Campus

Huiswerk maken onder toezicht

Studievertraging en verenigingslidmaatschap gingen vroeger voor eerstejaars hand in hand. Maar dat is verleden tijd, als we de verenigingen mogen geloven.

De studiebegeleiding wordt ieder jaar serieuzer. ,,Vanwege de tempobeurs”, verklaart Lilian Bode van Virgiel. Maar de steeds verbetener ‘slag om de nuldejaars’ vormt wellicht een andere motief: studiebegeleiding als reclame voor de vereniging.


Figuur 1 Het wakend oog van de repetitor, studiepaap of Bonds-pa en ma

Koploper in het begeleiden van nieuwe leden is het Delftsch Studenten Corps. Tijdens de eerste collegeweek (die binnen de KMT valt) had de vereniging een grote ruimte op de TU gereserveerd. Eerstejaars die geen college hadden, dienden zich hierheen te begeven om ‘huiswerk’ te maken onder begeleiding van commissie De Aanzet. Met behulp van alle roosters werd de aanwezigheid gecontroleerd. ,,In totaal, over vijf dagen, hebben we vijf mensen gemist”, meldt senaatslid Mariken Kruijff. De afwezigen zijn ‘opgespoord’, en er is ‘mee gesproken’.

Eerstejaars die ‘heel duidelijk niets te doen’ hadden , zoals bouwkundigen die de eerste week voor spek en bonen studeren (het zogenaamde blok nul) en ex-HTS’ers die een week later met de colleges beginnen, mochten de studiezaal verlaten om klusjes te verrichten op de sociëteit.

Na de KMT krijgen de eerstejaars een repetitor toegewezen, een ouderejaars die dezelfde studie doet. Een repetitor heeft maximaal vijf pupillen. Geregeld komt de groep bij elkaar (meestal bij de repetitor thuis) om de stof te bespreken. Eerstejaars zijn niet verplicht zich onder de hoede van een repetitor te plaatsen, maar ,,bijna iedereen doet eraan mee”, aldus Kruijff. Na ieder kwartaal kunnen de eerstejaars zich voor begeleiding in nieuwe vakken inschrijven.

Begeleiding van de eerstejaars bestaat al langer bij het Corps, maar nooit zo serieus als de laatste twee jaar.
Sjaarsboekje

‘Het eikenblad’ is de naam van het zogenaamde sjaarsboekje bij Virgiel. Tips, beschrijvingen van de eerstejaarsvakken, adressen van ouderejaars bij wie je kunt aankloppen, en meer informatie kunnen de eerstejaars hierin vinden. De directe begeleiding is bij Virgiel echter minder groot dan bij het Corps. Lilian Bode, commissaris studieplan van de eerstejaars commissie, legt uit hoe het ‘studiepapen-systeem’ bij Virgiel in elkaar steekt. ,,In de KMT worden teams van tien personen gevormd die dezelfde studie volgen, onder leiding van een zogenaamde studiepaap, een ouderejaars die het jaar ervoor goed gestudeerd heeft.”

Drie bijeenkomsten binnen de KMT moeten ervoor zorgen dat de teamgenoten elkaar leren kennen. De studiepaap helpt de studenten (ook na de KMT), en het is de bedoeling dat de eerstejaars zonder schroom met vragen naar hem toe kunnenstappen. Omdat sommige studies zelf een mentorsysteem kennen, is begeleiding voor deze eerstejaars volgens Bode minder belangrijk. De studiepaap licht zijn pupillen in dat geval voor over meer algemene zaken: ,,Hij vertelt hoe híj dingen vroeger deed, en – het klinkt misschien als een cliché – hoe je de studie en Virgiel kunt combineren.”

Los van het studiepapen-systeem stond het studieschriftje dat eerstejaars dit jaar van de introductiecommissie kregen. Iedereen moest zich om vijf uur melden, met in het schriftje keurig de college-aantekeningen van die dag.
Borrelvloer

Ondanks het relatief kleine aantal eerstejaars (35) doet ook de Delftsche Studenten Bond zijn best de eerstejaars goed door de eerste maanden heen te loodsen. Iedere nieuweling krijgt in het zogenaamde pa-ma-systeem een begeleider of begeleidster van dezelfde studie toegewezen. De gemiddelde groep bestaat uit drie of vier studenten. De pa’s en ma’s zijn dit jaar grondig op hun taak voorbereid. ,,Via het Studentadviesbureau hebben ze een cursus gehad; wat ze beter wel en niet kunnen doen en vertellen”, licht Michiel Stork toe, secretaris van De Bond.

Tijdens het novitiaat (de term ‘KMT’ is bij De Bond uit den boze) zijn volgens Stork een aantal studiemomenten ingeruimd. Via ‘contacten op de borrelvloer’ moeten de groepen zelf verdere afspraken maken.

Bij Jansbrug is een echt studiebegeleidingssysteem nooit van de grond gekomen. ,,Er wordt soms een poging ondernomen, maar dat blijft beperkt tot één avondje KMT”, vertelt penningmeester Maarten de Lange. ,,Eerstejaars gaan soms wel een biertje drinken met ouderejaars. En ze weten dat ze bij hen terecht kunnen.” De Koornbeurs heeft zelfs het idee om studenten te begeleiden nooit overwogen.

,,Er zijn wel plannen geweest”, probeert CSR-bestuurslid Jaco Jellema zich te herinneren. De vereniging – dit jaar dertig nieuwe leden – is volgens hem echter te klein voor dergelijke initiatieven. Veel reden tot begeleiding van nieuwe CSR-leden is er volgens Jellema ook niet: ,,Het percentage eerstejaars dat binnen een jaar zijn propaedeuse haalt, ligt bij ons ver boven het TU-gemiddelde.”

Al staat studiebegeleiding bij veel verenigingen tegenwoordig hoog in het vaandel, de vraag blijft natuurlijk of het veel nut heeft. Kruijff laat zich lyrisch uit over het systeem. Volgens haar is uit een enquête gebleken dat de eerstejaars bij het Corps de steun in de rug ‘zeer positief ontvangen’ hebben. Daarnaast heeft eigen onderzoek aangetoond dat het slagingspercentage onder studenten die aan het systeem meedoen, duidelijk hoger ligt, weet ze. Virgiel wil dit jaar na de eerste onderwijsperiode via een enquête eveneens de reacties van de eerstejaars peilen.

Kees Versluis

Studievertraging en verenigingslidmaatschap gingen vroeger voor eerstejaars hand in hand. Maar dat is verleden tijd, als we de verenigingen mogen geloven. De studiebegeleiding wordt ieder jaar serieuzer. ,,Vanwege de tempobeurs”, verklaart Lilian Bode van Virgiel. Maar de steeds verbetener ‘slag om de nuldejaars’ vormt wellicht een andere motief: studiebegeleiding als reclame voor de vereniging.


Figuur 1 Het wakend oog van de repetitor, studiepaap of Bonds-pa en ma

Koploper in het begeleiden van nieuwe leden is het Delftsch Studenten Corps. Tijdens de eerste collegeweek (die binnen de KMT valt) had de vereniging een grote ruimte op de TU gereserveerd. Eerstejaars die geen college hadden, dienden zich hierheen te begeven om ‘huiswerk’ te maken onder begeleiding van commissie De Aanzet. Met behulp van alle roosters werd de aanwezigheid gecontroleerd. ,,In totaal, over vijf dagen, hebben we vijf mensen gemist”, meldt senaatslid Mariken Kruijff. De afwezigen zijn ‘opgespoord’, en er is ‘mee gesproken’.

Eerstejaars die ‘heel duidelijk niets te doen’ hadden , zoals bouwkundigen die de eerste week voor spek en bonen studeren (het zogenaamde blok nul) en ex-HTS’ers die een week later met de colleges beginnen, mochten de studiezaal verlaten om klusjes te verrichten op de sociëteit.

Na de KMT krijgen de eerstejaars een repetitor toegewezen, een ouderejaars die dezelfde studie doet. Een repetitor heeft maximaal vijf pupillen. Geregeld komt de groep bij elkaar (meestal bij de repetitor thuis) om de stof te bespreken. Eerstejaars zijn niet verplicht zich onder de hoede van een repetitor te plaatsen, maar ,,bijna iedereen doet eraan mee”, aldus Kruijff. Na ieder kwartaal kunnen de eerstejaars zich voor begeleiding in nieuwe vakken inschrijven.

Begeleiding van de eerstejaars bestaat al langer bij het Corps, maar nooit zo serieus als de laatste twee jaar.
Sjaarsboekje

‘Het eikenblad’ is de naam van het zogenaamde sjaarsboekje bij Virgiel. Tips, beschrijvingen van de eerstejaarsvakken, adressen van ouderejaars bij wie je kunt aankloppen, en meer informatie kunnen de eerstejaars hierin vinden. De directe begeleiding is bij Virgiel echter minder groot dan bij het Corps. Lilian Bode, commissaris studieplan van de eerstejaars commissie, legt uit hoe het ‘studiepapen-systeem’ bij Virgiel in elkaar steekt. ,,In de KMT worden teams van tien personen gevormd die dezelfde studie volgen, onder leiding van een zogenaamde studiepaap, een ouderejaars die het jaar ervoor goed gestudeerd heeft.”

Drie bijeenkomsten binnen de KMT moeten ervoor zorgen dat de teamgenoten elkaar leren kennen. De studiepaap helpt de studenten (ook na de KMT), en het is de bedoeling dat de eerstejaars zonder schroom met vragen naar hem toe kunnenstappen. Omdat sommige studies zelf een mentorsysteem kennen, is begeleiding voor deze eerstejaars volgens Bode minder belangrijk. De studiepaap licht zijn pupillen in dat geval voor over meer algemene zaken: ,,Hij vertelt hoe híj dingen vroeger deed, en – het klinkt misschien als een cliché – hoe je de studie en Virgiel kunt combineren.”

Los van het studiepapen-systeem stond het studieschriftje dat eerstejaars dit jaar van de introductiecommissie kregen. Iedereen moest zich om vijf uur melden, met in het schriftje keurig de college-aantekeningen van die dag.
Borrelvloer

Ondanks het relatief kleine aantal eerstejaars (35) doet ook de Delftsche Studenten Bond zijn best de eerstejaars goed door de eerste maanden heen te loodsen. Iedere nieuweling krijgt in het zogenaamde pa-ma-systeem een begeleider of begeleidster van dezelfde studie toegewezen. De gemiddelde groep bestaat uit drie of vier studenten. De pa’s en ma’s zijn dit jaar grondig op hun taak voorbereid. ,,Via het Studentadviesbureau hebben ze een cursus gehad; wat ze beter wel en niet kunnen doen en vertellen”, licht Michiel Stork toe, secretaris van De Bond.

Tijdens het novitiaat (de term ‘KMT’ is bij De Bond uit den boze) zijn volgens Stork een aantal studiemomenten ingeruimd. Via ‘contacten op de borrelvloer’ moeten de groepen zelf verdere afspraken maken.

Bij Jansbrug is een echt studiebegeleidingssysteem nooit van de grond gekomen. ,,Er wordt soms een poging ondernomen, maar dat blijft beperkt tot één avondje KMT”, vertelt penningmeester Maarten de Lange. ,,Eerstejaars gaan soms wel een biertje drinken met ouderejaars. En ze weten dat ze bij hen terecht kunnen.” De Koornbeurs heeft zelfs het idee om studenten te begeleiden nooit overwogen.

,,Er zijn wel plannen geweest”, probeert CSR-bestuurslid Jaco Jellema zich te herinneren. De vereniging – dit jaar dertig nieuwe leden – is volgens hem echter te klein voor dergelijke initiatieven. Veel reden tot begeleiding van nieuwe CSR-leden is er volgens Jellema ook niet: ,,Het percentage eerstejaars dat binnen een jaar zijn propaedeuse haalt, ligt bij ons ver boven het TU-gemiddelde.”

Al staat studiebegeleiding bij veel verenigingen tegenwoordig hoog in het vaandel, de vraag blijft natuurlijk of het veel nut heeft. Kruijff laat zich lyrisch uit over het systeem. Volgens haar is uit een enquête gebleken dat de eerstejaars bij het Corps de steun in de rug ‘zeer positief ontvangen’ hebben. Daarnaast heeft eigen onderzoek aangetoond dat het slagingspercentage onder studenten die aan het systeem meedoen, duidelijk hoger ligt, weet ze. Virgiel wil dit jaar na de eerste onderwijsperiode via een enquête eveneens de reacties van de eerstejaars peilen.

Kees Versluis

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.