Evelien Pingen werd op 19 november gekozen tot Beste Afstudeerder 2008-2009 van de TU. De studente scheikundige technologie van TNW versloeg daarmee de beste afstudeerders van de andere 7 faculteiten. “De lat voor mijn broertje ligt nu erg hoog.”
Eerst word je de Beste Afstudeerder van TNW en daarna ook nog van de hele TU. Je bent bij TNW, familie, vrienden en bekenden zeker nu wel een held?
(lacht) “Ja. Jazeker. Ik heb al veel berichtjes, mailtjes en andere reacties gehad. Onder meer op mijn werk, van familie en vrienden, van een oud-begeleider. Allemaal heel leuk, maar de leukste reactie vond ik die van een jongen van de studie die ik al zeker een jaar niet gesproken had en die ook heel goed was. Ik vond het heel aardig dat hij een felicitatie stuurde, want voor hetzelfde geld was hij de Beste Afstudeerder geworden.
Ja, en mijn vriend is heel jaloers. De reactie van mijn broertje was ook mooi. Ik heb de studie in 6 jaar en 3 maanden gedaan en mijn ouders zeiden toen: nou dan moet jij het net zo snel doen als je zus. En dat wordt doorwerken voor hem. Vervolgens werd ik de Beste Afstudeerder van de TU en nu zucht hij dat de lat voor hem wel erg hoog ligt.”
,
Je collega Theo Horbach meldde op de Delta-site in een reactie op je uitverkiezing dat je op je werk bij AkzoNobel Industrial Chemicals ‘ook een ster’ bent. Wat doet dat met je?
(kleurt lichtjes) “Leuk dat hij dat heeft geschreven, maar tegelijk word ik er wel een beetje verlegen van. Zoveel lof en eer. Ik moet het eerst nog maar waarmaken. Ik word op het werk bij AkzoNobel in Rotterdam – waar veel afgestudeerden uit Delft werken – al regelmatig geplaagd. Dan zeggen ze bij een probleem: ja, jij weet het, want jij bent hier de jongste. En nu ben ik ook nog de Beste Afstudeerder …”
Hoe zie je de uitverkiezingen zelf? Verbaasd?“Ja, de uitverkiezing tot Beste Afstudeerder van TNW verbaasde me wel, omdat ik veel goede studiegenootjes heb, met hogere cijfers en die ook prijzen hebben gewonnen. Ik was echt blij verrast.”
Vereerd?“Ja! Zeker! Dat ik van al die goede mensen ben uitgekozen. Ik vind het ook leuk dat het dus niet allen op cijfers is gebaseerd. Ik heb het vermoeden dat ook meespeelt wat je ernaast hebt gedaan. Ik heb onder meer De Delftse Bedrijvendagen gedaan als bestuurder van het Technologisch Gezelschap, de studievereniging van scheikundige technologie.”
Ben je in je vak een uitzonderlijk iemand?
“Dat is lastig om te beantwoorden. Ik was wel een van de betere studenten. En goed in mijn vak. Maar in mijn master heb ik samengewerkt in een groep van 5 studenten en vergeleken met hen voel ik me niet uitzonderlijk.”
Wil jij eigenlijk altijd de beste zijn?“Ja. In de studie was het wel onderling steeds wie het hoogste cijfer zou halen, al was er een student die altíjd het hoogste cijfer had. Ik wilde niet alleen het vak halen, maar het zo goed mogelijk doen. En ook op de middelbare school leerde ik de stof om een 10 te halen. Die kreeg je meestal niet, maar ik ging voor het maximale.”
Doet het nog wat met je dat je als enige vrouwelijke Beste Afstudeerder zeven mannen je hielen hebt laten zien bij de verkiezing van Beste Afstudeerder van de TU?“Dat vind ik wel mooi ja. Francien Houben (oud-TU’er en topvrouw van Mecanoo architecten dat de prijzen voor de Beste Afstudeerder sponsort. red.) zei bij de uitreiking ook dat ze het leuk vond dat ik de mannen versloeg. Maar, bij AkzoNobel werk ik met allemaal mannen en wil ik graag ‘een van de mannen’ zijn. Gewoon goed zijn. Dat heeft ook met acceptatie te maken.”
Wees eens eerlijk: was het bij het kiezen van de Beste Afstudeerder van de TU eigenlijk niet een beetje appels en peren vergelijken?
“Ja, dat gevoel had ik heel erg. We hadden allemaal heel verschillende onderwerpen. Mijn onderwerp was heel tastbaar, iets om de wereld te redden. Andere afstudeeronderwerpen waren minder tastbaar.”
O.K., genoeg verering. De zaak zelf: met wat voor afstudeeronderwerp heb je je blijkbaar onderscheiden?
“Ik heb meegewerkt aan een manier om een afvalstroom om te zetten in waardevolle producten. Per jaar gaat er 250.000 kubieke meter afvalwater met carbonaten ‘de haven’ in nadat het is geneutraliseerd met 10.000 ton zwavelzuur. Dat zijn waardevolle producten. En voor het zwavelzuur moet elke dag een vrachtwagen komen. In mijn afstudeerproject heb ik aangetoond dat je het afvalwater met de carbonaten kunt koelen zodat het water bevriest en het zout kristalliseert waarbij je zeer zuiver water en heel zuivere zouten krijgt. De techniek was wel bekend; het nieuwe is dat die toepassing is te gebruiken op die afvalstroom.”
,
En wat hebben we – de samenleving, het milieu – daaraan?
“Minder afval dus. Vooral het water is opnieuw bruikbaar. Je hoeft ook minder carbonaten uit een mijn te halen en te zuiveren. Ook hoef je minder zwavelzuur te maken die je met een vrachtwagen aanvoert en dan vrijwel meteen weggooit.”
Je hebt in deze economisch barre tijden ook nog werk gevonden. Een gelukkie? “Nee, ik had al een baan voor de crisis. In januari 2008 heb ik stage gelopen bij AkzoNobel in Denemarken en daarbij boden ze me een baan aan in Delfzijl. Dat vond ik wat te ver weg en ik heb gezegd dat ik wel graag in Rotterdam wilde werken. Dat bleek uiteindelijk te kunnen. Al tijdens mijn afstuderen was dat rond. Maar ik weet wel van studiegenoten dat die grote moeite hebben gehad om een baan te vinden.”
Wat doe je in Rotterdam?
“Ik ben procestechnoloog in de chloorfabriek van AkzoNobel. We proberen het proces te verbeteren, zodat we onder andere meer chloor kunnen maken. Er zit ook een deel trouble shooting in. Als er iets misgaat in de fabriek, moeten we het helpen oplossen.”
Ga je de komende jaren de wereld nog verbazen of een dienst bewijzen?“Ik doe mee als vrijwilliger aan een project van TNT om bio-olie te produceren in Malawi. TNT zat daar in een project om eten naar de mensen te brengen. Toen bedachten ze: de mensen moeten eigenlijk inkomen hebben. Nu stimuleren ze dat boeren jatropha planten. Dat gaat niet ten koste van voedsel, want het wordt geplant als heg. Jatropha groeit op slechte grond die beter wordt van deze plant en in de vruchtjes ervan zit olie. Die vruchtjes kunnen verwerkt worden tot bio-olie. Deze olie kan bijgemengd worden in diesel.”
Zit er misschien ook nog een promotie in?(Lacht) Eh, nee. Ik vind het heel leuk om praktisch bezig te zijn. Daar heb ik mijn afstudeerproject ook naar opgezet. Ik wilde per se afstuderen op een installatie die al werkte. Experimenteren zoals voor een promotie kost veel tijd en is eenzijdig. Het werk in de fabriek is veelzijdiger. Het is groot, er zijn verschillende afdelingen. Ik heb wel mijn eigen unit, maar veel is er nog nieuw voor me. Ik moet ook regelmatig naar het ochtendoverleg en dan gaat het over de hele fabriek. Dat ik niet ga promoveren, vinden sommige mensen wel jammer, onder meer mijn afstudeercommissie, maar op mijn werk zijn ze er wel blij mee.”
Vorig jaar beloofde toenmalig minister van wonen Ella Vogelaar de huursubsidie voor ‘onzelfstandige’ kamerbewoning – die in 1997 werd afgeschaft – opnieuw te overwegen. Studentenhuisvesters en vakbonden pleiten daar al jaren voor. Volgens hen is verruiming van de huurtoeslag cruciaal in de strijd tegen het kamertekort.
Maar Van der Laan ziet er weinig in. Volgens de minister zijn er betere oplossingen voor het tekort aan studentenkamers. Het invoeren van huurtoeslag voor onzelfstandige wooneenheden leidt, aldus Van der Laan, alleen tot “complexere regelgeving en hogere uitvoeringskosten”.
Eerst word je de Beste Afstudeerder van TNW en daarna ook nog van de hele TU. Je bent bij TNW, familie, vrienden en bekenden zeker nu wel een held?
(lacht) “Ja. Jazeker. Ik heb al veel berichtjes, mailtjes en andere reacties gehad. Onder meer op mijn werk, van familie en vrienden, van een oud-begeleider. Allemaal heel leuk, maar de leukste reactie vond ik die van een jongen van de studie die ik al zeker een jaar niet gesproken had en die ook heel goed was. Ik vond het heel aardig dat hij een felicitatie stuurde, want voor hetzelfde geld was hij de Beste Afstudeerder geworden.
Ja, en mijn vriend is heel jaloers. De reactie van mijn broertje was ook mooi. Ik heb de studie in 6 jaar en 3 maanden gedaan en mijn ouders zeiden toen: nou dan moet jij het net zo snel doen als je zus. En dat wordt doorwerken voor hem. Vervolgens werd ik de Beste Afstudeerder van de TU en nu zucht hij dat de lat voor hem wel erg hoog ligt.”
Je collega Theo Horbach meldde op de Delta-site in een reactie op je uitverkiezing dat je op je werk bij AkzoNobel Industrial Chemicals ‘ook een ster’ bent. Wat doet dat met je?
(kleurt lichtjes) “Leuk dat hij dat heeft geschreven, maar tegelijk word ik er wel een beetje verlegen van. Zoveel lof en eer. Ik moet het eerst nog maar waarmaken. Ik word op het werk bij AkzoNobel in Rotterdam – waar veel afgestudeerden uit Delft werken – al regelmatig geplaagd. Dan zeggen ze bij een probleem: ja, jij weet het, want jij bent hier de jongste. En nu ben ik ook nog de Beste Afstudeerder …”
Hoe zie je de uitverkiezingen zelf? Verbaasd?
“Ja, de uitverkiezing tot Beste Afstudeerder van TNW verbaasde me wel, omdat ik veel goede studiegenootjes heb, met hogere cijfers en die ook prijzen hebben gewonnen. Ik was echt blij verrast.”
Vereerd?
“Ja! Zeker! Dat ik van al die goede mensen ben uitgekozen. Ik vind het ook leuk dat het dus niet alleen op cijfers is gebaseerd. Ik heb het vermoeden dat ook meespeelt wat je ernaast hebt gedaan. Ik heb onder meer De Delftse Bedrijvendagen gedaan als bestuurder van het Technologisch Gezelschap, de studievereniging van scheikundige technologie.”
Ben je in je vak een uitzonderlijk iemand?
“Dat is lastig om te beantwoorden. Ik was wel een van de betere studenten. En goed in mijn vak. Maar in mijn master heb ik samengewerkt in een groep van 5 studenten en vergeleken met hen voel ik me niet uitzonderlijk.”
Wil jij eigenlijk altijd de beste zijn?
“Ja. In de studie was het wel onderling steeds wie het hoogste cijfer zou halen, al was er een student die altíjd het hoogste cijfer had. Ik wilde niet alleen het vak halen, maar het zo goed mogelijk doen. En ook op de middelbare school leerde ik de stof om een 10 te halen. Die kreeg je meestal niet, maar ik ging voor het maximale.”
Doet het nog wat met je dat je als enige vrouwelijke Beste Afstudeerder zeven mannen je hielen hebt laten zien bij de verkiezing van Beste Afstudeerder van de TU?
“Dat vind ik wel mooi ja. Francien Houben (oud-TU’er en topvrouw van Mecanoo architecten dat de prijzen voor de Beste Afstudeerder sponsort. red.) zei bij de uitreiking ook dat ze het leuk vond dat ik de mannen versloeg. Maar, bij AkzoNobel werk ik met allemaal mannen en wil ik graag ‘een van de mannen’ zijn. Gewoon goed zijn. Dat heeft ook met acceptatie te maken.”
Wees eens eerlijk: was het bij het kiezen van de Beste Afstudeerder van de TU eigenlijk niet een beetje appels en peren vergelijken?
“Ja, dat gevoel had ik heel erg. We hadden allemaal heel verschillende onderwerpen. Mijn onderwerp was heel tastbaar, iets om de wereld te redden. Andere afstudeeronderwerpen waren minder tastbaar.”
O.K., genoeg verering. De zaak zelf: met wat voor afstudeeronderwerp heb je je blijkbaar onderscheiden?
“Ik heb meegewerkt aan een manier om een afvalstroom om te zetten in waardevolle producten. Per jaar gaat er 250.000 kubieke meter afvalwater met carbonaten ‘de haven’ in nadat het is geneutraliseerd met 10.000 ton zwavelzuur. Dat zijn waardevolle producten. En voor het zwavelzuur moet elke dag een vrachtwagen komen. In mijn afstudeerproject heb ik aangetoond dat je het afvalwater met de carbonaten kunt koelen zodat het water bevriest en het zout kristalliseert waarbij je zeer zuiver water en heel zuivere zouten krijgt. De techniek was wel bekend; het nieuwe is dat die toepassing is te gebruiken op die afvalstroom.”
En wat hebben we – de samenleving, het milieu – daaraan?
“Minder afval dus. Vooral het water is opnieuw bruikbaar. Je hoeft ook minder carbonaten uit een mijn te halen en te zuiveren. Ook hoef je minder zwavelzuur te maken die je met een vrachtwagen aanvoert en dan vrijwel meteen weggooit.”
Je hebt in deze economisch barre tijden ook nog werk gevonden. Een gelukkie?
“Nee, ik had al een baan voor de crisis. In januari 2008 heb ik stage gelopen bij AkzoNobel in Denemarken en daarbij boden ze me een baan aan in Delfzijl. Dat vond ik wat te ver weg en ik heb gezegd dat ik wel graag in Rotterdam wilde werken. Dat bleek uiteindelijk te kunnen. Al tijdens mijn afstuderen was dat rond. Maar ik weet wel van studiegenoten dat die grote moeite hebben gehad om een baan te vinden.”
Wat doe je in Rotterdam?
“Ik ben procestechnoloog in de chloorfabriek van AkzoNobel. We proberen het proces te verbeteren, zodat we onder andere meer chloor kunnen maken. Er zit ook een deel trouble shooting in. Als er iets misgaat in de fabriek, moeten we het helpen oplossen.”
Ga je de komende jaren de wereld nog verbazen of een dienst bewijzen?
“Ik doe mee als vrijwilliger aan een project van TNT om bio-olie te produceren in Malawi. TNT zat daar in een project om eten naar de mensen te brengen. Toen bedachten ze: de mensen moeten eigenlijk inkomen hebben. Nu stimuleren ze dat boeren jatropha planten. Dat gaat niet ten koste van voedsel, want het wordt geplant als heg. Jatropha groeit op slechte grond die beter wordt van deze plant en in de vruchtjes ervan zit olie. Die vruchtjes kunnen verwerkt worden tot bio-olie. Deze olie kan bijgemengd worden in diesel.”
Zit er misschien ook nog een promotie in?
(Lacht) Eh, nee. Ik vind het heel leuk om praktisch bezig te zijn. Daar heb ik mijn afstudeerproject ook naar opgezet. Ik wilde per se afstuderen op een installatie die al werkte. Experimenteren zoals voor een promotie kost veel tijd en is eenzijdig. Het werk in de fabriek is veelzijdiger. Het is groot, er zijn verschillende afdelingen. Ik heb wel mijn eigen unit, maar veel is er nog nieuw voor me. Ik moet ook regelmatig naar het ochtendoverleg en dan gaat het over de hele fabriek. Dat ik niet ga promoveren, vinden sommige mensen wel jammer, onder meer mijn afstudeercommissie, maar op mijn werk zijn ze er wel blij mee.”
Comments are closed.