Education

IRI scoort goed bij onderzoeksvisitatie

Het onderzoek van het Interfacultair Reactor Instituut wordt als ruim voldoende beoordeeld door een VSNU-visitatiecommissie.Hoge ogenDe tien vakgroepen krijgen alleen maar goede of voldoende beoordelingen van de commissie.

Het instituut wordt een belangrijk kenniscentrum genoemd, waarvan het belangrijk is dat het in de komende jaren voortgezet wordt. Wel vindt de commissie dat de reactor van het IRI, als nationaal centrum van nucleair onderzoek, meer gebruikt zou moeten worden door externe onderzoekers.

De voorzitter van de internationale visitatiecommissie, prof.dr.ir. H.L. Hagedoorn van de Technische Universiteit Eindhoven, spreekt van een goede score. Maar dat mag volgens hem geen reden zijn voor het IRI om op de lauweren te rusten. ,,We hebben vastgesteld dat enkele vakgroepen te klein zijn en sterk leunen op promovendi. Daarom hebben wij samenwerking geadviseerd. Ook het aantal onderwerpen in die groepen moet beperkt worden. In deze tijd kun je beter specialiseren dan veel verschillende dingen proberen te doen.”

De wetenschappelijk directeur van het IRI, prof.dr.ir. A.H.M. Verkooijen, onderschrijft die kritiek. Ondanks de positieve beoordeling zegt hij ‘voldoende nog niet goed genoeg’ te vinden. ,,We beschikken over enkele zeer goede groepen, maar deze visitatie hebben we zelf aangevraagd en we zijn bereid de consequenties daarvan op ons te nemen. Daarom hebben we een strategienota geschreven, waarin onder andere dwarsverbanden tussen onderzoeksgroepen gelegd worden.”

In die nota zal het IRI ook kunnen aangeven welke pogingen gedaan moeten worden om de tweede en derde geldstroom te versterken. De sluiting van Doodewaard en bezuinigingen van Economische Zaken nopen het IRI tot een actievere benadering van andere inkomstenbronnen, aldus het visitatierapport. Over de noodzaak van nucleair onderzoek in Nederland en de voortzetting van het IRI, zegt commissievoorzitter Hagedoorn: ,,We weten niet wat er in de toekomst staat te gebeuren met nucleaire energie. Daarom dient die kennis in huis te zijn.”

Het onderzoek van het Interfacultair Reactor Instituut wordt als ruim voldoende beoordeeld door een VSNU-visitatiecommissie.
Hoge ogen

De tien vakgroepen krijgen alleen maar goede of voldoende beoordelingen van de commissie. Het instituut wordt een belangrijk kenniscentrum genoemd, waarvan het belangrijk is dat het in de komende jaren voortgezet wordt. Wel vindt de commissie dat de reactor van het IRI, als nationaal centrum van nucleair onderzoek, meer gebruikt zou moeten worden door externe onderzoekers.

De voorzitter van de internationale visitatiecommissie, prof.dr.ir. H.L. Hagedoorn van de Technische Universiteit Eindhoven, spreekt van een goede score. Maar dat mag volgens hem geen reden zijn voor het IRI om op de lauweren te rusten. ,,We hebben vastgesteld dat enkele vakgroepen te klein zijn en sterk leunen op promovendi. Daarom hebben wij samenwerking geadviseerd. Ook het aantal onderwerpen in die groepen moet beperkt worden. In deze tijd kun je beter specialiseren dan veel verschillende dingen proberen te doen.”

De wetenschappelijk directeur van het IRI, prof.dr.ir. A.H.M. Verkooijen, onderschrijft die kritiek. Ondanks de positieve beoordeling zegt hij ‘voldoende nog niet goed genoeg’ te vinden. ,,We beschikken over enkele zeer goede groepen, maar deze visitatie hebben we zelf aangevraagd en we zijn bereid de consequenties daarvan op ons te nemen. Daarom hebben we een strategienota geschreven, waarin onder andere dwarsverbanden tussen onderzoeksgroepen gelegd worden.”

In die nota zal het IRI ook kunnen aangeven welke pogingen gedaan moeten worden om de tweede en derde geldstroom te versterken. De sluiting van Doodewaard en bezuinigingen van Economische Zaken nopen het IRI tot een actievere benadering van andere inkomstenbronnen, aldus het visitatierapport. Over de noodzaak van nucleair onderzoek in Nederland en de voortzetting van het IRI, zegt commissievoorzitter Hagedoorn: ,,We weten niet wat er in de toekomst staat te gebeuren met nucleaire energie. Daarom dient die kennis in huis te zijn.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.