Education

Hoogleraren: Natuurkunde neemt te traag besluiten

Het merendeel van de hoogleraren bij de faculteit Technische Natuurkunde vindt dat het te lang duurt voordat aan de faculteit besluiten worden genomen.

In een voorstel aan het bestuur doen drie hoogleraren suggesties ter verbetering van de organisatiestructuur van de faculteit. Het voorstel is als discussiestuk de faculteit rondgestuurd.

In de inleiding van het stuk schrijven prof.dr.ir. J.E. Mooij, prof.dr.ir. H.E.A. van den Akker en prof.dr. I.T. Young dat op dit moment ingrijpende beslissingen worden vermeden of pas na zeer lange tijd tot stand komen. Ook vindt het drietal dat het bureau van de faculteit kwalitatief niet in staat is de benodigde diensten aan de vakgroepen te verlenen. Daardoor zouden vakgroepen zich in de steek gelaten voelen en zich steeds meer van de faculteit afkeren.

Een en ander heeft ook tot gevolg dat de mensen die het meest actief zijn in onderzoek en onderwijs geen heil zien in deelname aan raden en commissies. Daardoor worden de belangrijke beslissingen genomen door organen waarin niet de mensen met verstand van zaken zitten. De drie hoogleraren denken dat verbetering alleen mogelijk is als deze mensen kunnen verwachten dat hun inspanningen goed rendement leveren.

Het drietal stelt voor de faculteit strakker en zakelijker te organiseren. De samenstelling en taken van het bestuur zouden volgens hen moeten veranderen. De scheiding van bestuur en beheer moet verdwijnen (integraal management). Naast de secretaris-beheerder komen in het bestuur een hoogleraar als dekaan (de directievoorzitter van het gehele ‘bedrijf’, al dan niet beroeps), een hoogleraar met de portefeuille onderwijs en een hoogleraar met de portefeuille onderzoek. De bestuursleden krijgen een uitvoerende taak. De faculteitsraad blijft vooralsnog het orgaan blijft waarin beleid moet worden vastgesteld, totdat Ritzen met andere plannen voor een facultaire bestuursstructuur komt.
Sub-top

Direct onder het bestuur zou een kleine sub-top in het bureau van de faculteit moeten komen, van academisch of hoog hbo-niveau, die beleidsbeslissingen kan voorbereiden voor het bestuur. Mooij licht toe dat die sub-top niet te groot moet zijn, anders gaat het een eigen leven leiden en produceert het te veel papier. ,,Maar als de dienst het bestuur wat werk uit handen kan nemen, kan besturen een bijbaan blijven.”

Ook zouden de hoogleraren graag een kleine facultaire projectdienst oprichten die de vakgroepen ondersteunt bij het aanvragen, administreren en verantwoorden van projecten. Mooij: ,,Veel mensen op de faculteit zijn niet zo gelukkig met de projectdienst van de universiteit. Het geeft veel regels en papieren, maar het neemt ons weinig werk uit handen. Een kleine facultaire projectdienst lijkt ons beter.”

De faculteit is momenteel ook bezig een bedrijfsplan op testellen. Het is de bedoeling eventuele veranderingen in de structuur van de faculteit mee te nemen in dit bedrijfsplan. Mooij vindt het jammer dat de presentatie van ‘zijn’ plan nu samenvalt met de bezuinigingen. ,,Ik ben er van overtuigd dat als het plan eerder was ingevoerd dat het hele bedrijfsplan niet nodig was geweest. De tekorten die er nu zijn kon je vijf jaar geleden al zien aankomen.”

Ook om een andere reden is Mooij niet zo gelukkig met het moment waarop het plan ter discussie komt. ,,De politieke discussie over de verantwoordelijkheden van de faculteitsraad begint er nu ook doorheen te lopen. Maar als er een of andere raad blijft die het bestuur terug kan fluiten, denk ik dat onze structuur geen problemen hoeft op te leveren.” Dinsdag 14 november vergadert de raad verder over het voorstel. (J.O.)

Joyce Ouwerkerk

Het merendeel van de hoogleraren bij de faculteit Technische Natuurkunde vindt dat het te lang duurt voordat aan de faculteit besluiten worden genomen. In een voorstel aan het bestuur doen drie hoogleraren suggesties ter verbetering van de organisatiestructuur van de faculteit. Het voorstel is als discussiestuk de faculteit rondgestuurd.

In de inleiding van het stuk schrijven prof.dr.ir. J.E. Mooij, prof.dr.ir. H.E.A. van den Akker en prof.dr. I.T. Young dat op dit moment ingrijpende beslissingen worden vermeden of pas na zeer lange tijd tot stand komen. Ook vindt het drietal dat het bureau van de faculteit kwalitatief niet in staat is de benodigde diensten aan de vakgroepen te verlenen. Daardoor zouden vakgroepen zich in de steek gelaten voelen en zich steeds meer van de faculteit afkeren.

Een en ander heeft ook tot gevolg dat de mensen die het meest actief zijn in onderzoek en onderwijs geen heil zien in deelname aan raden en commissies. Daardoor worden de belangrijke beslissingen genomen door organen waarin niet de mensen met verstand van zaken zitten. De drie hoogleraren denken dat verbetering alleen mogelijk is als deze mensen kunnen verwachten dat hun inspanningen goed rendement leveren.

Het drietal stelt voor de faculteit strakker en zakelijker te organiseren. De samenstelling en taken van het bestuur zouden volgens hen moeten veranderen. De scheiding van bestuur en beheer moet verdwijnen (integraal management). Naast de secretaris-beheerder komen in het bestuur een hoogleraar als dekaan (de directievoorzitter van het gehele ‘bedrijf’, al dan niet beroeps), een hoogleraar met de portefeuille onderwijs en een hoogleraar met de portefeuille onderzoek. De bestuursleden krijgen een uitvoerende taak. De faculteitsraad blijft vooralsnog het orgaan blijft waarin beleid moet worden vastgesteld, totdat Ritzen met andere plannen voor een facultaire bestuursstructuur komt.
Sub-top

Direct onder het bestuur zou een kleine sub-top in het bureau van de faculteit moeten komen, van academisch of hoog hbo-niveau, die beleidsbeslissingen kan voorbereiden voor het bestuur. Mooij licht toe dat die sub-top niet te groot moet zijn, anders gaat het een eigen leven leiden en produceert het te veel papier. ,,Maar als de dienst het bestuur wat werk uit handen kan nemen, kan besturen een bijbaan blijven.”

Ook zouden de hoogleraren graag een kleine facultaire projectdienst oprichten die de vakgroepen ondersteunt bij het aanvragen, administreren en verantwoorden van projecten. Mooij: ,,Veel mensen op de faculteit zijn niet zo gelukkig met de projectdienst van de universiteit. Het geeft veel regels en papieren, maar het neemt ons weinig werk uit handen. Een kleine facultaire projectdienst lijkt ons beter.”

De faculteit is momenteel ook bezig een bedrijfsplan op testellen. Het is de bedoeling eventuele veranderingen in de structuur van de faculteit mee te nemen in dit bedrijfsplan. Mooij vindt het jammer dat de presentatie van ‘zijn’ plan nu samenvalt met de bezuinigingen. ,,Ik ben er van overtuigd dat als het plan eerder was ingevoerd dat het hele bedrijfsplan niet nodig was geweest. De tekorten die er nu zijn kon je vijf jaar geleden al zien aankomen.”

Ook om een andere reden is Mooij niet zo gelukkig met het moment waarop het plan ter discussie komt. ,,De politieke discussie over de verantwoordelijkheden van de faculteitsraad begint er nu ook doorheen te lopen. Maar als er een of andere raad blijft die het bestuur terug kan fluiten, denk ik dat onze structuur geen problemen hoeft op te leveren.” Dinsdag 14 november vergadert de raad verder over het voorstel. (J.O.)

Joyce Ouwerkerk

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.