Education

Identifcatieplicht is in strijd met recht op privacy

Werknemers die hun paspoort niet aan hun werkgever willen laten zien, mogen niet gekort worden op hun inkomen, tenzij de werknemer reden heeft om te twijfelen aan hun identiteit.

Dat zijn de gevolgen van de uitspraak die 26 september is gedaan door het gerechtshof in Amsterdam. Het college van bestuur moet zich nog beraden over de gevolgen van deze uitspraak voor de TU.

De Wet op de Identificatieplicht (WID) werd in 1995 ingevoerd om illegalen op te sporen. Hij verplicht werkgevers tot het inzamelen van kopiën van paspoorten van werknemers. Dat stuitte vele werknemers tegen de borst, ook aan de TU. Acht mensen richtten een Comité op waarvan één persoon, Pauline Harmsen, de weigering daadwerkelijk doorzette en de overigen haar financieel steunden.

Sinds juni 1995 moet Harmsen zestig procent loonbelasting betalen, waardoor ze nog maar de helft van haar netto inkomsten ontvangt. Die teveel betaalde belasting kan zij overigens wel terugvragen aan de belasting. Over 1995 heeft zij die afgelopen zomer inderdaad ook ontvangen, maar in de tussenliggende tijd zat ze erg krap bij kas.

De uitspraak van 26 september volgde op een proces dat weigeraar Penny Henshaw (VU ziekenhuis Amsterdam) aanspande tegen de staat. De rechter oordeelde dat de identificatieplicht in strijd is met artikel 8 van het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens. Daarin staat dat inbreuk op de privacy van de mens slechts gepleegd mag worden indien sprake is van ‘pressing social needs’. Bijvoorbeeld de als staatsveiligheid of het behoud van de democratische samenleving bedreigd worden. Dat is duidelijk niet het geval.

Twee weken voor deze uitspraak concludeerde een rechter aan het Leeuwardens gerechthof dat de WID niet in strijd was met dit artikel, maar die uitspraak zou minder goed onderbouwd zijn.

In maart bepaalde het gerechtshof in Den Haag al dat de WID werknemers niet verplicht een kopie van het paspoort in te leveren. Inzage is genoeg. De uitspraak van het Amsterdams gerechthof spreekt zelfs dat tegen: werknemers hoeven niet toe te staan dat de werknemer gegevens uit hun paspoort overneemt. Het anoniementarief (zestig procent loonbelasting) kan slechts worden toegepast als er gerede twijfel bestaat over de identiteit van een persoon; teruggave van belasting is genoeg bewijs voor de identiteit van een persoon. Als deze uitspraak niet weerlegd wordt, moet de wet gewijzigd.

Harmsen verwacht dat de staat in cassatie zal gaan bij de Hoge Raad. Het college van bestuur (cvb) van de TUD heeft nog niet over de kwestie gesproken. Besluitvorming wordt nog voorbereid door de juristen op het Bureau van de Universiteit. Hoofd juridische zaken en bestuurlijke mr. J.J.M. Kok sluit niet uit dat de uitspraak het beleid van de TU op dit punt zal wijzigen, maar mogelijk wacht het cvb ook de cassatie af.
(J.O.)

Joyce Ouwerkerk

Werknemers die hun paspoort niet aan hun werkgever willen laten zien, mogen niet gekort worden op hun inkomen, tenzij de werknemer reden heeft om te twijfelen aan hun identiteit. Dat zijn de gevolgen van de uitspraak die 26 september is gedaan door het gerechtshof in Amsterdam. Het college van bestuur moet zich nog beraden over de gevolgen van deze uitspraak voor de TU.

De Wet op de Identificatieplicht (WID) werd in 1995 ingevoerd om illegalen op te sporen. Hij verplicht werkgevers tot het inzamelen van kopiën van paspoorten van werknemers. Dat stuitte vele werknemers tegen de borst, ook aan de TU. Acht mensen richtten een Comité op waarvan één persoon, Pauline Harmsen, de weigering daadwerkelijk doorzette en de overigen haar financieel steunden.

Sinds juni 1995 moet Harmsen zestig procent loonbelasting betalen, waardoor ze nog maar de helft van haar netto inkomsten ontvangt. Die teveel betaalde belasting kan zij overigens wel terugvragen aan de belasting. Over 1995 heeft zij die afgelopen zomer inderdaad ook ontvangen, maar in de tussenliggende tijd zat ze erg krap bij kas.

De uitspraak van 26 september volgde op een proces dat weigeraar Penny Henshaw (VU ziekenhuis Amsterdam) aanspande tegen de staat. De rechter oordeelde dat de identificatieplicht in strijd is met artikel 8 van het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens. Daarin staat dat inbreuk op de privacy van de mens slechts gepleegd mag worden indien sprake is van ‘pressing social needs’. Bijvoorbeeld de als staatsveiligheid of het behoud van de democratische samenleving bedreigd worden. Dat is duidelijk niet het geval.

Twee weken voor deze uitspraak concludeerde een rechter aan het Leeuwardens gerechthof dat de WID niet in strijd was met dit artikel, maar die uitspraak zou minder goed onderbouwd zijn.

In maart bepaalde het gerechtshof in Den Haag al dat de WID werknemers niet verplicht een kopie van het paspoort in te leveren. Inzage is genoeg. De uitspraak van het Amsterdams gerechthof spreekt zelfs dat tegen: werknemers hoeven niet toe te staan dat de werknemer gegevens uit hun paspoort overneemt. Het anoniementarief (zestig procent loonbelasting) kan slechts worden toegepast als er gerede twijfel bestaat over de identiteit van een persoon; teruggave van belasting is genoeg bewijs voor de identiteit van een persoon. Als deze uitspraak niet weerlegd wordt, moet de wet gewijzigd.

Harmsen verwacht dat de staat in cassatie zal gaan bij de Hoge Raad. Het college van bestuur (cvb) van de TUD heeft nog niet over de kwestie gesproken. Besluitvorming wordt nog voorbereid door de juristen op het Bureau van de Universiteit. Hoofd juridische zaken en bestuurlijke mr. J.J.M. Kok sluit niet uit dat de uitspraak het beleid van de TU op dit punt zal wijzigen, maar mogelijk wacht het cvb ook de cassatie af.
(J.O.)

Joyce Ouwerkerk

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.