Dr.ir. Jeroen Wackers promoveerde vorige week cum laude op een rekenmethode die het gedrag van golven beschrijft. Nu werkt hij aan de Ecole Centrale de Nantes aan mogelijke toepassingen van zijn model voor de scheepsbouw.
Golven zijn moeilijk in een model te vatten. De scheepsbouw zal daarom wel blij zijn met je werk.
“Ik weet wel zeker dat ze daar erg blij mee zal zijn. Overigens is mijn werk niet onmiddellijk toe te passen. Maar het kan wel invloed hebben op de volgende generatie scheepsbouwmodellen.”
Op de kaft van je proefschrift prijkt een plaatje van een zwemmende eend. Is dat niet een aparte keuze voor iemand die is gepromoveerd bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek en zich bezighoudt met scheepshydrodynamica?
“Ik heb niet gewerkt aan scheepshydrodynamica. Mijn werk was vrij fundamenteel en puur gericht op golven. Dat kunnen net zo goed golven zijn die door een eend opgewekt worden. Liever zelfs, want die golven zijn erg mooi. Een eend gaat in verhouding tot zijn lengte harder dan boten. Daardoor maken ze hogere golven. Daarnaast zwemmen ze vaak in rustig water waardoor je de golven beter ziet. Ik begin mijn presentaties altijd met een plaatje van een eend en sta in de wereld van de numerieke aerodynamica bekend als de eendenman.”
Heb je altijd al golven willen onderzoeken?
“Stroming heeft me altijd gefascineerd. Maar toen ik klein was, was ik meer geïnteresseerd in de technische dingen, zoals vliegtuigen en treinen.”
Wat is er revolutionair aan je model?
“Golven zijn moeilijk te modeleren omdat het wateroppervlak continu van positie verandert. Je weet daardoor van tevoren niet waar het stromingsgebied eindigt. Bij luchtwervelingen om vliegtuigvleugels is dat heel anders. Je kunt daar de stroming in stukjes hakken door om je vleugel in je model een zogenaamd rekenrooster te plaatsen. In elk vakje bereken je hoe snel en in welke richting de deeltjes bewegen. Dat kan doordat de deeltjes om de hele vleugel heen zitten. Om iets dergelijks ook bij watergolven voor elkaar te krijgen, heb ik het rooster een beetje boven het water uit laten steken en een nieuwe oplostechniek ontwikkeld waarmee dergelijke berekeningen veel sneller opgelost kunnen worden. Ik heb hiervoor het ‘multiroostermodel’ gebruikt, een Delftse klassieker van emeritus hoogleraar prof.dr.ir. Piet Wesseling. Dat is de clou.”
Heb jij nou echt het gevoel dat je golven begrijpt?
“Als ik een golf zie, kan ik zien wat er gebeurt.”
Dat is voor maar weinig mensen weggelegd.
“Ja, maar ik denk dat er ook maar weinig mensen zijn die golven mooier zouden vinden als ze ze wèl zouden begrijpen. Golven met schuimkoppen, dat vinden mensen mooi. Meer hoeven ze niet te weten. Het is lastig om uit te leggen wat er mooi is aan golven.”
Golven zijn moeilijk in een model te vatten. De scheepsbouw zal daarom wel blij zijn met je werk.
“Ik weet wel zeker dat ze daar erg blij mee zal zijn. Overigens is mijn werk niet onmiddellijk toe te passen. Maar het kan wel invloed hebben op de volgende generatie scheepsbouwmodellen.”
Op de kaft van je proefschrift prijkt een plaatje van een zwemmende eend. Is dat niet een aparte keuze voor iemand die is gepromoveerd bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek en zich bezighoudt met scheepshydrodynamica?
“Ik heb niet gewerkt aan scheepshydrodynamica. Mijn werk was vrij fundamenteel en puur gericht op golven. Dat kunnen net zo goed golven zijn die door een eend opgewekt worden. Liever zelfs, want die golven zijn erg mooi. Een eend gaat in verhouding tot zijn lengte harder dan boten. Daardoor maken ze hogere golven. Daarnaast zwemmen ze vaak in rustig water waardoor je de golven beter ziet. Ik begin mijn presentaties altijd met een plaatje van een eend en sta in de wereld van de numerieke aerodynamica bekend als de eendenman.”
Heb je altijd al golven willen onderzoeken?
“Stroming heeft me altijd gefascineerd. Maar toen ik klein was, was ik meer geïnteresseerd in de technische dingen, zoals vliegtuigen en treinen.”
Wat is er revolutionair aan je model?
“Golven zijn moeilijk te modeleren omdat het wateroppervlak continu van positie verandert. Je weet daardoor van tevoren niet waar het stromingsgebied eindigt. Bij luchtwervelingen om vliegtuigvleugels is dat heel anders. Je kunt daar de stroming in stukjes hakken door om je vleugel in je model een zogenaamd rekenrooster te plaatsen. In elk vakje bereken je hoe snel en in welke richting de deeltjes bewegen. Dat kan doordat de deeltjes om de hele vleugel heen zitten. Om iets dergelijks ook bij watergolven voor elkaar te krijgen, heb ik het rooster een beetje boven het water uit laten steken en een nieuwe oplostechniek ontwikkeld waarmee dergelijke berekeningen veel sneller opgelost kunnen worden. Ik heb hiervoor het ‘multiroostermodel’ gebruikt, een Delftse klassieker van emeritus hoogleraar prof.dr.ir. Piet Wesseling. Dat is de clou.”
Heb jij nou echt het gevoel dat je golven begrijpt?
“Als ik een golf zie, kan ik zien wat er gebeurt.”
Dat is voor maar weinig mensen weggelegd.
“Ja, maar ik denk dat er ook maar weinig mensen zijn die golven mooier zouden vinden als ze ze wèl zouden begrijpen. Golven met schuimkoppen, dat vinden mensen mooi. Meer hoeven ze niet te weten. Het is lastig om uit te leggen wat er mooi is aan golven.”
Comments are closed.