De overlap van de KMT met de eerste collegeweek leidt tot slapen in de collegebanken. Althans dat constateert het college van bestuur (Delta 32).In een brief vroeg het college de studentenverenigingen te kiezen: of de Owee vervroegd, of de KMT ingekort.
Dit alles wordt een week later breed uitgemeten in Delta en zo worden de verenigingen voor het blok gezet. Zonder overleg vooraf stelt het college een ultimatum in een brief die net zo afstandelijk is als de preek van een docent voor een grote, lege collegezaal.
Zeven jaar eerder was de sfeer gemoedelijker. Op verzoek van nota bene de studentenverenigingen zelf werd de Owee een week vervroegd. Op deze manier wilde men meer ruimte voor de KMT creëren en slapen in de collegebanken tegengaan. In tegenstelling tot studentendecaan Scheepmaker vorige week, heb ik wél exacte getallen: de Owee kampte met vijftien procent minder deelnemers, en als gevolg daarvan daalde het eerstejaars lidmaatschap in 1998 met gemiddeld 6,7 procent. Toen de volgende Owee hetzelfde plaatje gaf en de collegebank nog altijd plaats bood aan slapende eerstejaars, werd het experiment beëindigd.
Datzelfde jaar richtte de Vera de AID op, een eigen commissie, bestaande uit deskundigen, die alle KMT’s beoordeelt en ondermeer de 24-uursrichtlijn in overleg met de verenigingen opstelde. Delft liep hiermee voor op andere steden, zoals Amsterdam op dit moment. De AID heeft ook dit jaar alle KMT’s goedgekeurd. Dat het college beweert dat de verenigingen aan hun eigen gestelde norm geen gevolg geven, rammelt aan alle kanten en is feitelijk onjuist.
Het verleden mag uitwijzen dat studenten bewust zijn omgegaan met de KMT. Het college van bestuur mag best meer vertrouwen tonen in de eigen student door de dialoog aan te gaan in plaats van brieven te schrijven.
Diederik Veenendaal, student.
De overlap van de KMT met de eerste collegeweek leidt tot slapen in de collegebanken. Althans dat constateert het college van bestuur (Delta 32).
In een brief vroeg het college de studentenverenigingen te kiezen: of de Owee vervroegd, of de KMT ingekort. Dit alles wordt een week later breed uitgemeten in Delta en zo worden de verenigingen voor het blok gezet. Zonder overleg vooraf stelt het college een ultimatum in een brief die net zo afstandelijk is als de preek van een docent voor een grote, lege collegezaal.
Zeven jaar eerder was de sfeer gemoedelijker. Op verzoek van nota bene de studentenverenigingen zelf werd de Owee een week vervroegd. Op deze manier wilde men meer ruimte voor de KMT creëren en slapen in de collegebanken tegengaan. In tegenstelling tot studentendecaan Scheepmaker vorige week, heb ik wél exacte getallen: de Owee kampte met vijftien procent minder deelnemers, en als gevolg daarvan daalde het eerstejaars lidmaatschap in 1998 met gemiddeld 6,7 procent. Toen de volgende Owee hetzelfde plaatje gaf en de collegebank nog altijd plaats bood aan slapende eerstejaars, werd het experiment beëindigd.
Datzelfde jaar richtte de Vera de AID op, een eigen commissie, bestaande uit deskundigen, die alle KMT’s beoordeelt en ondermeer de 24-uursrichtlijn in overleg met de verenigingen opstelde. Delft liep hiermee voor op andere steden, zoals Amsterdam op dit moment. De AID heeft ook dit jaar alle KMT’s goedgekeurd. Dat het college beweert dat de verenigingen aan hun eigen gestelde norm geen gevolg geven, rammelt aan alle kanten en is feitelijk onjuist.
Het verleden mag uitwijzen dat studenten bewust zijn omgegaan met de KMT. Het college van bestuur mag best meer vertrouwen tonen in de eigen student door de dialoog aan te gaan in plaats van brieven te schrijven.
Diederik Veenendaal, student.
Comments are closed.