Het moet makkelijker worden om te promoveren aan internationale onderwijsinstituten, zoals IHE en ITC in Delft. De universiteiten voelen er daarom voor de instellingen als stichting bij een verwante universiteit onder te brengen.
Maar de opleidingen zelf zijn daar tegen.
Dat blijkt uit de reacties op een voorstel van de commissie-Rinnooy Kan over het internationale onderwijs. IHE (hydraulic and environmental engineering), ITC (aerospace survey and earth studies) en het Rotterdamse IHS (housing and urban development) hebben geen promotierecht. Hun studenten, die voornamelijk uit ontwikkelingslanden en Oost-Europa komen, moeten daarom bij een verwante faculteit promoveren.
Een universiteit kan ook een hoogleraar van de opleidingen een zogenaamde nul-aanstelling geven. Daardoor komt de persoon niet op de loonlijst van de universiteit terecht, maar verwerft wel het promotierecht. Zo’n aanstelling moet worden goedgekeurd door een adviesraad, waarin vertegenwoordigers van de universiteiten zitten. Dat leverde in het verleden strubbelingen op, omdat enkele universiteiten zeer terughoudend zijn. De overheidscommissie stelt daarom voor dat opleidingen dergelijke aanstellingen voortaan zelf regelen met een universiteit.
Verder overweegt de commissie om de instituten als stichting bij een universiteit onder te brengen. De universiteiten steunen dit voorstel. Volgens de Delftse rector Blaauwendraad pleit de VSNU ervoor dat elk van de opleidingen terecht komt bij de universiteit waarmee ze inhoudelijk het nauwst is verbonden. Dat zou betekenen dat IHE bij de TU Delft komt. Het IHS wordt dan waarschijnlijk een stichting van de Erasmus Universiteit. Voor het ITC noemt de VSNU Wageningen, Utrecht of Delft als optie. Twente lobbyt echter ook voor het ITC, dat zijn hoofdvestiging in Enschede heeft.
De opleidingen zelf willen niet bij een universiteit worden ondergebracht, zegt rector Segeren van het IHE. Hij ziet meer kansen voor het internationale onderwijs als het zelfstandig blijft. Volgens hem heeft het idee geen kans van slagen. Voor de samenwerking op promotiegebied is het ook niet nodig, meent Segeren. Hij noemt de huidige overeenkomst met de TU prima. Goede landelijke afspraken tussen de vijf internationale opleidingen en de gezamenlijke universiteiten vindt hij wel nuttig. Al is het maar om duidelijk te krijgen dat de opleidingen niet elkaars concurrenten zijn.
(A.d.J.)
Het moet makkelijker worden om te promoveren aan internationale onderwijsinstituten, zoals IHE en ITC in Delft. De universiteiten voelen er daarom voor de instellingen als stichting bij een verwante universiteit onder te brengen. Maar de opleidingen zelf zijn daar tegen.
Dat blijkt uit de reacties op een voorstel van de commissie-Rinnooy Kan over het internationale onderwijs. IHE (hydraulic and environmental engineering), ITC (aerospace survey and earth studies) en het Rotterdamse IHS (housing and urban development) hebben geen promotierecht. Hun studenten, die voornamelijk uit ontwikkelingslanden en Oost-Europa komen, moeten daarom bij een verwante faculteit promoveren.
Een universiteit kan ook een hoogleraar van de opleidingen een zogenaamde nul-aanstelling geven. Daardoor komt de persoon niet op de loonlijst van de universiteit terecht, maar verwerft wel het promotierecht. Zo’n aanstelling moet worden goedgekeurd door een adviesraad, waarin vertegenwoordigers van de universiteiten zitten. Dat leverde in het verleden strubbelingen op, omdat enkele universiteiten zeer terughoudend zijn. De overheidscommissie stelt daarom voor dat opleidingen dergelijke aanstellingen voortaan zelf regelen met een universiteit.
Verder overweegt de commissie om de instituten als stichting bij een universiteit onder te brengen. De universiteiten steunen dit voorstel. Volgens de Delftse rector Blaauwendraad pleit de VSNU ervoor dat elk van de opleidingen terecht komt bij de universiteit waarmee ze inhoudelijk het nauwst is verbonden. Dat zou betekenen dat IHE bij de TU Delft komt. Het IHS wordt dan waarschijnlijk een stichting van de Erasmus Universiteit. Voor het ITC noemt de VSNU Wageningen, Utrecht of Delft als optie. Twente lobbyt echter ook voor het ITC, dat zijn hoofdvestiging in Enschede heeft.
De opleidingen zelf willen niet bij een universiteit worden ondergebracht, zegt rector Segeren van het IHE. Hij ziet meer kansen voor het internationale onderwijs als het zelfstandig blijft. Volgens hem heeft het idee geen kans van slagen. Voor de samenwerking op promotiegebied is het ook niet nodig, meent Segeren. Hij noemt de huidige overeenkomst met de TU prima. Goede landelijke afspraken tussen de vijf internationale opleidingen en de gezamenlijke universiteiten vindt hij wel nuttig. Al is het maar om duidelijk te krijgen dat de opleidingen niet elkaars concurrenten zijn.
(A.d.J.)

Comments are closed.