Campus

Klim in de pen (3)

Bouwkundestudent Haroen Schijf doet verslag van de voorbereidingen voor een klimexpeditie naar de Peruaanse Andes.Iemand anders voor je vakantie laten betalen, wordt sponsoring genoemd.

Toch is het vinden van sponsors makkelijker gezegd dan gedaan. Bergbeklimmen is niet, zoals voetbal, elke zondag op tv: onze kleding met ABN-AMRO laten bedrukken is voor ons dan ook geen optie. Wij moeten het meer hebben van zogenaamde materiaalsponsoring, met als tegenprestatie het maken van foto’s waarop het bewuste materiaal zo voordelig mogelijk naar voren komt.

Met onze expeditiebrochure onder de arm en een mooi verhaal in ons hoofd lopen we een aantal bergsportzaken af. De meeste zaken willen ons sponsoren in de vorm van een kleine korting op de winkelwaarde. Veel winkels zien in ons dè manier om gemakkelijk veel geld te verdienen en bovendien nog publiciteit te krijgen ook. Het hele jaar door krijgen zij allerhande sponsoraanvragen en het is dan ook moeilijk de interessantste projecten hieruit te destilleren. Met een kameel door de Sahara, te voet van Amsterdam naar Jeruzalem of met de fiets naar de top van de Mont Blanc; je kan het zo gek niet verzinnen of het is al gedaan.

]En wanneer heet iets een expeditie? Terwijl voor de één een survivalweekendje in de Ardennen al het ‘non plus ultra’ is, zit een ander te relaxen in een tentje op de hellingen van een of andere Himalayareus; alsof hij een nachtje Hilton geboekt heeft.

Slee-buitensport in Utrecht is bereid ons advies èn een leuke korting te geven op voorwaarde dat ze ‘leuk naar voren’ komen. Ik zie mezelf al op een Slee-tje een Andestop afrazen, maar hun eisen zijn gelukkig minder veeleisend. Een dia-avond op een personeelsfeestje in het najaar is al voldoende.

Materiaallijsten worden gemaakt, begrotingen opgesteld. Zorgvuldig worden catalogi uitgeplozen en materialen besteld. Vooral Richard met zijn lange lichaam heeft problemen om het juiste model in de goede maat te krijgen. Kunststof bergschoenen halen we in Frankrijk omdat het betreffende merk in Nederland niet te verkrijgen is. Het kost ons twee volle dagen om een maatje zesenveertig voor Richard te bemachtigen: ,,Quarant-six? Haha…pas possible.”

De rest van de tijd in Frankrijk is bestemd voor training: klimmen, kou lijden en sneeuwholen graven. Ook in Peru zullen we immers een enkele keer van zo’n hol gebruik moeten maken: bijvoorbeeld in een steile wand waar het krap is om een tentje op te zetten. Aan het eind van deze ‘stageperiode’ zitten we bij -3°c, gekleed in slechts een t-shirtje, voor de tent.

Alles komt nu ineens tegelijk. We beginnen met een spoedcursus Spaans om ons niet helemaal tussen de Inca’s verloren te voelen. Ik laat t-shirts (zwart, wit en paars) drukken met ons logo die we verkopen voor vijfentwintig gulden per stuk (info bij Haroen: 015-123271). Het is een gok die we nemen maar veel mensen blijken het leuk te vinden om zo’n uniek shirt tehebben.

Visum, verzekering, medicijnen, van alles en nog wat moet geregeld worden. Richard probeert, tussen de co-schappen door, nog enkele bedrijven te interesseren. Het afdelingshoofd van het ziekenhuis staat dan ook met z’n oren te klapperen als hij Richard met KLM-Cargo hoort telefoneren: ,,Zoudt u ons tegemoet willen komen in het financieren van dertig kilo overgewicht? Het is werkelijk een unieke expeditie.” De KLM zegt uiteindelijk ‘nee’, omdat dit scheve gezichten bij de KLM-piloten zou kunnen veroorzaken. Nutricia lukt wel. Van dit bedrijf krijgen wij vierhonderd (400!) energie-repen en een berg poeder om isotone drank van te maken. Genoeg om een jaar lang ingesneeuwd te raken, zo beredeneren wij. En goed voor nog eens dertig kilo overgewicht …
Haroen Schijf

Bouwkundestudent Haroen Schijf doet verslag van de voorbereidingen voor een klimexpeditie naar de Peruaanse Andes.

Iemand anders voor je vakantie laten betalen, wordt sponsoring genoemd. Toch is het vinden van sponsors makkelijker gezegd dan gedaan. Bergbeklimmen is niet, zoals voetbal, elke zondag op tv: onze kleding met ABN-AMRO laten bedrukken is voor ons dan ook geen optie. Wij moeten het meer hebben van zogenaamde materiaalsponsoring, met als tegenprestatie het maken van foto’s waarop het bewuste materiaal zo voordelig mogelijk naar voren komt.

Met onze expeditiebrochure onder de arm en een mooi verhaal in ons hoofd lopen we een aantal bergsportzaken af. De meeste zaken willen ons sponsoren in de vorm van een kleine korting op de winkelwaarde. Veel winkels zien in ons dè manier om gemakkelijk veel geld te verdienen en bovendien nog publiciteit te krijgen ook. Het hele jaar door krijgen zij allerhande sponsoraanvragen en het is dan ook moeilijk de interessantste projecten hieruit te destilleren. Met een kameel door de Sahara, te voet van Amsterdam naar Jeruzalem of met de fiets naar de top van de Mont Blanc; je kan het zo gek niet verzinnen of het is al gedaan.

]En wanneer heet iets een expeditie? Terwijl voor de één een survivalweekendje in de Ardennen al het ‘non plus ultra’ is, zit een ander te relaxen in een tentje op de hellingen van een of andere Himalayareus; alsof hij een nachtje Hilton geboekt heeft.

Slee-buitensport in Utrecht is bereid ons advies èn een leuke korting te geven op voorwaarde dat ze ‘leuk naar voren’ komen. Ik zie mezelf al op een Slee-tje een Andestop afrazen, maar hun eisen zijn gelukkig minder veeleisend. Een dia-avond op een personeelsfeestje in het najaar is al voldoende.

Materiaallijsten worden gemaakt, begrotingen opgesteld. Zorgvuldig worden catalogi uitgeplozen en materialen besteld. Vooral Richard met zijn lange lichaam heeft problemen om het juiste model in de goede maat te krijgen. Kunststof bergschoenen halen we in Frankrijk omdat het betreffende merk in Nederland niet te verkrijgen is. Het kost ons twee volle dagen om een maatje zesenveertig voor Richard te bemachtigen: ,,Quarant-six? Haha…pas possible.”

De rest van de tijd in Frankrijk is bestemd voor training: klimmen, kou lijden en sneeuwholen graven. Ook in Peru zullen we immers een enkele keer van zo’n hol gebruik moeten maken: bijvoorbeeld in een steile wand waar het krap is om een tentje op te zetten. Aan het eind van deze ‘stageperiode’ zitten we bij -3°c, gekleed in slechts een t-shirtje, voor de tent.

Alles komt nu ineens tegelijk. We beginnen met een spoedcursus Spaans om ons niet helemaal tussen de Inca’s verloren te voelen. Ik laat t-shirts (zwart, wit en paars) drukken met ons logo die we verkopen voor vijfentwintig gulden per stuk (info bij Haroen: 015-123271). Het is een gok die we nemen maar veel mensen blijken het leuk te vinden om zo’n uniek shirt tehebben.

Visum, verzekering, medicijnen, van alles en nog wat moet geregeld worden. Richard probeert, tussen de co-schappen door, nog enkele bedrijven te interesseren. Het afdelingshoofd van het ziekenhuis staat dan ook met z’n oren te klapperen als hij Richard met KLM-Cargo hoort telefoneren: ,,Zoudt u ons tegemoet willen komen in het financieren van dertig kilo overgewicht? Het is werkelijk een unieke expeditie.” De KLM zegt uiteindelijk ‘nee’, omdat dit scheve gezichten bij de KLM-piloten zou kunnen veroorzaken. Nutricia lukt wel. Van dit bedrijf krijgen wij vierhonderd (400!) energie-repen en een berg poeder om isotone drank van te maken. Genoeg om een jaar lang ingesneeuwd te raken, zo beredeneren wij. En goed voor nog eens dertig kilo overgewicht …
Haroen Schijf

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.