Toen ik een nest kinderen geleden vanuit de binnenstad van Delft naar de buitenwijken verhuisde deed ik dat omdat je daar voor hetzelfde geld veel meer kubieke meters huis kon kopen.
Het is jammer dat op dat moment niemand mij ooit heeft verteld dat je er behalve extra ruimte ook zoveel natuur bij kreeg. Want om je de waarheid te zeggen heb ik een hekel aan natuur. Ja mooi, als uitzicht vanaf een schilderachtig gelegen bergterras. Of strak ingekaderd tussen Belgisch hardsteen zoals je in de tuinprogramma’s ziet. Maar niet zoals hier, waar de natuur geheel de macht overgenomen heeft. Waar een zooi kraaien (a ‘murder’ of crows, zoals dat terecht in het Engels heet) hoog onder mijn dak een soort zuipkeet heeft ingericht waar ze, als je op het geluid moet afgaan, keihard gaan zitten bieren om vervolgens een paar piano’s van de trap te sodemieteren. Waar je kunt schoffelen en snoeien tot je blauw ziet om vervolgens op weg naar de achterdeur al weer gewurgd te worden door een uitloper van de passiebloem of gespietst door een verse bamboescheut, die je dan weer met knippers en zagers te lijf moet gaan. Waar de mieren in colonnes over mijn aanrecht marcheren, beladen met de inhoud van mijn broodrooster, mijn suikerpot en, als je ze de kans zou geven ongetwijfeld ook, mijn bestekbak. En waar onlangs een stel tortelduiven twintig centimeter boven mijn deur mijn druivenwingerd hebben gekraakt om een nest te bouwen. Nou ja bouwen, in elkaar flansen is een beter woord, bij Ikea zou zo’n nest PRØTS of KNØLLIG heten waarschijnlijk. En net toen ik op het punt stond dit nest, inclusief de vanaf zes uur ‘s ochtends onder het slaapkamerraam luid koerende illegale bewoners, met een bezem te verwijderen ontdekte ik dat er twee witte eitjes in lagen. Ach gossie, dacht ik, eitjes, wat schattig. En mijn brute verdrijvingsplannen smolten als sneeuw voor de zon. Ik werd zelfs een beetje beschermend naar de duiven toe, die er half soezend, half alert bij toerbeurt 24/7 de eieren warm zaten te houden. De vriend van mijn dochter zei dat die vogels totolika heetten op Curaçao, waar hij is opgegroeid. Maar hij sprak het uit alsof het een snackbarsnack was en hij keek er bij alsof hij er wel twee lustte ook, dus hij mocht van mij niet in de buurt van het nest komen. En een goede vriend mailde me wel twaalf recepten met duivenborst, die ik beledigd wiste. Helaas had de natuur geen boodschap aan de broedijver van de duiven en mijn beschermingsdrang. Na een week werden de eitjes gestolen door een stel eksters. En toen de duiven het niet lang daarna nog een keer probeerden wisten ze de eitjes wel uit te broeden, maar vielen de jongen na een week alsnog ten prooi aan de kraaien. Waarna ik de magere stoffelijke overschotjes, bedekt met mieren, tussen het hoog opgeschoten onkruid vandaan moest vissen. Kløte natuur. Ik zei toch dat ik er een hekel aan had.
Ellen Touw is hoofd van de dienst onderwijs- en studentenzaken bij Civiele Techniek en Geowetenschappen en beleidsadviseur internationalisering.
Van der Ham wil weten hoe het mogelijk is dat een universiteit ‘om financiële redenen gedwongen wordt de instroom van studenten op succesvolle studies te beperken’.
Ook vraagt hij zich af hoe het besluit van de TU zich verhoudt tot het besluit van voormalig minister Plasterk om een fout in de financiering van universiteiten over ‘een zeer lange termijn van veertien jaar’ recht te zetten en over het te weinig uitbetaalde bedrag geen rente te berekenen.
Universiteiten zouden na invoering van het bachelor-mastersysteem geld ontvangen per bachelor en master, terwijl ze voorheen alleen doctorandussen afleverden. Sinds 2007 heeft de TU miljoenen euro’s te weinig ontvangen door de nieuwe verdeelsleutel. In september vorig jaar beloofde Plasterk dat de universiteit alsnog veertig miljoen euro zou terugkrijgen, verdeeld over veertien jaar.
Omdat zij dat te lang vindt duren, pleitte de universiteit ervoor om er acht jaar van te maken. Van der Ham vraagt zich nu af of de fout in de berekening ondertussen hersteld is zodat problemen zich in de toekomst niet voordoen.
Tevens wil Van der Ham weten hoe het besluit van de TU voor instellen van numeri fixi zich verhoudt tot de doelstelling van het platform Bèta Techniek om meer bèta’s op te leiden. Hij wil weten wat de minister gaat doen om ervoor te zorgen dat de instroom van bètastudenten niet afneemt.
Tot slot wil D66 weten hoe de minister ervoor gaat zorgen dat er voldoende geld beschikbaar is, zodat universiteiten niet op basis van financiële tekorten hun instroom moeten beperken.

Comments are closed.