Campus

‘Je leest de tekst en krijgt een bepaald gevoel’

Al bijna een jaar begeleidt Sander Viegers de Delftse tekstkunstenaar Kees Bos op gitaar. Na zo’n vijftig optredens in een professionele coverband vond Viegers een nieuwe uitdaging in het cabaret.

De student industrieel ontwerpen zorgt niet alleen voor de muziek, maar zet ook het kartonnen decor en de flyers in elkaar. ,,Ik ken niemand die beter is in het aanvullen van Kees Bos dan ik”, zegt Viegers dan ook zonder schroom. In december staat het duo onder meer een paar dagen op de planken van het Floratheater.

,,Ik doe de muziek en Kees staat het programma aan elkaar te lullen. Net als bij het televisieprogramma van Paul de Leeuw; De Leeuw bepaalt de show, maar kan niet zonder pianist Cor Bakker”, vertelt de 21-jarige Viegers. De student staat regelmatig met de ervaren Kees Bos op het toneel van buurthuizen en personeelsverenigingen.

Bos won in 1976 de jaarlijkse cabaretcompetitie Cameretten, nadat hij een jaar eerder al de persoonlijkheidsprijs van het festival in de wacht had gesleept. Indertijd vroeg de nog onbekende Youp van ‘t Heck hem om advies. Toch raakte de carrière van het toneeltalent in het slop. Samen met student Viegers werkt Bos nu met een mix van cabaret en popmuziek aan zijn comeback. Op 1 december gaat in het Haagse PePijn-theater de nieuwe show ‘En toen’ in première.

,,Kees wil de draad weer oppakken; hij gaat er voor”, aldus Viegers die via een contactadvertenties met Bos in aanraking kwam. ,,Op vakantie in Florence kocht ik de Volkskrant. Daar stond een advertentie in: cabaretier zoekt begeleider op gitaar. Dat leek me een uitdaging. Eerst dacht ik nog met een beginneling te doen te hebben, maar dat bleek wel anders. Toch viel de keus op mij, omdat ik industrieel ontwerpen studeer. Ik heb niet eens wat hoeven voorzingen.”

,,Kees heeft twee linkerhanden. Ik maak dus de foldertjes en het decor; opvouwbare kartonnen archiefkasten die je onder je arm in de trein meeneemt. Een flyer maken die opvalt, vind ik leuk om te doen, maar ik denk er niet over na waar je die nou neerlegt. Wat eigenlijk wel zou moeten. Ideaal zou zijn als we bij een impressionaat zitten. Dan hoef je je geen zorgen meer te maken over het regelen van voorstellingen.”
Gebrabbel

,,Het gaat mij namelijk puur om de muziek, voor mij de meest geschikte uitlaatklep”, zegt Viegers, die de werkwijze van het duo uitlegt. ,,Kees bedenkt de liedteksten zonder muziek. Hij laat mij verder helemaal vrij. Dat vind ik wel prettig; je leest de tekst en je krijgt een bepaald gevoel. Ik verzin de muziek meteen live op gitaar. Soms duurt dat een paar dagen, een andere keer is het binnen twee uur af. Dat zijn de beste. Daarna geef ik een cassettebandje terug en leert Kees het uitzijn hoofd.”

De gitarist is tijdens de voorstellingen de tweede stem. ,,Je werkt natuurlijk wel samen. Er is interactie. Ik geef wel mijn mening als ik een tekst niet leuk vind, maar mij gaat het vooral om de muziek. Je moet je stem goed gebruiken. Ik heb zangles gehad. Dat pas ik gewoon toe. Daardoor hoor ik dat Kees dat nooit heeft gedaan, hem gaat het om de tekst. Ik kan rustig een paar woorden omdraaien als het muzikaal beter klinkt. Kees niet. Voor mij is een liedje de muziek. Bij een nieuw nummer op de radio hoor ik pas na vier keer de tekst.”

,,Toen ik ooit hoofdzanger in een tienmans coverband was, vergat ik weleens de tekst. Dan brabbelde ik wat. Zinnen die wel Engels klonken, maar niet bestonden. Daar gaat het bij een groot feest blijkbaar niet om. Het gaat er om dat je de mensen een leuke tijd bezorgt, niet om wat je zegt. Dat je iedereen aan het dansen krijgt”, aldus Viegers. Als bewijs speelt hij een eigen concertopname waarop inderdaad naast een wild enthousiast publiek een improviserende zanger te horen is.
Scheurkalender

,,Cabaret is gewoon een heel andere kant. Het publiek zit echt te luisteren. En als de mensen het goed vinden, wordt er veel gelachen en komen ze naar je toe. Wanneer een liedje over een scheurkalender met drieduizend blaadjes gaat, komt iemand achteraf kijken of er echt zoveel velletjes op de decor-kalender zitten. Dat streelt je ego. Daar schaam ik me niet voor. Ik zit daar toch te spelen opdat het publiek het leuk vindt. Als ze complimenten maken, is dat leuk.”

,,Als je met die coverband met fluitende oren van het podium stapte, zei het publiek niets. Je had je dan helemaal in het zweet gewerkt, maar ze zagen je niet staan. Maar je maakte ook wel mee dat een hele zaal voor jou stond te springen. Dat is niet te evenaren en de grootste kick die ik ooit heb gehad. Het samenspelen met de andere bandleden mis ik wel. We zaten al vijf jaar bij elkaar. Je kon een uur lang met de drummer mee-improviseren. We speelden dan ook geheel eigen interpretaties van covers. Dat was voor mij een vereiste”, zegt de gitarist.

,,Ik wil niet blijven hangen op een bepaald niveau. Ik wil er in verder. Als ik iets op de radio hoor, probeer ik het na te spelen. Laatst hoorde ik iets waar ik zelf nooit op was gekomen. Je hebt maar twaalf noten op je gitaar. De mogelijkheden zijn uit te tellen. Wat normaal heel wrong klinkt, was toen op de radio heel spannend.”
Herman Brood

,,Zolang je jezelf kan ontwikkelen, is het leuk. Gitaar spelen blijft een hobby, maar het is natuurlijk fijn als je je hobby kan uitbreiden. Dat je er serieus mee bezig bent. Ik wil wel mijn studie afmaken en daarmee doorgaan, maar het is alleen prettig te bedenken dat niet alles van mijn studie afhangt. Soms zit ik een ontwerp uit te tekenen en is het leuk om de gitaar te pakken. Als ik een slecht cijfer haal, kan ik altijd nog gitaar spelen. Een soort zekerheid. En als een liedje niet lukt, kan ik aan mij studie werken. Herman Brood schildert ook.”

,,Je moet er iets naast hebben. Als je doel is betoningenieur te worden, dan zuip je je in het weekend klem. Dat accepteer ik. Of je gaat naar een house party. Ik snap heel goed dat je dat doet, maar ik heb er geen behoefte aan. Ik ga heel weinig uit. Alleen dat snappen sommigen niet. Dan denken ze dat ik saai ben.”

,,Ik ben met muziek bezig en een paar keer in de maand laat ik dat horen. Dat geeft mij genoeg voldoening. Ik sta er achter wat we doen. Wat we doen is niets nieuws, maar wel heel leuk. We klooien niet zomaar wat aan. We hebben iets wat je in een theater kan brengen. Alleen er is teveel aanbod. Een plekje daartussen vinden valt niet mee. Een lange weg, maar geen frustatie. Eigenlijk moeten we voor de publiciteit een prijs op een festival winnen”, zegt Viegers. Hij denkt daarbij terug aan de Cameretten-competitie waar het tweetal vorig jaar aan deelnam, maar het duo lag er in de voorrondes al uit. Toch werd Viegers in het juryrapport als ‘een prima begeleider op de achtergrond’ en ‘een vakman’ omschreven.

Viegers besluit: ,,Het is prettig om zo erkend te worden. Dat is mijn doel. Alleen het publiek moet niet achteraf op me afstappen en zeggen: goh, wat speel je aardig gitaar. Daar moet je eens wat mee gaan doen.”


Figuur 1 Viegers: ,,Dan denken ze dat ik saai ben”

Jeroen Rademaker

Al bijna een jaar begeleidt Sander Viegers de Delftse tekstkunstenaar Kees Bos op gitaar. Na zo’n vijftig optredens in een professionele coverband vond Viegers een nieuwe uitdaging in het cabaret. De student industrieel ontwerpen zorgt niet alleen voor de muziek, maar zet ook het kartonnen decor en de flyers in elkaar. ,,Ik ken niemand die beter is in het aanvullen van Kees Bos dan ik”, zegt Viegers dan ook zonder schroom. In december staat het duo onder meer een paar dagen op de planken van het Floratheater.

,,Ik doe de muziek en Kees staat het programma aan elkaar te lullen. Net als bij het televisieprogramma van Paul de Leeuw; De Leeuw bepaalt de show, maar kan niet zonder pianist Cor Bakker”, vertelt de 21-jarige Viegers. De student staat regelmatig met de ervaren Kees Bos op het toneel van buurthuizen en personeelsverenigingen.

Bos won in 1976 de jaarlijkse cabaretcompetitie Cameretten, nadat hij een jaar eerder al de persoonlijkheidsprijs van het festival in de wacht had gesleept. Indertijd vroeg de nog onbekende Youp van ‘t Heck hem om advies. Toch raakte de carrière van het toneeltalent in het slop. Samen met student Viegers werkt Bos nu met een mix van cabaret en popmuziek aan zijn comeback. Op 1 december gaat in het Haagse PePijn-theater de nieuwe show ‘En toen’ in première.

,,Kees wil de draad weer oppakken; hij gaat er voor”, aldus Viegers die via een contactadvertenties met Bos in aanraking kwam. ,,Op vakantie in Florence kocht ik de Volkskrant. Daar stond een advertentie in: cabaretier zoekt begeleider op gitaar. Dat leek me een uitdaging. Eerst dacht ik nog met een beginneling te doen te hebben, maar dat bleek wel anders. Toch viel de keus op mij, omdat ik industrieel ontwerpen studeer. Ik heb niet eens wat hoeven voorzingen.”

,,Kees heeft twee linkerhanden. Ik maak dus de foldertjes en het decor; opvouwbare kartonnen archiefkasten die je onder je arm in de trein meeneemt. Een flyer maken die opvalt, vind ik leuk om te doen, maar ik denk er niet over na waar je die nou neerlegt. Wat eigenlijk wel zou moeten. Ideaal zou zijn als we bij een impressionaat zitten. Dan hoef je je geen zorgen meer te maken over het regelen van voorstellingen.”
Gebrabbel

,,Het gaat mij namelijk puur om de muziek, voor mij de meest geschikte uitlaatklep”, zegt Viegers, die de werkwijze van het duo uitlegt. ,,Kees bedenkt de liedteksten zonder muziek. Hij laat mij verder helemaal vrij. Dat vind ik wel prettig; je leest de tekst en je krijgt een bepaald gevoel. Ik verzin de muziek meteen live op gitaar. Soms duurt dat een paar dagen, een andere keer is het binnen twee uur af. Dat zijn de beste. Daarna geef ik een cassettebandje terug en leert Kees het uitzijn hoofd.”

De gitarist is tijdens de voorstellingen de tweede stem. ,,Je werkt natuurlijk wel samen. Er is interactie. Ik geef wel mijn mening als ik een tekst niet leuk vind, maar mij gaat het vooral om de muziek. Je moet je stem goed gebruiken. Ik heb zangles gehad. Dat pas ik gewoon toe. Daardoor hoor ik dat Kees dat nooit heeft gedaan, hem gaat het om de tekst. Ik kan rustig een paar woorden omdraaien als het muzikaal beter klinkt. Kees niet. Voor mij is een liedje de muziek. Bij een nieuw nummer op de radio hoor ik pas na vier keer de tekst.”

,,Toen ik ooit hoofdzanger in een tienmans coverband was, vergat ik weleens de tekst. Dan brabbelde ik wat. Zinnen die wel Engels klonken, maar niet bestonden. Daar gaat het bij een groot feest blijkbaar niet om. Het gaat er om dat je de mensen een leuke tijd bezorgt, niet om wat je zegt. Dat je iedereen aan het dansen krijgt”, aldus Viegers. Als bewijs speelt hij een eigen concertopname waarop inderdaad naast een wild enthousiast publiek een improviserende zanger te horen is.
Scheurkalender

,,Cabaret is gewoon een heel andere kant. Het publiek zit echt te luisteren. En als de mensen het goed vinden, wordt er veel gelachen en komen ze naar je toe. Wanneer een liedje over een scheurkalender met drieduizend blaadjes gaat, komt iemand achteraf kijken of er echt zoveel velletjes op de decor-kalender zitten. Dat streelt je ego. Daar schaam ik me niet voor. Ik zit daar toch te spelen opdat het publiek het leuk vindt. Als ze complimenten maken, is dat leuk.”

,,Als je met die coverband met fluitende oren van het podium stapte, zei het publiek niets. Je had je dan helemaal in het zweet gewerkt, maar ze zagen je niet staan. Maar je maakte ook wel mee dat een hele zaal voor jou stond te springen. Dat is niet te evenaren en de grootste kick die ik ooit heb gehad. Het samenspelen met de andere bandleden mis ik wel. We zaten al vijf jaar bij elkaar. Je kon een uur lang met de drummer mee-improviseren. We speelden dan ook geheel eigen interpretaties van covers. Dat was voor mij een vereiste”, zegt de gitarist.

,,Ik wil niet blijven hangen op een bepaald niveau. Ik wil er in verder. Als ik iets op de radio hoor, probeer ik het na te spelen. Laatst hoorde ik iets waar ik zelf nooit op was gekomen. Je hebt maar twaalf noten op je gitaar. De mogelijkheden zijn uit te tellen. Wat normaal heel wrong klinkt, was toen op de radio heel spannend.”
Herman Brood

,,Zolang je jezelf kan ontwikkelen, is het leuk. Gitaar spelen blijft een hobby, maar het is natuurlijk fijn als je je hobby kan uitbreiden. Dat je er serieus mee bezig bent. Ik wil wel mijn studie afmaken en daarmee doorgaan, maar het is alleen prettig te bedenken dat niet alles van mijn studie afhangt. Soms zit ik een ontwerp uit te tekenen en is het leuk om de gitaar te pakken. Als ik een slecht cijfer haal, kan ik altijd nog gitaar spelen. Een soort zekerheid. En als een liedje niet lukt, kan ik aan mij studie werken. Herman Brood schildert ook.”

,,Je moet er iets naast hebben. Als je doel is betoningenieur te worden, dan zuip je je in het weekend klem. Dat accepteer ik. Of je gaat naar een house party. Ik snap heel goed dat je dat doet, maar ik heb er geen behoefte aan. Ik ga heel weinig uit. Alleen dat snappen sommigen niet. Dan denken ze dat ik saai ben.”

,,Ik ben met muziek bezig en een paar keer in de maand laat ik dat horen. Dat geeft mij genoeg voldoening. Ik sta er achter wat we doen. Wat we doen is niets nieuws, maar wel heel leuk. We klooien niet zomaar wat aan. We hebben iets wat je in een theater kan brengen. Alleen er is teveel aanbod. Een plekje daartussen vinden valt niet mee. Een lange weg, maar geen frustatie. Eigenlijk moeten we voor de publiciteit een prijs op een festival winnen”, zegt Viegers. Hij denkt daarbij terug aan de Cameretten-competitie waar het tweetal vorig jaar aan deelnam, maar het duo lag er in de voorrondes al uit. Toch werd Viegers in het juryrapport als ‘een prima begeleider op de achtergrond’ en ‘een vakman’ omschreven.

Viegers besluit: ,,Het is prettig om zo erkend te worden. Dat is mijn doel. Alleen het publiek moet niet achteraf op me afstappen en zeggen: goh, wat speel je aardig gitaar. Daar moet je eens wat mee gaan doen.”


Figuur 1 Viegers: ,,Dan denken ze dat ik saai ben”

Jeroen Rademaker

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.