Opinion

Ingezonden brieven

Dipje?Met stijgende verbazing heb ik het artikel gelezen over de terugloop van het aantal vooraanmeldingen van Werktuigbouw (39 procent minder dan voorgaande jaren) en de maatregelen die daartegen genomen zijn.

br />
Ik heb zelf het eerste jaar van werktuigbouwkunde gevolgd in de propaedeusevestiging in Amsterdam. Het was inderdaad een goede manier om studenten te werven in de regio Amsterdam, maar door organisatorisch onvermogen en onvoldoende aandacht voor de problemen van de studenten is dit project vroegtijdig stopgezet. En dit is nu precies waar ‘m de schoen wringt: de leiding heeft er totaal geen idee van wat de werkelijke problemen binnen de faculteit zijn.

Hoe komt het bijvoorbeeld dat Delftse studenten minder snel in de boeken duiken dan elders? Als we ervan uit gaan dat elke ex-VWO-er hetzelfde is, ongeacht de studie die hij of zij gaat doen, moet de oorzaak te vinden zijn bij de TU Delft zelf. Een oorzaak zou misschien kunnen zijn dat de vakanties steeds midden in de tentamenperiode vallen in plaats van daarna (wat volgens mij elders wel gebeurt). Hierdoor is de motivatie om na de tentamenperiode gelijk weer in de boeken te duiken wel erg laag.

En wie heeft het verzonnen dat in het derde en vierde kwartaal van het tweede jaar naar verhouding veel vakken worden gegeven van een half jaar, waardoor in de vierde tentamenperiode veel meer tentamens zijn dan in de derde? Het tentamenrooster zit nu zo in elkaar dat naast de normaal geroosterde tentamens er één in de laatste collegeweek wordt afgenomen, en dat in de tentamenperiode er een gehouden wordt ‘s avonds van zeven tot tien, en de volgende ochtend een van negen tot twaalf.

Ik zou zo nog wel een tijdje door kunnen gaan over practica, DD-ers (disfunctionerende docenten), etcetera, maar de essentie is uiteindelijk deze: pas na een structurele verandering van de organisatie van de TU in het algemeen en van Werktuigbouw in het bijzonder is het mogelijk de studeerbaarheid te verhogen en de studenten te motiveren een positief pr-beleid te voeren.

Een geïrriteerde werktuigbouwstudent (naam en adres bij de redactie bekend)

Gebakken Visie met een luchtig toetje

Na het lezen van de reactie van Aag en Oras op De Andere Partij (Delta nr.11) kreeg ik de indruk dat de studentpolitici in de universiteitsraad het contact met de werkelijkheid kwijt zijn door te stellen ,,dat er geen hiaten op te vullen zijn”. Zodra een politicus zegt dat hij het goed doet, heeft hij zijn zelfkritiek verloren.

Het is dus fout om te stellen dat het niet beter kan. In de politiek moet je een zo groot mogelijk draagvlak creren. Dat houdt in dat een zo groot mogelijke groep actief bij de besluitvorming moet worden betrokken. De Andere Partij wil het draagvlak vergroten door een andere visie toe te voegen.

Als bijvoorbeeld lidmaatschap van een vereniging geen enkele rol speelt hoe wil de Oras dan verklaren dat er in hun u-raadsfractie alleen maar verenigingsleden zitten? Op mij wekt dit de indruk dat ze bij de Oras niet verder kunnen kijken dan de borrelvloer. Maar de wereld is veel groter, daarom hebben wij een lijst samengesteld waarop zowel leden als niet-leden voorkomen. Hierdoor hopen wij een betere afspiegeling van de studenten in de u-raad te krijgen.

Als gevestigde partij is het heel makkelijk om een nieuw initiatief als ‘gebakken lucht’ te kwalificeren, maar zij moeten het oordelen aan de kiezer over te laten. Want als de Oras en Aag denken dat zo goed zijn, wat hebben ze dan te vrezen?

Ramón de Vries, lijsttrekker van De Andere Partij
Weerbaarheid

Ter informatie: het moederbataljon van SWBH is: 17 pantserinfanteriebataljon Garderegiment Fuseliers Prinses Irene.

Maurice Driessen, voormalig fuselier

Dipje?

Met stijgende verbazing heb ik het artikel gelezen over de terugloop van het aantal vooraanmeldingen van Werktuigbouw (39 procent minder dan voorgaande jaren) en de maatregelen die daartegen genomen zijn.

Ik heb zelf het eerste jaar van werktuigbouwkunde gevolgd in de propaedeusevestiging in Amsterdam. Het was inderdaad een goede manier om studenten te werven in de regio Amsterdam, maar door organisatorisch onvermogen en onvoldoende aandacht voor de problemen van de studenten is dit project vroegtijdig stopgezet. En dit is nu precies waar ‘m de schoen wringt: de leiding heeft er totaal geen idee van wat de werkelijke problemen binnen de faculteit zijn.

Hoe komt het bijvoorbeeld dat Delftse studenten minder snel in de boeken duiken dan elders? Als we ervan uit gaan dat elke ex-VWO-er hetzelfde is, ongeacht de studie die hij of zij gaat doen, moet de oorzaak te vinden zijn bij de TU Delft zelf. Een oorzaak zou misschien kunnen zijn dat de vakanties steeds midden in de tentamenperiode vallen in plaats van daarna (wat volgens mij elders wel gebeurt). Hierdoor is de motivatie om na de tentamenperiode gelijk weer in de boeken te duiken wel erg laag.

En wie heeft het verzonnen dat in het derde en vierde kwartaal van het tweede jaar naar verhouding veel vakken worden gegeven van een half jaar, waardoor in de vierde tentamenperiode veel meer tentamens zijn dan in de derde? Het tentamenrooster zit nu zo in elkaar dat naast de normaal geroosterde tentamens er één in de laatste collegeweek wordt afgenomen, en dat in de tentamenperiode er een gehouden wordt ‘s avonds van zeven tot tien, en de volgende ochtend een van negen tot twaalf.

Ik zou zo nog wel een tijdje door kunnen gaan over practica, DD-ers (disfunctionerende docenten), etcetera, maar de essentie is uiteindelijk deze: pas na een structurele verandering van de organisatie van de TU in het algemeen en van Werktuigbouw in het bijzonder is het mogelijk de studeerbaarheid te verhogen en de studenten te motiveren een positief pr-beleid te voeren.

Een geïrriteerde werktuigbouwstudent (naam en adres bij de redactie bekend)

Gebakken Visie met een luchtig toetje

Na het lezen van de reactie van Aag en Oras op De Andere Partij (Delta nr.11) kreeg ik de indruk dat de studentpolitici in de universiteitsraad het contact met de werkelijkheid kwijt zijn door te stellen ,,dat er geen hiaten op te vullen zijn”. Zodra een politicus zegt dat hij het goed doet, heeft hij zijn zelfkritiek verloren.

Het is dus fout om te stellen dat het niet beter kan. In de politiek moet je een zo groot mogelijk draagvlak creren. Dat houdt in dat een zo groot mogelijke groep actief bij de besluitvorming moet worden betrokken. De Andere Partij wil het draagvlak vergroten door een andere visie toe te voegen.

Als bijvoorbeeld lidmaatschap van een vereniging geen enkele rol speelt hoe wil de Oras dan verklaren dat er in hun u-raadsfractie alleen maar verenigingsleden zitten? Op mij wekt dit de indruk dat ze bij de Oras niet verder kunnen kijken dan de borrelvloer. Maar de wereld is veel groter, daarom hebben wij een lijst samengesteld waarop zowel leden als niet-leden voorkomen. Hierdoor hopen wij een betere afspiegeling van de studenten in de u-raad te krijgen.

Als gevestigde partij is het heel makkelijk om een nieuw initiatief als ‘gebakken lucht’ te kwalificeren, maar zij moeten het oordelen aan de kiezer over te laten. Want als de Oras en Aag denken dat zo goed zijn, wat hebben ze dan te vrezen?

Ramón de Vries, lijsttrekker van De Andere Partij
Weerbaarheid

Ter informatie: het moederbataljon van SWBH is: 17 pantserinfanteriebataljon Garderegiment Fuseliers Prinses Irene.

Maurice Driessen, voormalig fuselier

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.