Opinion

International Research Platforms geen luxe maar noodzaak

De TU Delft moet zich meer naar buiten richten. Dat is de reden voor de oprichting van de International Research Centra, schrijft rector Jacob Fokkema in reactie op de kritische bijdrage van Barend Thijsse vorige week.

In het artikel in Delta van 14 februari geeft professor Barend Thijsse zijn opinie over het initiatief om de TU Delft via International Research Platforms internationaal te profileren. Als ik hem goed begrijp, is hij van mening dat de afzonderlijke leden van de wetenschappelijke staf dé dragers zijn van de reputatie van onze universiteit. Hij heeft daar helemaal gelijk in. Immers, hun bijzondere talenten voor onderwijs en onderzoek vormen de drijvende kracht van iedere universiteit.

Bestuurlijke instrumenten zoals Delft Research Centers of de nu in ontwikkeling zijnde International Research Platforms, ziet hij daarentegen als overbodige beleidsfranje. Los van feitelijke onjuistheden die helaas in zijn verhaal zijn geslopen, roept dit het beeld op van een individuele hoogleraar die geheel door zijn discipline wordt geabsorbeerd en wars is van iedere regie daarop van de zijde van de universiteit. Vanuit het individuele eigenbelang van een professional kan ik mij dat wel voorstellen; er lijkt hier echter wel de gedachte aan ten grondslag te liggen dat de optelsom van de professionele belangen van ieder lid van de wetenschappelijke staf afzonderlijk automatisch leidt tot het belang van de TU Delft als geheel.

Om het te beperken tot universitaire organisaties, vraag ik mij als rector magnificus af of met een dergelijk standpunt de organisatie als geheel op de lange termijn gediend is. Ik ben van mening van niet, zowel op inhoudelijke als bestuurlijke gronden.

Op inhoudelijke gronden ben ik van oordeel dat de vraagstukken die op de maatschappelijke agenda staan . en waar de International Research Platforms bij aansluiten – zo complex zijn, dat het stimuleren en organiseren van gerichte samenwerking van academische professionals over de grenzen van de afzonderlijke disciplines heen geen luxe is, maar noodzaak.

Maar ook vanuit een bestuurlijke perspectief vind ik dat de positie die collega Thijsse inneemt nodeloos beperkt is en inward looking. Universiteiten met de ambitie om ook op de lange termijn internationaal een sterke en herkenbare positie te blijven innemen, zoals de TU Delft, worden geconfronteerd met krachtige externe ontwikkelingen op politiek, bestuurlijk en wetenschappelijk gebied die noodzaken om ons van binnenuit te transformeren. Voor de TU Delft geldt dat zij zich . via een langdurig en soms pijnlijk proces – van een sterk intern gerichte organisatie ontwikkelt naar een universiteit die alerter en zichtbaarder bijdraagt aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken en ook actief inspeelt op de internationale concurrentieverhoudingen tussen universiteiten en andere kennisinstellingen die economische globalisering met zich meebrengt. Een bestuurlijk initiatief zoals de International Research Platforms staat in functie van de collectieve ambitie en het belang om ook op de lange termijn als universiteit internationaal toonaangevend te blijven. Dit is niet zozeer het belang van een individuele universitaire bestuurder. We werken hiermee aan het collectieve belang van de organisatie TU Delft, zoals ook is aangegeven in het Instellingsplan TU Delft 2007-2010.

Van moderne professionals die in een universiteit werkzaam zijn wordt in toenemende mate verwacht dat zij een effectieve balans weten te vinden tussen hun vakmatige wetenschappelijke belang en het collectieve belang van de organisatie waar zij zelf onderdeel van uitmaken; een organisatie die dus een maatschappelijke opdracht heeft.

De International Research Platforms zijn het logische vervolg op zes jaar Delft Research Centres, waarvan eind dit jaar de impulsfinanciering afloopt. De omgeving van de TU Delft is in de tussentijd behoorlijk veranderd. Veel vooraanstaande universiteiten, zoals MIT en Imperial College formuleren thema’s om de maatschappelijke buitenwereld. overheden en bedrijfsleven . te laten zien op welke wijze zij vanuit het onderzoek een maatschappelijke bijdrage willen leveren. Het ontwikkelen van zulke thema’s is geen doel op zich, maar een antwoord op actuele en fundamentele maatschappelijke vraagstukken.

De TU Delft bevindt zich in de fase van de voorbereiding om International Research Platforms vorm te geven. Deze moeten in de naaste toekomst gaan functioneren als herkenbare Delftse wetenschappelijke consortia die voor overheden en bedrijfsleven natuurlijke en aantrekkelijke partijen zijn om mee samen te werken.

De thema’s zijn inmiddels gekozen. In de eerste invulling daarvan moet de wetenschappelijk onderscheidende bijdrage van de TU Delft op die maatschappelijke belangrijke gebieden tot uitdrukking komen. Het eerste resultaat van dit proces is een quick scan rapportage. Hierbij spelen de hoogleraren die als ‘kwartiermakers’ de International Research Platforms van de grond moeten trekken een cruciale rol. Zij hebben de opdracht om in het belang van de TU Delft als geheel te werken vanuit een faculteiten- en disciplineoverstijgend perspectief. Het vormen van deze platforms is een collectieve onderneming van onze academische professionals zelf, die in de loop van dit jaar onder mijn leiding wordt gerealiseerd.

Prof.dr.ir. J.T. Fokkema is rector magificus van de TU Delft

In het artikel in Delta van 14 februari geeft professor Barend Thijsse zijn opinie over het initiatief om de TU Delft via International Research Platforms internationaal te profileren. Als ik hem goed begrijp, is hij van mening dat de afzonderlijke leden van de wetenschappelijke staf dé dragers zijn van de reputatie van onze universiteit. Hij heeft daar helemaal gelijk in. Immers, hun bijzondere talenten voor onderwijs en onderzoek vormen de drijvende kracht van iedere universiteit.

Bestuurlijke instrumenten zoals Delft Research Centers of de nu in ontwikkeling zijnde International Research Platforms, ziet hij daarentegen als overbodige beleidsfranje. Los van feitelijke onjuistheden die helaas in zijn verhaal zijn geslopen, roept dit het beeld op van een individuele hoogleraar die geheel door zijn discipline wordt geabsorbeerd en wars is van iedere regie daarop van de zijde van de universiteit. Vanuit het individuele eigenbelang van een professional kan ik mij dat wel voorstellen; er lijkt hier echter wel de gedachte aan ten grondslag te liggen dat de optelsom van de professionele belangen van ieder lid van de wetenschappelijke staf afzonderlijk automatisch leidt tot het belang van de TU Delft als geheel.

Om het te beperken tot universitaire organisaties, vraag ik mij als rector magnificus af of met een dergelijk standpunt de organisatie als geheel op de lange termijn gediend is. Ik ben van mening van niet, zowel op inhoudelijke als bestuurlijke gronden.

Op inhoudelijke gronden ben ik van oordeel dat de vraagstukken die op de maatschappelijke agenda staan . en waar de International Research Platforms bij aansluiten – zo complex zijn, dat het stimuleren en organiseren van gerichte samenwerking van academische professionals over de grenzen van de afzonderlijke disciplines heen geen luxe is, maar noodzaak.

Maar ook vanuit een bestuurlijke perspectief vind ik dat de positie die collega Thijsse inneemt nodeloos beperkt is en inward looking. Universiteiten met de ambitie om ook op de lange termijn internationaal een sterke en herkenbare positie te blijven innemen, zoals de TU Delft, worden geconfronteerd met krachtige externe ontwikkelingen op politiek, bestuurlijk en wetenschappelijk gebied die noodzaken om ons van binnenuit te transformeren. Voor de TU Delft geldt dat zij zich . via een langdurig en soms pijnlijk proces – van een sterk intern gerichte organisatie ontwikkelt naar een universiteit die alerter en zichtbaarder bijdraagt aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken en ook actief inspeelt op de internationale concurrentieverhoudingen tussen universiteiten en andere kennisinstellingen die economische globalisering met zich meebrengt. Een bestuurlijk initiatief zoals de International Research Platforms staat in functie van de collectieve ambitie en het belang om ook op de lange termijn als universiteit internationaal toonaangevend te blijven. Dit is niet zozeer het belang van een individuele universitaire bestuurder. We werken hiermee aan het collectieve belang van de organisatie TU Delft, zoals ook is aangegeven in het Instellingsplan TU Delft 2007-2010.

Van moderne professionals die in een universiteit werkzaam zijn wordt in toenemende mate verwacht dat zij een effectieve balans weten te vinden tussen hun vakmatige wetenschappelijke belang en het collectieve belang van de organisatie waar zij zelf onderdeel van uitmaken; een organisatie die dus een maatschappelijke opdracht heeft.

De International Research Platforms zijn het logische vervolg op zes jaar Delft Research Centres, waarvan eind dit jaar de impulsfinanciering afloopt. De omgeving van de TU Delft is in de tussentijd behoorlijk veranderd. Veel vooraanstaande universiteiten, zoals MIT en Imperial College formuleren thema’s om de maatschappelijke buitenwereld. overheden en bedrijfsleven . te laten zien op welke wijze zij vanuit het onderzoek een maatschappelijke bijdrage willen leveren. Het ontwikkelen van zulke thema’s is geen doel op zich, maar een antwoord op actuele en fundamentele maatschappelijke vraagstukken.

De TU Delft bevindt zich in de fase van de voorbereiding om International Research Platforms vorm te geven. Deze moeten in de naaste toekomst gaan functioneren als herkenbare Delftse wetenschappelijke consortia die voor overheden en bedrijfsleven natuurlijke en aantrekkelijke partijen zijn om mee samen te werken.

De thema’s zijn inmiddels gekozen. In de eerste invulling daarvan moet de wetenschappelijk onderscheidende bijdrage van de TU Delft op die maatschappelijke belangrijke gebieden tot uitdrukking komen. Het eerste resultaat van dit proces is een quick scan rapportage. Hierbij spelen de hoogleraren die als ‘kwartiermakers’ de International Research Platforms van de grond moeten trekken een cruciale rol. Zij hebben de opdracht om in het belang van de TU Delft als geheel te werken vanuit een faculteiten- en disciplineoverstijgend perspectief. Het vormen van deze platforms is een collectieve onderneming van onze academische professionals zelf, die in de loop van dit jaar onder mijn leiding wordt gerealiseerd.

Prof.dr.ir. J.T. Fokkema is rector magificus van de TU Delft

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.