‘Ik had opeens de minste fouten’

Het onderwerp van het TB-dictee was dit jaar de studiereis van studievereniging Curius naar Sevilla, maar dan met als invalshoek: ‘hoe het ook had kunnen gaan…’ Een zin uit het dictee: ’s Avonds werd de hoofdstad van Andalusië getroffen door een grote stroomstoring, nadat enkele argeloze leden van de Delftse delegatie bij een bezoek aan een grote zonne-energiecentrale een no-goarea hadden betreden en gestruikeld waren over een essentiële kabel.

Met acht fouten was jij de beste, wie had dat gedacht?

“Ik niet. Ik had gehoord dat er een dictee zou zijn, maar ik was het eigenlijk al weer vergeten. Op de dag zelf zeiden vrienden dat het leuk was om mee te doen en had ik opeens de minste fouten. Ik had wel het idee dat ik het goed had gedaan.”

Was je altijd al goed in dictees?

“Ja, dat wel. Vooral met spelling op de middelbare school en op de basisschool. Het kwam niet als een verrassing. Misschien heeft ook wel meegespeeld dat ik eerstejaars ben. Dan zit dat Nederlands van de middelbare school er nog een beetje in.”

Vond je het moeilijk?

“Als je het vergelijkt met het Groot Dictee der Nederlandse Taal, vond ik het wel gemakkelijker. Minder lastige en buitenlandse woorden.”

Welke woorden had je fout?

“No-goarea. Ik had no-go area geschreven, maar die spatie moest weg. Voor mij was dat niet logisch. Je gaat uit van je eigen logica, maar dit was niet het eerste wat in me opkwam. Verder had ik een suf foutje: ik had Heinekenbrouwerij los geschreven, maar dat moet natuurlijk aan elkaar.

Over welke woorden twijfelde je?

“Ibericovarken. In eerste instantie had ik een streepje tussen Iberico en varken. Wel had ik Iberico met een hoofdletter. In Nederland gaat men er vaak van uit woorden aan elkaar te schrijven, tenzij het verwarrend is. Vandaar mijn fout bij no-goarea.”

Hoe deed Bram van der Vlugt het?

“Leuk. Mooi om die stem van Sinterklaas te herkennen uit mijn jeugd. Jeugdsentiment.”

Had je vooraf geoefend?

“Nee, eigenlijk niet. Ik dacht: laat ik hier eens aan meedoen. Ik heb het gemaakt met een biertje voor mijn neus.”

De 31 deelnemers hadden gemiddeld 1,75 alcoholconsumpties op toen zij het dictee maakten. Heeft dat nog invloed gehad?

“Dat gemiddelde is vooral omhoog gegaan door een paar mensen die vijf tot tien biertjes op hadden. Ik had er zelf maar eentje op.”

Wat heb je gewonnen?

“De officiële wisseltrofee van het TB-dictee – al enigszins gehavend van vorig jaar – een boekenbon en een scrabblespelletje.”

Volgend jaar weer?

“Ik denk het wel ja. Dan ga ik mijn titel verdedigen en mag ik de beker uitreiken, tenzij ik zelf winnaar ben.”