Afrikaanse trommelaars en drankjes tussen de opstellingen. Feest in het laboratorium voor hydro- en aerodynamica dat vorige week precies negentig jaar bestond. Sectieleider prof.dr.ir. Jerry Westerweel hoopt op nog negentig jaar.
U greep de gelegenheid niet aan om een nieuwe naam te lanceren?
“Nee, ondanks modieuze ideeën van anderen wil ik onze naam houden. Het is een sterke naam, in de wereld kent men dit als ‘het lab van Burgers’. Hij heeft het lab in 1918 opgericht en legde de basis voor de stromingsleer in Nederland.”
Veel laboratoria hebben moeite te blijven bestaan. Hoe kan het dat jullie er al zo lang zijn?“Een groot laboratorium is duur en er komt steeds minder geld van de overheid. Toch heeft de TU vier of vijf jaar geleden besloten de grootschalige laboratoria te houden in het belang van toegepast onderzoek. In tegenstelling tot de universiteiten van Twente en Eindhoven.”
Gaat het lab nog negentig jaar mee?“Dat hopen we. Onze kracht is dat we fundamenteel onderzoek doen waar de industrie iets aan heeft en dat we computersimulaties combineren met experimenten. Op de computer krijg je informatie die je met experimenten niet krijgt. Aan de andere kant kun je met een simulatie vaak maar een klein deel van de stroming berekenen. Bovendien kom je nieuwe onverwachte verschijnselen vaak alleen tegen als je experimenten doet. Maar we hebben voor zo’n groot laboratorium wel genoeg ondersteuning nodig. Met de OOD (reorganisatie, MM) zijn we ingekrompen tot het absolute minimum. Als de technicus op vakantie is, liggen de experimenten vaak stil.”
Is er een mysterie van toen waar jullie nu nog aan werken?“Turbulentie. Dat speelt een rol bij veel stromingen. Je hebt turbulentie nodig om suiker door je koffie te mengen en om grote concentraties vervuiling in de atmosfeer te voorkomen. Maar soms wil je het tegengaan, omdat turbulentie zorgt voor meer weerstand. Denk aan de schaats- en zwempakken met ribbels of een vliegtuig dat herrie maakt.”
U hebt toch al iets van het mysterie kunnen oplossen?“Ja. In 2004 hadden we één artikel in Science, waarin we een theorie presenteerden die verklaarde waarom in lange buizen turbulentie ontstaat naarmate de vloeistof harder gaat stromen. In Nature publiceerden we in 2006 dat die turbulentie, ook als het hard stroomt, uiteindelijk uitdooft. Je moet alleen heel lang wachten. Dat is een belangrijke vinding, want als turbulentie zichzelf niet in stand kan houden, kun je het misschien zo ‘kietelen’ dat het versneld uitsterft.”
Hebben jullie daar al iets op bedacht?“Nee, dat is nog toekomstmuziek. Er is een promovendus heel precies aan het onderzoeken hoe dat uitdoven precies werkt.”
Kunnen jullie de sterke positie van Burgers vasthouden?“Als redacteur van een tijdschrift over experimentele stromingsleer zie ik de laatste jaren dat de meeste artikelen uit Delft komen, maar vanuit verschillende groepen. Samen met die groepen wil ik één groot lab maken, waarin we grootschaliger experimenten kunnen uitvoeren en expertise kunnen delen. Bij elkaar vormen we waarschijnlijk het grootste laboratorium voor stromingsleer in Europa. De stromingsleer is hier begonnen, en we zijn nog steeds heel sterk.”
Comments are closed.