‘Intelligentie is typerend voor techneuten’

Conservatief en pragmatisch noemt Holtrop zichzelf. Een rechtse rakker, volgens zijn linkse vrienden. In de bij elkaar ongeveer tien jaar dat hij hoogleraar productietechnologie was bij Technische Aardwetenschappen speelde hij een belangrijke rol in het universitaire bestuur. Shell, waar Holtrop carrière maakte, stond hem van 1982 tot 1985 af aan de TU om de Mijnbouwfaculteit te reorganiseren. In 1989 keerde Holtrop terug naar de TU, en werd voorzitter van de commissie ‘Verdeling der financiële middelen in de negentiger jaren’. Ook het voorzitterschap van de lustrumcommissie bij het 150-jarig bestaan van de TU, bekleedde hij. Daarnaast speelde hij een belangrijke rol bij de totstandkoming van het Techniek Museum.

Voor zijn zelfgekozen emeritaat heeft de 62-jarige zo zijn redenen: ,,Nadat je een jaar of zes uit de industrie weg bent, merk je dat je achterop raakt in het vakgebied. Het bedrijfsleven loopt wat betreft toegepaste research gemiddeld zo’n vier, vijf jaar voor op de universiteiten, is mijn ervaring. Om bij te blijven is het voor universiteiten belangrijk dat er regelmatig mensen van buiten komen.”

,,Nu, na bijna twintig jaar, is de relatie tussen de TU en de industrie weer goed, en zo behoort het natuurlijk ook.” Schuld van de slechte verhouding in het verleden, was de universiteitsraad waar volgens Holtrop voornamelijk over Nicaragua en Shells rol in Zuid-Afrika gediscussieerd werd. ,,Het systeem functioneerde echt niet. De universiteit heeft een duidelijke leiding nodig. Gelukkig zijn we nu weer goeddeels terug bij het oude systeem. Een paar verbeteringen heeft de democratisering wel gebracht. De openheid – ook naar studenten toe – is een grote vooruitgang. Hoogleraren waren vroeger door te veel ivoor omgeven, en praatten nauwelijks met elkaar.”
Ongelijk

Trots is Holtrop op de Delftse ‘techneuten’, een term die hij als geuzennaam hanteert. ,,Doeners zijn het, geen loze praters.” Met instemming haalt hij een artikel uit De Telegraaf aan, dat handelt over het hoge IQ van technische studenten. Holtrop: ,,Intelligentie en het vermogen lateraal te kunnen denken zijn typerend voor techneuten. Politici en samenleving zullen vroeg of laat het belang van de techneut inzien.”

Zoals veel zaken in het leven is die intelligentie erfelijk bepaald, meent Holtrop. En hij verwijst naar een boek van medicus prof.dr. H. Galjaard ‘Alle mensen zijn ongelijk’.,,Niet alleen van buiten, ook van binnen zijn we anders. Het verbaast me niks dat bepaalde bevolkingsgroepen minder scoren bij IQ-tests. In mijn Shell-tijd heb ik veel gereisd. In Zuid-Amerika en Sarawak verbaasde ik me erover hoe goed de lokale bevolking de weg in het oerwoud weet te vinden. Maar in de stad zijn ze totaal verloren. Ze missen bepaalde eigenschappen, omdat ze die in hun eigen omgeving niet nodig hebben.”

,,Mensen in Afrika hebben een geweldig gevoel voor humor, en zijn altijd vrolijk en opgewekt. Net kinderen. Maar organiseren kunnen de meesten niet. Dat komt omdat dat nooit nodig was. De mensen die naar het noorden trokken, moesten plannen om te overleven in strenge winters. Hun hersenen evolueerden in die richting.”
Kyoto

Ook op zijn eigen vakgebied heeft Holtrop een uitgesproken reactionaire visie. ,,De grote multinationals krijgen nu de schuld van een hysterisch gemaakte massa. Momenteel is een aantal fanatici bezig om, met incomplete en niet bewezen modellen, ons een wereldbeeld aan te praten vol warmte en stijgende zeespiegels. Ik twijfel daar zeer aan. Wanneer een proces in de natuur afwijkt van de norm, onstaat er een corrigerend mechanisme. Meer plantengroei bijvoorbeeld. Mocht dat broeikaseffect toch doorzetten, dan zullen wij gewoon hogere dijken moeten bouwen. Gebieden op aarde zullen droger worden, maar andere juist vruchtbaarder. Als we er naar streven om iedereen op aarde hetzelfde welvaartsniveau te geven als in het Westen, moeten we voor lief nemen dat er zestien keer zo veel CO2-uitstoot zal zijn.”

,,Tien dagen leuteren in Kyoto levert afspraken op waarvan je nu al weet dat ze volstrekt niet haalbaar zijn. Zo’n conferentie is een soort aflaat aan Moeder Aarde. Een bedevaart, maar wel first of business class per Boeing 747. Een publiek zoethoudertje.”

,,De milieubeweging heeft een hysterie ontketend, waar de massa heel gevoelig voor is. Kijk naar de Brent Spar. Afzinken was in alle opzichten de beste oplossing, alleen Greenpeace was tegen. Maar die kan de massa heel goed bespelen. Het is goed dat de milieubeweging bestaat en controle uitoefent. Maar niet dat ze de samenleving gaat besturen.”

,,De milieu-hysterie verhult het werkelijke probleem: er zijn te veel mensen. Dat is ook het grondprobleem van het broeikaseffect. Als we niet bereid zijn wat te doen aan de geweldige geboorteaanwas, loopt het massaal uit op moordpartijen zoals in Rwanda. Maar omdat het een religieus probleem is, wordt het niet aangepakt, met als argument dat de politiek niets te maken heeft met de slaapkamer van mensen. Maar geldt dat ook als je weet dat dat op termijn de wereld kapotmaakt?”

Conservatief en pragmatisch noemt Holtrop zichzelf. Een rechtse rakker, volgens zijn linkse vrienden. In de bij elkaar ongeveer tien jaar dat hij hoogleraar productietechnologie was bij Technische Aardwetenschappen speelde hij een belangrijke rol in het universitaire bestuur. Shell, waar Holtrop carrière maakte, stond hem van 1982 tot 1985 af aan de TU om de Mijnbouwfaculteit te reorganiseren. In 1989 keerde Holtrop terug naar de TU, en werd voorzitter van de commissie ‘Verdeling der financiële middelen in de negentiger jaren’. Ook het voorzitterschap van de lustrumcommissie bij het 150-jarig bestaan van de TU, bekleedde hij. Daarnaast speelde hij een belangrijke rol bij de totstandkoming van het Techniek Museum.

Voor zijn zelfgekozen emeritaat heeft de 62-jarige zo zijn redenen: ,,Nadat je een jaar of zes uit de industrie weg bent, merk je dat je achterop raakt in het vakgebied. Het bedrijfsleven loopt wat betreft toegepaste research gemiddeld zo’n vier, vijf jaar voor op de universiteiten, is mijn ervaring. Om bij te blijven is het voor universiteiten belangrijk dat er regelmatig mensen van buiten komen.”

,,Nu, na bijna twintig jaar, is de relatie tussen de TU en de industrie weer goed, en zo behoort het natuurlijk ook.” Schuld van de slechte verhouding in het verleden, was de universiteitsraad waar volgens Holtrop voornamelijk over Nicaragua en Shells rol in Zuid-Afrika gediscussieerd werd. ,,Het systeem functioneerde echt niet. De universiteit heeft een duidelijke leiding nodig. Gelukkig zijn we nu weer goeddeels terug bij het oude systeem. Een paar verbeteringen heeft de democratisering wel gebracht. De openheid – ook naar studenten toe – is een grote vooruitgang. Hoogleraren waren vroeger door te veel ivoor omgeven, en praatten nauwelijks met elkaar.”
Ongelijk

Trots is Holtrop op de Delftse ‘techneuten’, een term die hij als geuzennaam hanteert. ,,Doeners zijn het, geen loze praters.” Met instemming haalt hij een artikel uit De Telegraaf aan, dat handelt over het hoge IQ van technische studenten. Holtrop: ,,Intelligentie en het vermogen lateraal te kunnen denken zijn typerend voor techneuten. Politici en samenleving zullen vroeg of laat het belang van de techneut inzien.”

Zoals veel zaken in het leven is die intelligentie erfelijk bepaald, meent Holtrop. En hij verwijst naar een boek van medicus prof.dr. H. Galjaard ‘Alle mensen zijn ongelijk’.,,Niet alleen van buiten, ook van binnen zijn we anders. Het verbaast me niks dat bepaalde bevolkingsgroepen minder scoren bij IQ-tests. In mijn Shell-tijd heb ik veel gereisd. In Zuid-Amerika en Sarawak verbaasde ik me erover hoe goed de lokale bevolking de weg in het oerwoud weet te vinden. Maar in de stad zijn ze totaal verloren. Ze missen bepaalde eigenschappen, omdat ze die in hun eigen omgeving niet nodig hebben.”

,,Mensen in Afrika hebben een geweldig gevoel voor humor, en zijn altijd vrolijk en opgewekt. Net kinderen. Maar organiseren kunnen de meesten niet. Dat komt omdat dat nooit nodig was. De mensen die naar het noorden trokken, moesten plannen om te overleven in strenge winters. Hun hersenen evolueerden in die richting.”
Kyoto

Ook op zijn eigen vakgebied heeft Holtrop een uitgesproken reactionaire visie. ,,De grote multinationals krijgen nu de schuld van een hysterisch gemaakte massa. Momenteel is een aantal fanatici bezig om, met incomplete en niet bewezen modellen, ons een wereldbeeld aan te praten vol warmte en stijgende zeespiegels. Ik twijfel daar zeer aan. Wanneer een proces in de natuur afwijkt van de norm, onstaat er een corrigerend mechanisme. Meer plantengroei bijvoorbeeld. Mocht dat broeikaseffect toch doorzetten, dan zullen wij gewoon hogere dijken moeten bouwen. Gebieden op aarde zullen droger worden, maar andere juist vruchtbaarder. Als we er naar streven om iedereen op aarde hetzelfde welvaartsniveau te geven als in het Westen, moeten we voor lief nemen dat er zestien keer zo veel CO2-uitstoot zal zijn.”

,,Tien dagen leuteren in Kyoto levert afspraken op waarvan je nu al weet dat ze volstrekt niet haalbaar zijn. Zo’n conferentie is een soort aflaat aan Moeder Aarde. Een bedevaart, maar wel first of business class per Boeing 747. Een publiek zoethoudertje.”

,,De milieubeweging heeft een hysterie ontketend, waar de massa heel gevoelig voor is. Kijk naar de Brent Spar. Afzinken was in alle opzichten de beste oplossing, alleen Greenpeace was tegen. Maar die kan de massa heel goed bespelen. Het is goed dat de milieubeweging bestaat en controle uitoefent. Maar niet dat ze de samenleving gaat besturen.”

,,De milieu-hysterie verhult het werkelijke probleem: er zijn te veel mensen. Dat is ook het grondprobleem van het broeikaseffect. Als we niet bereid zijn wat te doen aan de geweldige geboorteaanwas, loopt het massaal uit op moordpartijen zoals in Rwanda. Maar omdat het een religieus probleem is, wordt het niet aangepakt, met als argument dat de politiek niets te maken heeft met de slaapkamer van mensen. Maar geldt dat ook als je weet dat dat op termijn de wereld kapotmaakt?”