De twintigste editie van de Hel van Brabant werd een prooi voor Delftse student Rik Houwers van studentenwielervereniging Wtos.
Tijdens de eerste etappe op zaterdag passeerde hij de finish in Eindhoven na 112 kilometer koersen als tweede, in dezelfde tijd als winnaar Dennis Szekely uit het Vlaamse Neeroeteren. De beide renners hadden een voorsprong van vier seconden op de rest van het 140 man sterke veld. In de tweede etappe van deze klassieker, een rit over 132 kilometer op zondag, wist Houwers de leider van het klassement te verschalken door drie plekken voor de Belg als eerste te eindigen.
“Bij de eerste etappe stond er weinig wind”, verhaalt de Delftse student. “Daardoor bleef de hele groep tot aan de eindsprint bij elkaar. Ik zou eigenlijk de sprint aantrekken voor ploeggenoot Jos Koop, maar die zat op een gegeven moment niet meer in mijn wiel. Toen ben ik zelf gaan aanvallen, vlak voor de finish.” Het leverde hem een tweede plaats op, achter de Belg Szekely. “Szekely kwam mij achterna. Hij was veel sterker dan ik, won met overmacht.”
De tweede etappe, op zondag, was door de kasseienstroken een stuk zwaarder. Het peloton viel in groepjes uit elkaar, maar kwam uiteindelijk toch weer bijeen. Onder leiding van geletruidrager Szekely werd de ontsnapte Pool Piotr Kornafel vijf kilometer voor de meet door een groep van vijftien teruggehaald. Wat volgde was een massasprint. “Mijn doel was om twee plekken vóór Szekely te finishen, dan zou ik winnaar zijn. De laatste kilometer reed hij heel hard. Ik zat in zijn wiel. Tachtig meter voor de finish ben ik gaan sprinten en kwam ik als eerste binnen. Dennis dacht aan een plek in de voorhoede genoeg te hebben om te winnen en finishte als vierde.” Vanwege hun gelijke eindtijden gaven de behaalde posities op de twee etappes de doorslag.
“Deze week is vet. Gisteren had ik te veel op. Ik herinner me er niet zoveel van, maar het was wel lachen. Bij de Delftsche Studenten Bond konden we op drank bieden. Een biertje kochten we voor 18 cent en apfelkorn voor 20 cent. Ik heb net wat aspirine gekregen. Gelukkig heb ik geen hoofdpijn meer.
Ik had gedacht dat de intreeweek anders zou zijn. Ik dacht dat het meer op de TU zelf gericht zou zijn, maar het gaat er hier juist om dat je zoveel mogelijk mensen leert kennen.
Ik weet nog niet wat ik ga studeren. Ik heb me ingeschreven voor zowel industrieel ontwerpen als voor werktuigbouwkunde. Ik ontwerp graag. Als ik tekenvakken van IO kan volgen binnen de studie werktuigbouw, dan kies ik voor werktuigbouw.
De sfeer hier is goed. Maar af en toe kom ik arrogante mensen tegen. Sommigen zeggen dat IO een knutselstudie is.”
Comments are closed.