Campus

​’Hoe voorkomen we een promotiefabriek?’

TU-promovendus Rolf van Wegberg (28) is verkozen tot nieuwe voorzitter van het Promovendi Netwerk Nederland. Hij wil meer aandacht voor de manier waarop promovendi worden aangesteld.

TU-promovendus Rolf van Wegberg: "We hebben het hier niet over de buurtkrant die verslag doet van de winnaar van de kleurplaatwedstrijd."(Foto: Sam Rentmeester)

Gefeliciteerd met je voorzitterschap. In een persbericht zei je dat je belangenvertegenwoordiging op dit moment hoognodig vindt. Waarom?
“Om een drietal redenen. Eén is het experiment met de promotiestudent in Groningen en Rotterdam. De promovendus is daarbij geen medewerker maar student. Dat is een verkapte bezuinigingsmaatregel. Als je promoveert vinden wij dat werk, want je wordt hiërarchisch aangestuurd. Volgens de Belastingdienst is er sprake van fictief werknemerschap. Twee is het ius promovendi, het recht van hoogleraren om wetenschappers te laten promoveren. De Tweede Kamer behandelt nu het wetsvoorstel om dit bij uitzondering te verruimen naar universitair hoofddocenten.”

Dat vind je geen goed plan?
“Voordat je dat kunt bepalen, is de vraag: waar komt dat idee vandaan? Naar onze mening vanuit de gedachte dat er te veel promovendi zijn en er dus wat moet gebeuren aan het aantal promotoren. Als universitair hoofddocenten ook die promoties mogen toekennen, is er opeens meer ruimte voor nog meer promovendi. Hoe voorkomen we een promotiefabriek? Het voorstel kan ten koste gaan van de promotiekwaliteit.”

Maar dat hoeft toch niet?
“Het hoeft niet, maar we horen wel graag nog gedetailleerder wat de argumenten van de minister zijn en hoe de verschillende colleges van promotie van universiteiten die uitzondering gaan bepalen. Het derde punt is loopbaanontwikkeling. Omdat er nu veel promovendi zijn, blijven ze niet allemaal op de universiteit. Juist daarom is er veel aandacht nodig voor loopbaanontwikkeling. Die is er nu te weinig en daarom hebben wij zelf maar een Professional PhD Programme opgericht. Promovendi die buiten de academie werkervaring willen opdoen, koppelen wij tijdens hun promotie drie tot zes maanden aan bedrijven en instellingen. Wij vinden eigenlijk dat dit primair bij graduate schools hoort.”

Waar wil je je verder op richten?
“Op de manier waarop promovendi nu worden aangesteld op universiteiten. De promotiestudent is een zichtbaar exemplarisch voorbeeld van hoe het niet moet. Onzichtbaar is het probleem dat bursalen van buiten de Europese Unie soms niet genoeg hebben aan de beurs van het eigen land. Soms zie je dat universitaire instituten geld moeten bijleggen om dat inkomensverschil te betalen. Dat is één verborgen probleem.”

Welke zijn er wat jou betreft nog meer?
“Er zijn meer mensen die willen promoveren dan dat er plek is. Dan krijg je dat mensen aanstellingen accepteren die niet door de beugel kunnen. Het kan zijn dat je een aanstelling krijgt voor twee of drie jaar in plaats van de gebruikelijke vier jaar. Vaak is het ook gefragmenteerd: dan wordt een beetje van potje A, potje B en van potje C bij elkaar geschraapt en hebben we een promotie gecreëerd. Promovendi die in zo’n situatie zitten nodig ik uit zich tot hun promotoren of tot hun graduate schools te wenden of zich anders bij ons te melden. Een student in Tilburg ging zelfs crowdfunden om een plek te creëren.”

Waar gaat je eigen promotieonderzoek over?
“Over cybercrime die zich richt op financieel gewin en financiële instellingen. Ik heb criminologie gestudeerd in Leiden en onderzoek bij de TU vooral criminele strategieën. Ik probeer bijvoorbeeld te ontrafelen hoe criminelen bitcoins gebruiken om geld verdiend met cybercrime wit te wassen.”

Wat zijn je eigen ervaringen met de graduate school van de TU?
“Het gaat hier goed. Mijn mening is natuurlijk slechts n=1, maar ik hoor vanuit promovendi-netwerken aan andere universiteiten Delft vaak genoemd worden als good practice van hoe een graduate school zou moeten opereren en hoe de begeleiding zou moeten zijn.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.