Persoonlijk ben ik niet echt een koekenbakker; de nobele kunst van patisserie is niet echt mijn forte. Het netjes afwegen en alles, om vervolgens toch een soms tegenvallend resultaat te krijgen.
Ik kan me goed herinneren dat ik ooit geobsedeerd was om een extreem dun koekje te maken voor een dessert. Eindeloos boter, bloem en suiker in andere hoeveelheden bij elkaar, eindeloos klef of verbrand. Huisgenoten die geen koek meer konden zien en ik die toch een vleugje suïcidaal werd.
Maar, uiteindelijk, eigenwijs die ik ben, moest ik terug grijpen naar het basisrecept. Niet voor niets zo genoemd vanwege een simpele reden: het werkt.
Dus hierbij het recept, standaard en al, van zandkoekjes. Tip van de chef, gebruik voor het grootste deel poedersuiker in plaats van normale suiker en een klein beetje vanillesuiker voor de smaak.
Ratio is belangrijk, cake bijvoorbeeld is 100/100/100 (bloem/boter/suiker) en een ei. Als je geen ei mag, gebruik voor zandkoekjes dan 300/200/100 (bloem/boter/suiker). Het ei zorgt voor extra binding, waardoor de koekjes minder bros worden.
Zandkoekjes
Nodig: bakplaat, mengbak, handmixer, vershoudfolie, bakpapier
Ingrediënten: 200 gram bloem,150 gram boter, 100 suiker, 1 ei
Meng boter, suiker en het ei in de bak tot een smeuïge massa. Boter kan daarvoor het best op kamertemperatuur zijn. Als het volledig gemengd is, voeg je de bloem toe (liefst eerst zeven) en meng het geheel tot het goed gemengd is. Rol het deeg uit tot een soort dikke sigaar. Wikkel in vershoudfolie en laat ten minste een uur rusten in de ijskast.
Verwarm de oven tot 170 graden. Haal het deeg uit de ijskast en snijd er dunne plakken van. Leg het bakpapier op de bakplaat en leg daar de dunne plakjes deeg op. Twintig minuten afbakken of tot de koekjes goudbruin zijn.
Comments are closed.