Het Innovatieplatform zit in een nieuwe fase. Kritiek op de geen-daden-maar-woorden-mentaliteit van het platform komt sinds kort ook van binnenuit.
Hoe serieus kan het Innovatieplatform van premier Balkenende nog worden genomen, als ook de leden zelf al beginnen te morren over gebrek aan daadkracht binnen de club?
Die vraag rijst onvermijdelijk na recente uitspraken van Philips-topman Gerard Kleisterlee, een van de kopstukken van het platform. Kleisterlee was onlangs te gast op een zakenontbijt bij ABN AMRO in Amsterdam. Hij zei daar dat de wijze waarop het platform innovatie wil aanpakken op ‘gepolder’ begint te lijken en vroeg zich hardop af of dat wel de beste manier is.
Kleisterlee reageerde met zijn uitspraak op het plan van SER-voorzitter en medeplatformlid Herman Wijffels, die volgend jaar een breed innovatieakkoord wil laten sluiten. Daarin zouden overheid, bedrijven, universiteiten en andere partijen afspraken moeten maken over het stimuleren van de kenniseconomie. Kleisterlee voelt weinig voor de aanpak van nog meer praten. Volgens hem dreigt het gevaar dat de Nederlandse innovatieplannen er op papier prachtig uitzien, maar dat er in de praktijk niets van terechtkomt.
Het Innovatieplatform wil uiteraard niet ingaan op de suggestie dat het definitief de verkeerde kant op gaat nu ook de eigen leden al openlijk kritiek uiten op het functioneren van het orgaan. Volgens woordvoerder René Westbroek is het gewoon Kleisterlees rol binnen het platform om de boel een beetje op te schudden. “Hij is tenslotte de man van het bedrijfsleven, hij wil actie.”
Westbroek wijst erop dat Kleisterlee tijdens dezelfde ontbijtsessie bij ABN AMRO ook zei dat Nederland nu ‘teamspirit’ nodig heeft om het innovatiebeleid tot een succes te maken. “Het zou raar zijn als hij tegelijkertijd een wig zou willen drijven in het platform.”
De woordvoerder wil overigens het beeld nuanceren dat het optreden van het Innovatieplatform alleen nog maar tot kritiek heeft geleid. “Dat innovatieakkoord is heel positief ontvangen”, weet Westbroek. “En ook bijvoorbeeld ons initiatief om de sterke kanten van Nederland te vatten in zogenaamde sleutelgebieden is door velen als een frisse bries ervaren.” Kritiek op dat laatste initiatief is volgens hem onder meer gekomen uit sectoren die het niet tot de topvier van meest urgente sleutelgebieden hebben geschopt, ‘zoals de chemie en de ict’. Die kritiek moet het Innovatieplatform zich dus maar niet te veel aantrekken, lijkt Westbroek te willen zeggen – dat is gewoon de kift.
Hoe serieus kan het Innovatieplatform van premier Balkenende nog worden genomen, als ook de leden zelf al beginnen te morren over gebrek aan daadkracht binnen de club?
Die vraag rijst onvermijdelijk na recente uitspraken van Philips-topman Gerard Kleisterlee, een van de kopstukken van het platform. Kleisterlee was onlangs te gast op een zakenontbijt bij ABN AMRO in Amsterdam. Hij zei daar dat de wijze waarop het platform innovatie wil aanpakken op ‘gepolder’ begint te lijken en vroeg zich hardop af of dat wel de beste manier is.
Kleisterlee reageerde met zijn uitspraak op het plan van SER-voorzitter en medeplatformlid Herman Wijffels, die volgend jaar een breed innovatieakkoord wil laten sluiten. Daarin zouden overheid, bedrijven, universiteiten en andere partijen afspraken moeten maken over het stimuleren van de kenniseconomie. Kleisterlee voelt weinig voor de aanpak van nog meer praten. Volgens hem dreigt het gevaar dat de Nederlandse innovatieplannen er op papier prachtig uitzien, maar dat er in de praktijk niets van terechtkomt.
Het Innovatieplatform wil uiteraard niet ingaan op de suggestie dat het definitief de verkeerde kant op gaat nu ook de eigen leden al openlijk kritiek uiten op het functioneren van het orgaan. Volgens woordvoerder René Westbroek is het gewoon Kleisterlees rol binnen het platform om de boel een beetje op te schudden. “Hij is tenslotte de man van het bedrijfsleven, hij wil actie.”
Westbroek wijst erop dat Kleisterlee tijdens dezelfde ontbijtsessie bij ABN AMRO ook zei dat Nederland nu ‘teamspirit’ nodig heeft om het innovatiebeleid tot een succes te maken. “Het zou raar zijn als hij tegelijkertijd een wig zou willen drijven in het platform.”
De woordvoerder wil overigens het beeld nuanceren dat het optreden van het Innovatieplatform alleen nog maar tot kritiek heeft geleid. “Dat innovatieakkoord is heel positief ontvangen”, weet Westbroek. “En ook bijvoorbeeld ons initiatief om de sterke kanten van Nederland te vatten in zogenaamde sleutelgebieden is door velen als een frisse bries ervaren.” Kritiek op dat laatste initiatief is volgens hem onder meer gekomen uit sectoren die het niet tot de topvier van meest urgente sleutelgebieden hebben geschopt, ‘zoals de chemie en de ict’. Die kritiek moet het Innovatieplatform zich dus maar niet te veel aantrekken, lijkt Westbroek te willen zeggen – dat is gewoon de kift.
Comments are closed.