Opinion

Kamperen

Of ik mijn werkkamer even wilde leeghalen. Of ik zolang even een ander plekje wilde zoeken. O ja, en of ik misschien ook meteen de gang een beetje kon opruimen, al die troep die daar al jaren staat, ging dat niet in één moeite door?Mijn kamer was begin dit jaar aan de beurt, dan kon het nog net van het budget van 1999.

Verlaagd plafonnetje, nieuw zeil, verfje op de muren % er werden mij paradijselijke werkomstandigheden in het vooruitzicht gesteld. Wie zegt dan nog nee?

Ik had het al zien aankomen. Onbekende mannen die je bij je binnenkomen, omhoog kijken en dan iets onduidelijks met elkaar bespreken zijn meestal de voorbodes van stukadoors, schilders en Radio 10 Gold. Ik kreeg maar een paar dagen om te vluchten. Aanvankelijk traag en met lange tanden, maar gaandeweg met de toewijding van een opgejaagd dier dat zijn nest in veiligheid probeert te brengen, heb ik mijn kamer ontruimd. Dat kostte een paar dagen. Er lagen nog honderden rollen plotteroutput, mappen vol oude meetgegevens, practicumverslagen, vergadernotulen. Op de drempel van een nieuw leven is er geen plaats voor sentimentaliteit, dus weg ermee. Alles in twee helderblauwe containers, die elk tegen hun maximumgewicht van 1100 kg zullen hebben aangezeten. De lift naar beneden kreunde.

Het voelt raar in mijn tijdelijke onderkomen. Een tafel, een stoel, en drie veilingkratjes met de belangrijkste boeken en ordners, meer niet. Back to the basics. Okee, het kan geen kwaad om een tijdje te survivallen. Dus, voeten op tafel en het beste maken van mijn nieuwe ontheemdenstatus. Ik begon maar eens met de huis-aan-huiskrant.

Het verhaal dat we als TU een convenant getekend hebben met een paar hogescholen vond ik nog wel amusant. Flitslichten, gouden Parkers en geheven glazen. Toespraakjes met het woord ‘verbreding’ erin. Zo teken je convenanten. Maar uhh, hogescholen? Waren dat niet die scholen waar ingenieurs vanaf kwamen die zich in het buitenland wél ingenieur mochten noemen van de minister, als ze maar in één adem ook uitlegden dat er verschil was met een universitaire ingenieur? Ik zie dat al voor me. En nu dan aan die Portugees of Zimbabwaan ook nog moeten uitleggen dat we dezelfde docenten hebben rondlopen en dat we een convenant hebben gesloten omdat we niet op elkaar willen lijken. Daar zijn wel een paar adempjes meer voor nodig. Waarom maken we het ons zo ingewikkeld?

Op pagina 3 een listig weggestopt berichtje: Rector: TU Delft te breed. Huh? Het convenant is nog nat, maar nu moet het opeens weer smaller? Wat nou weer, College? Ik lees zoiets als: ‘In een nog vertrouwelijk rapport naar de impact van het onderzoek op de TU-Delft vergeleken met andere universiteiten wordt gesteld dat het brede scala aan onderzoeksonderwerpen een risico kan zijn voor de kwaliteit’. Griezelen geblazen. Ik ben weliswaar dol op vertrouwelijke rapporten, maar nog vertrouwelijke rapporten zijn onheilspellend. We moeten kennelijk voorbereid worden op vreselijk nieuws. De rector stelde: ‘ETH in Zürich en MIT in Boston zijn smaller van opzet, maar wát ze doen is top’. Ik geloof daar niks van, datsmallere, maar daar gaat het niet om. Er staat iets op het vuur. Het CvB is wat van plan. Ik heb Berkhout al eens horen zegen dat de tijd van de kleine onderzoeksgroepjes met hun eigen onderwerpjes voorbij is. Grote samenwerkingsprojecten, dát is de toekomst. Nu is er dan eindelijk een rapport dat gebruikt kan worden om dat beleid te legitimeren. Allemaal in de Dioc-matrix! Wat buiten het corset uitsteekt gewoon erin duwen.

Wedden? Als ik terug mag naar mijn fonkelnieuwe kamer, ligt er een uniform voor me klaar. Elk Dioc-thema heeft zijn eigen kleur.

Delft wordt er zeker fleuriger op.

Of ik mijn werkkamer even wilde leeghalen. Of ik zolang even een ander plekje wilde zoeken. O ja, en of ik misschien ook meteen de gang een beetje kon opruimen, al die troep die daar al jaren staat, ging dat niet in één moeite door?

Mijn kamer was begin dit jaar aan de beurt, dan kon het nog net van het budget van 1999. Verlaagd plafonnetje, nieuw zeil, verfje op de muren % er werden mij paradijselijke werkomstandigheden in het vooruitzicht gesteld. Wie zegt dan nog nee?

Ik had het al zien aankomen. Onbekende mannen die je bij je binnenkomen, omhoog kijken en dan iets onduidelijks met elkaar bespreken zijn meestal de voorbodes van stukadoors, schilders en Radio 10 Gold. Ik kreeg maar een paar dagen om te vluchten. Aanvankelijk traag en met lange tanden, maar gaandeweg met de toewijding van een opgejaagd dier dat zijn nest in veiligheid probeert te brengen, heb ik mijn kamer ontruimd. Dat kostte een paar dagen. Er lagen nog honderden rollen plotteroutput, mappen vol oude meetgegevens, practicumverslagen, vergadernotulen. Op de drempel van een nieuw leven is er geen plaats voor sentimentaliteit, dus weg ermee. Alles in twee helderblauwe containers, die elk tegen hun maximumgewicht van 1100 kg zullen hebben aangezeten. De lift naar beneden kreunde.

Het voelt raar in mijn tijdelijke onderkomen. Een tafel, een stoel, en drie veilingkratjes met de belangrijkste boeken en ordners, meer niet. Back to the basics. Okee, het kan geen kwaad om een tijdje te survivallen. Dus, voeten op tafel en het beste maken van mijn nieuwe ontheemdenstatus. Ik begon maar eens met de huis-aan-huiskrant.

Het verhaal dat we als TU een convenant getekend hebben met een paar hogescholen vond ik nog wel amusant. Flitslichten, gouden Parkers en geheven glazen. Toespraakjes met het woord ‘verbreding’ erin. Zo teken je convenanten. Maar uhh, hogescholen? Waren dat niet die scholen waar ingenieurs vanaf kwamen die zich in het buitenland wél ingenieur mochten noemen van de minister, als ze maar in één adem ook uitlegden dat er verschil was met een universitaire ingenieur? Ik zie dat al voor me. En nu dan aan die Portugees of Zimbabwaan ook nog moeten uitleggen dat we dezelfde docenten hebben rondlopen en dat we een convenant hebben gesloten omdat we niet op elkaar willen lijken. Daar zijn wel een paar adempjes meer voor nodig. Waarom maken we het ons zo ingewikkeld?

Op pagina 3 een listig weggestopt berichtje: Rector: TU Delft te breed. Huh? Het convenant is nog nat, maar nu moet het opeens weer smaller? Wat nou weer, College? Ik lees zoiets als: ‘In een nog vertrouwelijk rapport naar de impact van het onderzoek op de TU-Delft vergeleken met andere universiteiten wordt gesteld dat het brede scala aan onderzoeksonderwerpen een risico kan zijn voor de kwaliteit’. Griezelen geblazen. Ik ben weliswaar dol op vertrouwelijke rapporten, maar nog vertrouwelijke rapporten zijn onheilspellend. We moeten kennelijk voorbereid worden op vreselijk nieuws. De rector stelde: ‘ETH in Zürich en MIT in Boston zijn smaller van opzet, maar wát ze doen is top’. Ik geloof daar niks van, datsmallere, maar daar gaat het niet om. Er staat iets op het vuur. Het CvB is wat van plan. Ik heb Berkhout al eens horen zegen dat de tijd van de kleine onderzoeksgroepjes met hun eigen onderwerpjes voorbij is. Grote samenwerkingsprojecten, dát is de toekomst. Nu is er dan eindelijk een rapport dat gebruikt kan worden om dat beleid te legitimeren. Allemaal in de Dioc-matrix! Wat buiten het corset uitsteekt gewoon erin duwen.

Wedden? Als ik terug mag naar mijn fonkelnieuwe kamer, ligt er een uniform voor me klaar. Elk Dioc-thema heeft zijn eigen kleur.

Delft wordt er zeker fleuriger op.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.