale in de nieuwe spelling bekocht voelt, kan een brochure krijgen met drie inlegvellen vol correcties en verschillen. Wie denkt dat hij er daarmee is, vergist zich. Taalgebruikers bedenken meer samenstellingen dan een woordenboek ooit kan bevatten. Als de regels onduidelijk zijn, roept elke nieuwe vondst weer vragen op. Het Groene Boekje kan dan wel rodekool en wittebrood voorschrijven, Beatrix heeft met haar handtekening onder de benoeming van Blaauwendraad tot nieuwe rector van de TU haar eigen weg gekozen.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.