Education

Kabinet geeft bescheiden impuls kennisinvesteringen

Het onderzoek in Nederland, ook dat van de universiteiten, moet een grotere rol spelen in de economische vernieuwing. Dat zegt het kabinet-Kok in de nota `Kennis in beweging’.

Enkele bescheiden maatregelen moeten de banden tussen onderzoek en bedrijfsleven verstevigen.

Zo kunnen kleinere bedrijven straks aio’s inschakelen voor half geld. Maar, vindt het kabinet: de industrie moet vooral zèlf meer in kennis gaan investeren. En snel, want haar kennispositie is ‘zorgwekkend’.

,,Velen zijn ervan overtuigd dat we middenin een nieuwe industriële revolutie verkeren”, schrijven de bewindslieden Ritzen (Onderwijs), Wijers (Economische Zaken) en Van Aartsen (Landbouw) in hun eerste technologienota. Het wegvallen van grenzen en de opkomst van nieuwe industrielanden verhevigen de concurrentie. Dat dwingt ons land tot vernieuwing van produkten en diensten – en dat vraagt weer om een meer ‘kennisintensieve’ economie.

In praktijk is sinds 1987 het omgekeerde aan de gang. Anders dan in veel vergelijkbare landen zijn de onderzoekuitgaven van Nederlandse bedrijven fors gedaald. Ook worden er steeds minder technici en natuurwetenschappers opgeleid. De boodschap van het kabinet is nu: alle hens aan dek om de trend te keren.

Met vooral fiscale prikkels, maar ook iets opener deuren bij onderzoekinstellingen en ander ondersteunend beleid wordt innoveren in Nederland aantrekkelijker gemaakt. Het kabinet steekt er maar op bescheiden schaal nieuw geld in. Want, zo is de paarse visie: de bedrijven zullen zèlf hun keuzes moeten maken.

Voor de universiteiten brengt het technologieplan nog niet de revolutie die vanuit Economische Zaken de laatste tijd wel is gepredikt. Over de invloed die bedrijven op het beleid van universiteiten moesten krijgen, valt slechts te lezen dat een werkgroep ‘criteria voor maatschappelijke bruikbaarheid’ van onderzoek zal ontwikkelen en dat er gewerkt wordt aan een convenant tussen de drie TU’s, grote bedrijven en de overheid. In dat convenant met de TU’s zou het bedrijfsleven sturende invloed krijgen ,,onder bepaalde financiële randvoorwaarden”.

Juist over dat laatste zei de Twentse collegevoorzitter ir. B. Veltman dezer dagen dat de besprekingen niet zo vlotten. Er moet nog het nodige geld bij.

Ook bij de technologische topinstituten van ‘internationale allure’ die het kabinet wil realiseren, is er een angel uit eerdere plannen weggehaald. De eis dat het onderzoek op éénplek geconcentreerd moet worden, maakt plaats voor ,,een herkenbaar instituut dat vanuit één punt word geleid”. Dat maakt het makkelijker om een bestaande onderzoekschool als basis te nemen voor zo’n topinstituut. Nieuw is dan dat grote bedrijven, in ruil voor bestuurlijke invloed, er extra geld in steken – en dat de overheid daar ongeveer 10 miljoen per jaar aan toevoegt. In totaal is hiervoor 55 miljoen gulden uitgetrokken.

Voor kleinere bedrijven komt het kabinet met een maatregel die nog niet eerder bekend was: men kan aio’s twee tot vier jaar lang voor half geld inschakelen voor een onderzoek of ontwerp. De overheid vergoedt de rest van de kosten. De stichting technische wetenschappen (STW) zal de aanmelding en selectie van zulke projecten coördineren.(HOP/F.S.)

Het onderzoek in Nederland, ook dat van de universiteiten, moet een grotere rol spelen in de economische vernieuwing. Dat zegt het kabinet-Kok in de nota `Kennis in beweging’. Enkele bescheiden maatregelen moeten de banden tussen onderzoek en bedrijfsleven verstevigen.

Zo kunnen kleinere bedrijven straks aio’s inschakelen voor half geld. Maar, vindt het kabinet: de industrie moet vooral zèlf meer in kennis gaan investeren. En snel, want haar kennispositie is ‘zorgwekkend’.

,,Velen zijn ervan overtuigd dat we middenin een nieuwe industriële revolutie verkeren”, schrijven de bewindslieden Ritzen (Onderwijs), Wijers (Economische Zaken) en Van Aartsen (Landbouw) in hun eerste technologienota. Het wegvallen van grenzen en de opkomst van nieuwe industrielanden verhevigen de concurrentie. Dat dwingt ons land tot vernieuwing van produkten en diensten – en dat vraagt weer om een meer ‘kennisintensieve’ economie.

In praktijk is sinds 1987 het omgekeerde aan de gang. Anders dan in veel vergelijkbare landen zijn de onderzoekuitgaven van Nederlandse bedrijven fors gedaald. Ook worden er steeds minder technici en natuurwetenschappers opgeleid. De boodschap van het kabinet is nu: alle hens aan dek om de trend te keren.

Met vooral fiscale prikkels, maar ook iets opener deuren bij onderzoekinstellingen en ander ondersteunend beleid wordt innoveren in Nederland aantrekkelijker gemaakt. Het kabinet steekt er maar op bescheiden schaal nieuw geld in. Want, zo is de paarse visie: de bedrijven zullen zèlf hun keuzes moeten maken.

Voor de universiteiten brengt het technologieplan nog niet de revolutie die vanuit Economische Zaken de laatste tijd wel is gepredikt. Over de invloed die bedrijven op het beleid van universiteiten moesten krijgen, valt slechts te lezen dat een werkgroep ‘criteria voor maatschappelijke bruikbaarheid’ van onderzoek zal ontwikkelen en dat er gewerkt wordt aan een convenant tussen de drie TU’s, grote bedrijven en de overheid. In dat convenant met de TU’s zou het bedrijfsleven sturende invloed krijgen ,,onder bepaalde financiële randvoorwaarden”.

Juist over dat laatste zei de Twentse collegevoorzitter ir. B. Veltman dezer dagen dat de besprekingen niet zo vlotten. Er moet nog het nodige geld bij.

Ook bij de technologische topinstituten van ‘internationale allure’ die het kabinet wil realiseren, is er een angel uit eerdere plannen weggehaald. De eis dat het onderzoek op éénplek geconcentreerd moet worden, maakt plaats voor ,,een herkenbaar instituut dat vanuit één punt word geleid”. Dat maakt het makkelijker om een bestaande onderzoekschool als basis te nemen voor zo’n topinstituut. Nieuw is dan dat grote bedrijven, in ruil voor bestuurlijke invloed, er extra geld in steken – en dat de overheid daar ongeveer 10 miljoen per jaar aan toevoegt. In totaal is hiervoor 55 miljoen gulden uitgetrokken.

Voor kleinere bedrijven komt het kabinet met een maatregel die nog niet eerder bekend was: men kan aio’s twee tot vier jaar lang voor half geld inschakelen voor een onderzoek of ontwerp. De overheid vergoedt de rest van de kosten. De stichting technische wetenschappen (STW) zal de aanmelding en selectie van zulke projecten coördineren.(HOP/F.S.)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.