Campus

Hutspot met haring

Het heeft wel wat voeten in de aarde gehad. Zesduizend mensen moesten sterven, hongersnood dreigde en het kostte een pestepidemie. Maar dan heb je wel een leuk feestje op 3 oktober: het Leidens Ontzet.

br />Dankzij onze eigen Delftse prins van Oranje werden de Leidenaren bevrijd van de Spanjaarden in de nacht van 2 op 3 oktober, 1574. Ter ere hiervan is er elk jaar op 3 oktober een grootse kermis in Leiden. Aangezien wij, stadsgenoten van de prins, een groot aandeel hadden in de bevrijding van Leiden, voelde ik me vrij om met ze mee te feesten.
Mijn gidsen zijn twee studiegenoten, van oorsprong echte ‘Leienaren’. Zij vieren Leidens Ontzet al voor het zoveelste jaar en zijn nog brak van 2 oktober, naar het schijnt de leukste avond van de 3 oktoberviering (zoals Koninginnenach leuker is dan Koninginnedag). Bij het afstruinen van de kermis valt meteen op dat alle bevolkingsgroepen op het feest afkomen. Jong, oud, scholier en student weten gezamenlijk dronken te worden en los te gaan op de kermis, in de cafeetjes of bij één van de vele podia in de stad. De echte Leienaren haal je ertussenuit door hun specifieke ‘r’, die vooral bij de teksten van Leidse legende ‘Rubberen Robbie’ goed uit de verf komen.
Wij begeven ons eerst naar de buurt rondom de Hooglandse Kerk. Daar zijn het vooral studenten die het straatbeeld vormen. Nadat de van huis meegenomen Schulties genuttigd zijn, zullen we toch echt aan de afzetterij van de caféhouders mee moeten doen. Dat doen we bij café Einstein, maar vooral bij het podium dat zich op een grote boot voor het café bevindt. Er treedt een coverband op, die niet slecht speelt en vermakelijk genoeg is om iedereen volop te laten dansen en meekrijsen met gouwe ouwen als ‘Stil in mij’. Overigens een klassiek voorbeeld van een nummer waarbij de meeste mensen de toon niet weten te houden, maar er niet voor schromen er toch op hun hardst mee te zingen. Na een laatste toegift houdt de band er eigenlijk te vroeg mee op en moeten we onze toevlucht zoeken in de Mas y Mas. Al gauw hebben we honger. Traditioneel wordt er hutspot en wittebrood met haring gegeten, maar ik houd het bij een broodje shoarma.
Het grote vuurwerk als klapper van de dag haal ik niet. Net als het nachtnet. Ik geniet een uurtje langer van Leiden maar ben blij wanneer de trein eindelijk het station binnenrijdt. Terug naar Delft, de stad van mijn hart – en mijn bed. (CG)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.