Het duurzame energiebedrijf Econcern won vanaf 2007 de ene ondernemersprijs na de andere. Anderhalf jaar later was de tent failliet. De veelgestelde vraag ‘hoe kon dat gebeuren?’ is vijf jaar na dato beantwoord in een grondig maar goed te lezen boekje.
Econcern was de voortzetting van het energieadviesbureau Ecofys dat in 1984 werd opgezet door drie Utrechtse natuurkundestudenten: Ad van Wijk (tegenwoordig hoogleraar future energy systems aan de TU), Kornelis Blok en Kees van der Leun. Vanaf 2000 beperkten de mannen zich niet langer tot kleine projecten en rapporten, maar initieerden ze grote internationaal duurzame energieprojecten. Vanaf 2002 leidde voormalig aannemer Dirk Berkhout Econcerns ontwikkelingsmaatschappij Evelop.
Vijf jaar later groeiden de bomen tot in de hemel. Er circuleerden ontwerpen voor eigen duurzaam kantoortorens en voor het jaarlijkse personeelsfeest werden 1200 medewerkers naar een hotel in Malta gevlogen. Kosten: twee miljoen euro, terwijl de kredietcrisis net begon uit te breken.
Krap twee jaar later, op donderdag 25 juni 2009, was er weer een feestje. Dit keer kwam maar een handvol oudgedienden opdagen om het failliet van Econcern te gedenken. Van Wijk sprak de club aangedaan toe: ‘Aan jullie heeft het in elk geval niet gelegen.’
In een verklaring zei interim operationeel directeur Cees van Steijn destijds tegen de Volkskrant: ‘Er is gewoon te veel geld te snel geïnvesteerd, en dus hadden de banken niet veel zin nieuwe kredieten te verstrekken.’ Dat was maar een deel van het verhaal.
Journalisten Siem Eikelenboom en Jorinde Schrijver van het Financieel Dagblad volgden de opkomst en ondergang van Econcern, en wachtten geduldig het curatorenrapport af. Op basis van dat rapport en vele gesprekken met oud-medewerkers kwamen ze tot een reconstructie die laat zien dat er veel mis was met de bedrijfsvoering van de groene energiereus: ‘volstrekt irrealistische prognoses, agressieve verslaggevingmethodieken en een raad van commissarissen die veelvuldig onjuist of onvolledig werd voorgelicht door de raad van bestuur’, citeren ze de curatoren.
Een van de boekhoudtrucs was de opwaardering van projecten. Als Econcern tien procent had weten te verkopen voor zeg vijf miljoen euro, dan steeg de waarde van de resterende 90 procent naar 45 miljoen euro. ‘Op papier lijkt dat een enorme inkomstensprong, terwijl er – behalve voor het verkochte deel – in werkelijkheid geen cent binnenkomt’, leggen ze uit.
Met Van Wijk liep het goed af. Eneco nam een deel van de Econcernboedel over voor dertig miljoen en sponsorde een leerstoel aan de TU waar hij per 2011 aan de slag ging. Toch zijn de donkere wolken nog niet overgedreven, stellen de auteurs: ‘Het gevaar voor een lange juridische aansprakelijkheidsprocedure is niet geweken.’
Comments are closed.