Koolstof nanobuisjes zijn wellicht kankerverwekkend. Bij muizen blijken de buisjes een ontstekingsreactie te kunnen veroorzaken die lijkt op het beginstadium van asbestkanker, schreef NRC Handelsblad vorige week.
De krant baseert zich op een publicatie in Nature Nanotechnology. Bij het onderzoek dat daarin wordt beschreven, kregen muizen koolstof nanobuisjes ingespoten in hun buikvlies. Het zou nog te vroeg zijn om te concluderen dat mensen die in contact komen met nanobuisjes, daar echt kanker van kunnen krijgen. Maar toch: een link tussen koolstof nanobuisjes en kanker lijkt gelegd. Reden voor maatregelen op de TU, waar op diverse plaatsen met nanobuisjes wordt gewerkt?
“We gaan op basis hiervan niet ons onderzoek stilleggen”, reageert hoogleraar bionanotechnologie Cees Dekker. Hij vindt wel dat de studie zorgen baart. “Maar andere studies wijzen uit dat de gezondheidsrisico’s acceptabel zijn.”
Medewerkers van Dekker fabriceren nanobuisjes en doen daar allerlei bewerkingen aan. Een van hun doelen is de buisjes op te tuigen tot microscopisch kleine sensoren, die aan bijvoorbeeld één druppel bloed of urine voldoende hebben om de aan- of afwezigheid van een bepaalde stof te kunnen vaststellen. “Nanobuissensoren zijn te integreren in een lab op een chip”, vertelt Dekker.
Ongeveer drie mensen zijn dagelijks met het onderzoek bezig. “Maar die gaan heel zorgvuldig met het materiaal om; ze eten de nanobuisjes niet op”, stelt de hoogleraar gerust. Hij denkt dat de mondkapjes en handschoenen die in het lab worden gebruikt, genoeg zijn om de mogelijke gevaren weg te nemen.
Verder wijst Dekker erop dat in de laboratoria van Technische Natuurwetenschappen ook met andere kankerverwekkende stoffen wordt gewerkt. “Er staan vele potjes met doodshoofden erop; we werken met heftige zuren en allerlei chemicaliën. De infrastructuur in het lab is geënt op het omgaan met gevaarlijke stoffen.”
Ook Stephen Picken, hoogleraar nanostructured materials, is niet erg ondersteboven van het Nature-artikel. Maar dat heeft er misschien mee te maken dat in zijn vakgroep op dit moment niemand met koolstof nanobuisjes werkt. “Anders zou ik het onderzoek direct hebben opgevraagd. Nu wacht ik de uitkomst van vervolgonderzoek wel af”, zegt hij.
Picken waarschuwt voor het idee dat alle koolstof nanobuisjes vanaf nu ineens gevaarlijk zijn. “De risico’s hangen van zoveel factoren af. Nanobuisjes in een vloeistof leveren vele malen minder potentieel gevaar op dan een open vat dat ergens staat te stuiven.”
De risico’s voor gebruikers van tennisrackets en schokbestendige fietssturen . producten waarin koolstof nanobuisjes worden verwerkt – zijn volgens hem nihil. “In een tennisracket zitten ze vastgelijmd aan een polymeer matrix. Ze komen niet los of zo.” Toch wil Picken de mogelijke gevaren van het materiaal ook niet wegwuiven. “Je moet altijd voorzichtig zijn met materialen waarvan de eigenschappen niet geheel bekend zijn. En nagaan in welke mate mensen aan zo’n product worden blootgesteld bij gebruik.” (MP)
De krant baseert zich op een publicatie in Nature Nanotechnology. Bij het onderzoek dat daarin wordt beschreven, kregen muizen koolstof nanobuisjes ingespoten in hun buikvlies. Het zou nog te vroeg zijn om te concluderen dat mensen die in contact komen met nanobuisjes, daar echt kanker van kunnen krijgen. Maar toch: een link tussen koolstof nanobuisjes en kanker lijkt gelegd. Reden voor maatregelen op de TU, waar op diverse plaatsen met nanobuisjes wordt gewerkt?
“We gaan op basis hiervan niet ons onderzoek stilleggen”, reageert hoogleraar bionanotechnologie Cees Dekker. Hij vindt wel dat de studie zorgen baart. “Maar andere studies wijzen uit dat de gezondheidsrisico’s acceptabel zijn.”
Medewerkers van Dekker fabriceren nanobuisjes en doen daar allerlei bewerkingen aan. Een van hun doelen is de buisjes op te tuigen tot microscopisch kleine sensoren, die aan bijvoorbeeld één druppel bloed of urine voldoende hebben om de aan- of afwezigheid van een bepaalde stof te kunnen vaststellen. “Nanobuissensoren zijn te integreren in een lab op een chip”, vertelt Dekker.
Ongeveer drie mensen zijn dagelijks met het onderzoek bezig. “Maar die gaan heel zorgvuldig met het materiaal om; ze eten de nanobuisjes niet op”, stelt de hoogleraar gerust. Hij denkt dat de mondkapjes en handschoenen die in het lab worden gebruikt, genoeg zijn om de mogelijke gevaren weg te nemen.
Verder wijst Dekker erop dat in de laboratoria van Technische Natuurwetenschappen ook met andere kankerverwekkende stoffen wordt gewerkt. “Er staan vele potjes met doodshoofden erop; we werken met heftige zuren en allerlei chemicaliën. De infrastructuur in het lab is geënt op het omgaan met gevaarlijke stoffen.”
Ook Stephen Picken, hoogleraar nanostructured materials, is niet erg ondersteboven van het Nature-artikel. Maar dat heeft er misschien mee te maken dat in zijn vakgroep op dit moment niemand met koolstof nanobuisjes werkt. “Anders zou ik het onderzoek direct hebben opgevraagd. Nu wacht ik de uitkomst van vervolgonderzoek wel af”, zegt hij.
Picken waarschuwt voor het idee dat alle koolstof nanobuisjes vanaf nu ineens gevaarlijk zijn. “De risico’s hangen van zoveel factoren af. Nanobuisjes in een vloeistof leveren vele malen minder potentieel gevaar op dan een open vat dat ergens staat te stuiven.”
De risico’s voor gebruikers van tennisrackets en schokbestendige fietssturen . producten waarin koolstof nanobuisjes worden verwerkt – zijn volgens hem nihil. “In een tennisracket zitten ze vastgelijmd aan een polymeer matrix. Ze komen niet los of zo.” Toch wil Picken de mogelijke gevaren van het materiaal ook niet wegwuiven. “Je moet altijd voorzichtig zijn met materialen waarvan de eigenschappen niet geheel bekend zijn. En nagaan in welke mate mensen aan zo’n product worden blootgesteld bij gebruik.” (MP)
Comments are closed.