Campus

Kies en stem

Vandaag valt er weer wat te kiezen in Delft. Hoe denken de twaalf lokale politieke partijen over onderwerpen als studenten, huisvesting en de kenniseconomie? Wat zeggen ze over de universiteit en wat beweegt TU-medewerkers en studenten om de politiek in te gaan?

Delft en studenten: je kunt ze bijna niet los van elkaar zien. Het gaat dan al snel over huisvesting, maar de aandacht hiervoor verschilt nogal per partij. Zo reppen de Delftse Ouderen Partij (DOP) en de Partij voor Sociale en Maatschappelijke Vernieuwing in hun verkiezingsprogramma’s met geen woord over studenten. Onafhankelijk Delft wel. Tweemaal: ‘Er moet een stevige aanpak komen voor overlast gevende studenten en jongeren’ en ‘Afgestudeerde studenten in de bijstand moeten direct op alle niveaus werk accepteren’.


Het CDA wil een actieplan voor jongerenhuisvesting met een onderzoek naar de mogelijkheden voor meer jongeren- en starterswoningen. Huisvesting specifiek voor studenten noemt het CDA niet. De overige partijen wel. Zelfs het campuscontract komt weer even langs. Het contract dat studenten verplicht om hun kamer binnen zes maanden na beëindiging van hun studie te verlaten, zet volgens GroenLinks ongewenste extra druk op de ‘gewone’ sociale-woningmarkt. Corporaties moeten van die partij daarom blijven zorgen voor vervangend aanbod. De SP vindt dat de gemeente samen met de verhuurder een nieuwe woning voor deze huurders moet zoeken. Buitenlandse studenten moeten van de SP niet in afgezonderde complexen wonen, maar verspreid over alle studentenwoningen.


Om woningtekorten op te lossen, wil GroenLinks ‘overbodige kantoorruimten en eventuele vrijkomende verzorgingstehuizen’ ombouwen voor studenten en andere jongeren. Stadsbelangen Delft, Stip en D66 zien mogelijkheden in leegstaande kantoren. Op terreinen waar vanwege de crisis nu niet wordt gebouwd, wil Stip tijdelijk woningen voor studenten. De VVD wil studentenhuisvesting juist zo veel mogelijk op de campus realiseren. Net als de Partij van de Arbeid, die vindt dat er daardoor een levendig gebied ontstaat. Stip en D66 zijn de enige partijen die zich wagen aan een streefcijfer voor extra studentenwoningen. Voor Stip is de huidige planning leidend: tot 2023 nog tweeduizend studentenwoningen bijbouwen.


D66 wil dat sneller doen: in 2014-2018. Extra studentenwoningen moeten van de SP vooral groepswoningen zijn in plaats van zelfstandige wooneenheden. Stip houdt het op meer dan vijftig procent onzelfstandige woningen.


De ChristenUnie vindt het net zo belangrijk om ook te werken aan huisvesting voor afgestudeerden. De VVD constateert dat Delft veel afstudeerders kwijtraakt door het beperkte woningaanbod voor starters en wil daarom voldoende huurwoningen. De SP wil meer betaalbare (huur)woningen. D66 denkt dat cultureel aanbod een belangrijke vestigingsfactor is voor oud-studenten en ziet Theater De Veste als ‘de cultuurzender van Delft’, ook voor expats en internationale studenten.


De rol van de universiteit


Van naamgever voor station Delft-Zuid tot partner voor cultuur. De TU Delft speelt op verschillende manieren een rol in de verkiezingsprogramma’s. Stadsbelangen Delft vindt dat de balans de afgelopen raadsperiode te >> veel is doorgeslagen. ‘Het college spreekt alleen maar over de TU Delft, studenten en studentenhuisvesting.’ Toch wil Stadsbelangen Delft ‘met instanties als de TU’ samenwerken aan sportinnovatie en ziet deze partij Delft als grote proeftuin voor onderzoek van de TU en Universiteit Wageningen naar verbetering van de luchtkwaliteit. De SP zoekt samenwerking met de TU voor duurzame energie. De DOP wil dat ouderen door samenwerking met de universiteit, de it-branche en andere sponsors ‘op zeer korte termijn kunnen beschikken over een pc met internetverbinding’. Stip zet in op gratis wifi in de binnenstad en pleit voor overleg met de kennisinstellingen om het netwerk aan Eduroam te koppelen. Woningen in de Spoorzone wil Stip laten aansluiten op het geothermieproject van de TU. Met de universiteit wil de partij afspraken maken over een collegezaal of zelfstudieruimte in de Spoorzone, om daar techniek zichtbaar te maken.


D66 denkt bij de TU meer aan afspraken over stageplekken en de mogelijkheid voor iedereen om onderwijs te volgen, ook later in een carrière. De democraten verwijzen daarbij naar cursussen zoals de universiteit die nu online aanbiedt via EdX.


De PvdA ziet kansen voor techniek in de zorg en wil het project ‘Techniek en Zorg’ met de TU en de Haagse Hogeschool omzetten in structureel beleid. Zij lijkt de VVD aan haar zijde te vinden, want de liberalen pleiten voor intensieve samenwerking tussen zorginstellingen en Medical Delta.


Station TU Delft


GroenLinks, CDA, PvdA en Stip zien de universiteit als partner voor cultuur. Dat ‘betrekt niet alleen de stad en TU bij elkaar, maar maakt ook meer gezamenlijke activiteiten mogelijk’, aldus GroenLinks. Het CDA denkt aan gezamenlijke fondsenwerving, Stip is voor inhoudelijke koppeling en wil uitwisseling van locaties.


En dan station Delft-Zuid: de Partij van de Arbeid wil hiervan een TU Delft-station maken: ‘met meer fietsenstallingen, een tramverbinding en een onderdoorgang van het station’. Stip wil een nieuwe naam voor dit station: Delft University. Voor de nieuwste innovaties in fietsparkeren bij het station wil D66 blijven samenwerken met de TU.


En de tram. ‘Zolang de tram niet naar de TU rijdt is het van groot belang dat er voldoende bussen beschikbaar zijn om de universiteit te bereiken’, schrijft de ChristenUnie. De PvdA wil langs tram 19 een transferium voor auto’s, waardoor Delft en de regio Haaglanden beter bereikbaar worden met het openbaar vervoer. Stip ziet bedrijventerrein Technopolis als dé plek daarvoor. D66 wil onderzoeken of tramlijn 19 is door te trekken naar Rotterdam The Hague Airport en wil daarna de TU-parkeerplekken beter benutten, als de parkeergarages rondom de binnenstad ontoereikend zijn.


De VVD richt zich meer op water en wil een ‘kwalitatief hoogwaardige technische botanische tuin gekoppeld aan een watercentrum’ (waarin Delftse waterkennis zichtbaar is) en een in- en uitstapplek aan het Rijn-Schiekanaal.


Kenniseconomie


De VVD wil dat in 2018 Delft kennisstad nummer 1 is in Nederland door samenwerking in de regio te stimuleren. De partij wil de universiteiten in Leiden, Delft en Rotterdam helpen door samen met kennisinstellingen en het bedrijfsleven ‘innovatieve oplossingen te zoeken voor maatschappelijke problemen’. Excellent onderwijs is volgens de VVD cruciaal om kennisbedrijven naar Delft te halen.


Andere geluiden bij de SP en de ChristenUnie: beide partijen vinden dat er te veel nadruk ligt op hoger opgeleiden. De ChristenUnie vindt dat de gemeente bescheiden investeringen in de kenniseconomie ten goede moet laten komen aan de hele stad. De socialisten vinden dat bedrijfsverzamelgebouwen en bedrijventerrein Technopolis ook toegankelijk moeten zijn voor ondernemers buiten de technische en creatieve sector en willen het budget verlagen of intrekken van projecten als YesDelft en TIC (Technologische Innovatie Campus: de campus, Technopolis en de Schieoevers).


D66 en Stip willen YesDelft juist blijvend ondersteunen en investeren in TIC Delft om internationale bedrijven te trekken. Beide partijen willen leegstaande gemeentelijke panden gebruiken als bedrijfsverzamelgebouwen. D66 wil een internationale middelbare school in Delft. Stip komt met een ideeënveiling die goede ideeën van Delftse bodem koppelt aan investeerders.


Onafhankelijk Delft wil één loket voor (startende) ondernemingen. Stadsbelangen Delft wil deze groep steunen met startersleningen en grond in erfpacht. Ook wil deze partij kijken of in Delft ontwikkelde producten zoals de stormparaplu lokaal zijn te maken. Die kant wil het CDA ook op, want ‘innovatie en creativiteit zorgen voor werkgelegenheid’. De TU en andere kennisinstellingen spelen daar volgens de christendemocraten een belangrijke rol in, hoewel werkgelegenheid voor laag- en middelgeschoold personeel voor deze partij net zo belangrijk is. Net als de VVD vindt het CDA dat de gemeente moet optreden als launching customer (eerste klant) van ondernemers met een nieuw product.


GroenLinks wil een groene kenniseconomie: Delft Kennisstad moet bijdragen aan een schoner stadsklimaat en verduurzaming van de gemeente. TIC Delft moet daarom focussen op duurzame technologie.


De PvdA tot slot ziet de kenniseconomie als motor van de Delftse economie en koppelt die aan de zorg. De partij steunt healthy ageing waarin de medische industrie optrekt met de techniek. De PvdA wijst er op dat de kenniseconomie zich niet beperkt tot hoogopgeleiden, maar doorwerkt in heel de arbeidsmarkt.


PvdA

TU-kandidaten: één medewerker

Op 15: Leon Hombergen werkt bij de sectie design and construction processes van Civiele Techniek en Geowetenschappen.

“Ik studeerde civiele techniek in Delft en ben de politiek ingegaan, omdat ik vind dat een ingenieur ratio kan brengen in besluiten. De PvdA maakt zich sterk voor kansen voor iedereen. Een vleugje idealisme, inderdaad. Ik wil dat Delft een plaats is waar je je thuis voelt, als student, als medewerker, als jongere en als oudere. Delft moet als kennisstad een hotspot zijn tijdens en na je studie.”


D66

TU-kandidaten: veertien studenten, drie medewerkers

Op 6: Pieter Oskam, student system engineering, policy analysis and management en information architecture.

“Ik wil concreet iets betekenen voor alle Delftenaren en kan mijn kennis van technische bestuurskunde en informatica goed gebruiken. Technische bestuurskunde komt van pas als je met meerdere partijen goed, doordacht en wel afgewogen beleid moet maken. Mijn it-kennis kan ik gebruiken bij de nodige hervormingen en vernieuwingen waar D66 voor staat.”


GroenLinks

TU-kandidaten: één student, één medewerker

Op 25: John Stals, studentendecaan.

“Verder durven kijken dan vier jaar: dat vind ik aantrekkelijk aan GroenLinks. In wat voor wereld komen mijn twee kinderen later te leven? Een wereld die het klimaat onomkeerbaar heeft verslechterd? Als studentendecaan ben ik bij uitstek betrokken bij de toekomst van jonge mensen. Ik zie die steeds meer kiezen voor technologie in dienst van een duurzame toekomst. Daar help ik graag aan mee.”


VVD

TU-kandidaten: drie studenten, één medewerker

Op 4: Marc Koster van Groos, student science education, lerarenopleiding scheikunde.

“Ik ben in de politiek gegaan omdat de overheid te groot is en de regels te ingewikkeld zijn. Dat kost inwoners tijd en geld. Het leven wordt moeilijk gemaakt door de overheid. Ik ben voor minder ingewikkelde regels en minder belasting. De VVD staat er voor dat iedereen die verantwoordelijk kán zijn voor zijn eigen leven, dat ook móet zijn. De overheid moet kleiner worden.”


CDA

TU-kandidaten: één student

Op 18: Julia Kortenhorst, student maritieme techniek.

“Als je vindt dat dingen kunnen verbeteren, kun je er beter zelf invloed op uitoefenen. Dat kan in Nederland het beste via de politiek. Het CDA hanteert de menselijke maat en wil rekening houden met iedereen. Mij is gevraagd of ik voor het CDA op de lijst wilde om studenten in Delft te vertegenwoordigen.”


Stip

TU-kandidaten: 41 studenten

Op 1: Anne Viruly, student IO.

“Ik koos voor de politiek door de aansprekende resultaten van Stip: de partij stond aan de basis van YesDelft en zorgde voor meer stallingen bij het station en voor meer evenementen. Ik vroeg wat ik kon doen om de partij te helpen en kreeg als antwoord: solliciteren voor de kieslijst. Ik was al een tijdje gemeenteraadslid en ben nu tijdelijk gestopt met studeren.”


SP

TU-kandidaten: één student

Op 2: Tom Zonneveld, student life

science & technology.

“Bij de Tweede-Kamerverkiezingen mocht ik voor het eerst stemmen en las ik alle partijprogramma’s. Ik kwam uit bij de SP, maar vond stemmen niet genoeg. Als nieuw lid was ik welkom eens te gaan kijken bij jongerenafdeling Rood. Daar ben ik contactpersoon geworden. Ze vroegen of ik in de gemeenteraad wilde. Door mijn studie heb ik inzicht in hoe het er op de TU aan toe gaat.”


ChristenUnie

TU-kandidaten: één student, één medewerker.

Op 6: Sietse Bolt, student L&R, master structural integrity and composites

“Mijn interesse voor de politiek is aangewakkerd toen ik in 2010 bestuurslid was bij de VSSD. Ik merkte dat er vaak weinig mensen uit de techniek aan politiek deelnemen. Ik koos voor de ChristenUnie, omdat die partij het dichtst bij mijn uitgangspunten ligt. De partij behartigt zowel de belangen van rechts als van links.”

News editor Connie van Uffelen

Do you have a question or comment about this article?

c.j.c.vanuffelen@tudelft.nl

Comments are closed.