Science

‘Je kunt elektriciteit niet aan de grens tegenhouden’

Elektriciteit luistert in de eerste plaats naar natuurwetten. Dat lijkt een open deur, maar beleidsmakers staan hier niet altijd bij stil. Dr. Hamilcar Knops’ ontwerpmethode voor elektriciteitsregelgeving biedt uitkomst. Het toont ook de grillen van de geliberaliseerde energiemarkt.

“Welke koppen moeten rollen als de elektriciteit uitvalt, dat is de vraag waar het om gaat”, zegt Knops in een poging om zijn onderzoek bondig samen te vatten. Om daar later iets genuanceerder van te maken: “Waar zitten de belangrijke knelpunten? Daar probeert mijn methode antwoord op te geven.”

Voor zijn promotiewerk bij Techniek, Bestuur en Management en de rechtenfaculteit van de Universiteit Leiden ontwikkelde de onderzoeker een ontwerpmethode waarmee landen kunnen nagaan hoe ze hun elektriciteitsnetwerken juridisch optimaal kunnen inrichten. Deze week verdedigde hij zijn proefschrift. Knops: “De methode brengt de wisselwerking tussen recht en techniek systematisch in kaart. Je kunt de werkwijze vergelijken met een model voor het ontwerp van een motor.”

Dat het nog wel eens misgaat op de Europese elektriciteitsmarkt, daarvan heeft Knops voorbeelden te over. “In Italië ging toevallig het licht uit toen ik daar was voor een congres over elektriciteitsnetwerken”, lacht hij. “Toen Franse energieleveranciers niet meer exporteerden bleken de Italianen zelf niet genoeg elektriciteit te kunnen opwekken. Uit vrees dat hun grootste producent een monopoliepositie zou verwerven, hadden ze dat bedrijf verboden te investeren in extra centrales. In november 2006 bleken Spaanse regels energietekorten overal in Europa te verergeren. De overheid had jaren geleden geregeld dat windmolens automatisch uitgaan bij extreme energievraag om te voorkomen dat ze stuklopen. Maar de moderne molens konden de vraag goed aan en hadden juist op volle toeren moeten draaien.” Opnieuw ging het licht uit.
Bescherming

Producenten, beheerders van de hoog- en laagspanningsnetten, stroominkopers, leveranciers en niet te vergeten de mededingingsautoriteiten. Allemaal spelen ze een rol in de elektriciteitsnetwerken. “Maar sinds de liberalisering in 1998 hebben overheden veel moeite hun rollen exact te bepalen en juridisch vast te leggen”, vertelt Knops. “Publieke belangen, zoals de voorzieningszekerheid, lopen hierdoor gevaar. Lidstaten kunnen die belangen intern niet meer goed beschermen, en op gemeenschapsniveau zijn de regels nog niet goed uitgedacht. Met de toenemende inzet van groene energie wordt het systeem nog ingewikkelder. Van een windmolenpark is het lastig voorspellen hoeveel energie het op het net gaat brengen.”

Wat de elektriciteitsmarkt volgens de onderzoeker bovendien interessant maakt, is dat deze “compleet anders is dan die van aardappelen of tandenborstels.” Knops: “Je kunt elektriciteit moeilijk opslaan. Niemand kan daardoor reserves aanmaken. Dat maakt de markt complex. Heerst er plotseling een energietekort, ook al is het maar een klein tekort, dan schieten de prijzen omhoog. Centrales hebben dus geen directe economische prikkel om de schaarste te voorkomen.”

Hoe kun je ervoor zorgen dat er op tijd wordt geïnvesteerd in nieuwe centrales? Overheden kunnen geen subsidies verstrekken of elektriciteit aan de grens tegenhouden, want dat is tegen de EU-regels. Het opzetten van een handelssysteem waarbij bedrijven bij aanschaf van elektriciteit verplicht zijn om ook reservecapaciteit te kopen, is volgens Knops een optie. In feite betalen ze centrales dan om stand-by te staan. “Maar”, zegt hij, “het is ontzettend moeilijk om zo’n systeem te controleren op een grote decentrale markt.”

Veel vragen en hoofdpijndossiers nog dus. Maar wat Knops wel denkt te kunnen voorkomen is dat beleidsmedewerkers van ministeries regels bedenken die technisch gezien nergens op slaan. “Een jurist zou zomaar kunnen opschrijven dat Tennet, de beheerder van het hoogspanningsnet, een centrale mag hebben waarmee hij de balans op het net kan handhaven. Dat is kul. Want Tennet mag volgens de wet niet optreden als producent. Technisch gezien kun je geen onderscheid maken tussen elektriciteit die voor het ene of andere doel wordt geproduceerd. Dus dan kun je maar beter ook geen juridisch onderscheid maken. Doe je dat wel, dan vraag je om problemen.”

“Welke koppen moeten rollen als de elektriciteit uitvalt, dat is de vraag waar het om gaat”, zegt Knops in een poging om zijn onderzoek bondig samen te vatten. Om daar later iets genuanceerder van te maken: “Waar zitten de belangrijke knelpunten? Daar probeert mijn methode antwoord op te geven.”

Voor zijn promotiewerk bij Techniek, Bestuur en Management en de rechtenfaculteit van de Universiteit Leiden ontwikkelde de onderzoeker een ontwerpmethode waarmee landen kunnen nagaan hoe ze hun elektriciteitsnetwerken juridisch optimaal kunnen inrichten. Deze week verdedigde hij zijn proefschrift. Knops: “De methode brengt de wisselwerking tussen recht en techniek systematisch in kaart. Je kunt de werkwijze vergelijken met een model voor het ontwerp van een motor.”

Dat het nog wel eens misgaat op de Europese elektriciteitsmarkt, daarvan heeft Knops voorbeelden te over. “In Italië ging toevallig het licht uit toen ik daar was voor een congres over elektriciteitsnetwerken”, lacht hij. “Toen Franse energieleveranciers niet meer exporteerden bleken de Italianen zelf niet genoeg elektriciteit te kunnen opwekken. Uit vrees dat hun grootste producent een monopoliepositie zou verwerven, hadden ze dat bedrijf verboden te investeren in extra centrales. In november 2006 bleken Spaanse regels energietekorten overal in Europa te verergeren. De overheid had jaren geleden geregeld dat windmolens automatisch uitgaan bij extreme energievraag om te voorkomen dat ze stuklopen. Maar de moderne molens konden de vraag goed aan en hadden juist op volle toeren moeten draaien.” Opnieuw ging het licht uit.
Bescherming

Producenten, beheerders van de hoog- en laagspanningsnetten, stroominkopers, leveranciers en niet te vergeten de mededingingsautoriteiten. Allemaal spelen ze een rol in de elektriciteitsnetwerken. “Maar sinds de liberalisering in 1998 hebben overheden veel moeite hun rollen exact te bepalen en juridisch vast te leggen”, vertelt Knops. “Publieke belangen, zoals de voorzieningszekerheid, lopen hierdoor gevaar. Lidstaten kunnen die belangen intern niet meer goed beschermen, en op gemeenschapsniveau zijn de regels nog niet goed uitgedacht. Met de toenemende inzet van groene energie wordt het systeem nog ingewikkelder. Van een windmolenpark is het lastig voorspellen hoeveel energie het op het net gaat brengen.”

Wat de elektriciteitsmarkt volgens de onderzoeker bovendien interessant maakt, is dat deze “compleet anders is dan die van aardappelen of tandenborstels.” Knops: “Je kunt elektriciteit moeilijk opslaan. Niemand kan daardoor reserves aanmaken. Dat maakt de markt complex. Heerst er plotseling een energietekort, ook al is het maar een klein tekort, dan schieten de prijzen omhoog. Centrales hebben dus geen directe economische prikkel om de schaarste te voorkomen.”

Hoe kun je ervoor zorgen dat er op tijd wordt geïnvesteerd in nieuwe centrales? Overheden kunnen geen subsidies verstrekken of elektriciteit aan de grens tegenhouden, want dat is tegen de EU-regels. Het opzetten van een handelssysteem waarbij bedrijven bij aanschaf van elektriciteit verplicht zijn om ook reservecapaciteit te kopen, is volgens Knops een optie. In feite betalen ze centrales dan om stand-by te staan. “Maar”, zegt hij, “het is ontzettend moeilijk om zo’n systeem te controleren op een grote decentrale markt.”

Veel vragen en hoofdpijndossiers nog dus. Maar wat Knops wel denkt te kunnen voorkomen is dat beleidsmedewerkers van ministeries regels bedenken die technisch gezien nergens op slaan. “Een jurist zou zomaar kunnen opschrijven dat Tennet, de beheerder van het hoogspanningsnet, een centrale mag hebben waarmee hij de balans op het net kan handhaven. Dat is kul. Want Tennet mag volgens de wet niet optreden als producent. Technisch gezien kun je geen onderscheid maken tussen elektriciteit die voor het ene of andere doel wordt geproduceerd. Dus dan kun je maar beter ook geen juridisch onderscheid maken. Doe je dat wel, dan vraag je om problemen.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.