Het Einstein-jaar is alweer bijna voorbij, maar op de valreep is toch nog een origineel en fascinerend boek verschenen over de grote man. ‘A world without time’ van Palle Yourgrau vertelt hoe Einstein en zijn beste vriend Kurt Gödel een universum zonder tijd bedachten .
en hoe dat idee vervolgens werd doodgezwegen.
Toen Albert Einstein al lang gepensioneerd was, meldde hij zich toch nog vaak op het instituut in Princeton waar hij zijn laatste arbeidzame jaren had doorgebracht. Daar had hij weinig meer te doen, gaf hij toe; hij kwam alleen nog om van het voorrecht te genieten met Kurt Gödel naar huis te kunnen lopen. Tijdens lange wandelingen bespraken ze onder meer politiek, filosofie en de verbazingwekkende ontdekking die de laatste had gedaan: als de relativiteitstheorie klopte, dan was het goed denkbaar dat tijd niet bestond.
Kurt Gödel, een van de briljantste wiskundigen van de twintigste eeuw, was net als Einstein uit nazi-Duitsland gevlucht. Toen hij aan Princeton arriveerde, was zijn naam al meer dan gevestigd, dankzij de onvolledigheidsstelling, die in de jaren dertig de mathematische logica volledig op zijn kop had gezet, op dezelfde manier waarop het onzekerheidsprincipe van Werner Heisenberg de natuurkunde van zijn zekerheden had beroofd.
De vriendschap tussen Einstein en Gödel was, ondanks hun gedeelde Duitse afkomst, een klein wonder. Einstein was een bon-vivant, maatschappelijk betrokken, een prater. Gödel was spichtig en teruggetrokken (hij zou uiteindelijk omkomen van honger, omdat hij bang was vergiftigd te worden . de grootste logicus aller tijden was tegen het eind van zijn leven niet meer voor rede vatbaar). Einstein hield van Beethoven, Gödel van Disney. Na de Tweede Wereldoorlog, toen beide mannen op hun vakgebied min of meer uitgerangeerd waren, verdiepte zich hun vriendschap.
In 1949, ter gelegenheid van Einsteins zeventigste verjaardag, bedachten collega’s dat het leuk was hem een liber amicorum aan te bieden. Gödel werd uiteraard ook gevraagd om een bijdrage. Hij besloot eens wat te rekenen aan de algemene relativiteitstheorie van zijn vriend. Einstein had al aangetoond dat tijd een relatief begrip was, maar Gödel ging een stap verder: hij liet de tijd verdwijnen.
De wiskundige vergelijkingen van de algemene relativiteitstheorie laten de mogelijkheid open van razendsnel ronddraaiende universa, toonde Gödel aan. In die universa kan een ruimteschip, als het maar genoeg versnelt, paden in de ruimte-tijd volgen die het overal heen kunnen brengen, naar het verleden, maar ook naar de toekomst. Tijd zoals wij die begrijpen bestaat in zo’n universum niet.
Einstein betoonde zich diep onder de indruk, zij het ook wat teleurgesteld. Zijn elegante theorie over de ruimte-tijd bleek toch niet het laatste woord over het begrip ‘tijd’ te hebben gesproken. Verschillende Nobelprijswinnaars probeerden Gödels ongelijk te bewijzen, maar faalden. Toen berustten natuurkundigen er maar in dat Gödel theoretisch gelijk had, maar dat het bestaan van zijn type universa erg onwaarschijnlijk was, zodat je er verder geen rekening mee hoefde te houden.
Dat nu is een schandaal, vindt Palle Yourgrau, hoogleraar filosofie aan Brandeis University, een kleine instelling onder de rook van Harvard en MIT. Twee van de grootste geesten van de twintigste eeuw hebben een theorie over fundamentele eigenschappen van het universum (een vakgebied waar speculatie schering en inslag is) en dan wordt die zomaar genegeerd. In recente jaren heeft alleen Stephen Hawking er zijn vingers aan durven branden.
‘A world without time’ is Yourgraus tweede poging het onrecht te verdelgen. Zijn eerste poging was puur wetenschappelijk en bereikte daarom een beperkt publiek. Ondanks zijn missie is Yourgrau nergens pedant. Hij weet de human interest goed te verweven met de wetenschap. Een stevige basis in de mathematische logica en de moderne natuurkunde is wel nodig om de betreffende passages vlot te kunnen lezen. Yourgraus boek is niet geschikt als inleiding in het denkraam van zijn beide protagonisten.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het boek meer over Gödel gaat dan over Einstein. De aanwezigheid van de laatste (op het omslag nadrukkelijk naar voren gehaald, naast een vage afbeelding van zijn vriend) is echter meer dan een marketingtruc om het boek te verkopen, al helpt het natuurlijk wel. Gödels laatste stunt was zonder Einsteins aanwezigheid niet mogelijk geweest. Wie dit boek niet leest voor de theoretisch-fysische denkbeelden, moet het lezen om het beeld van twee oude vrienden wandelend door de straten van Princeton, druk pratend in het Duits, de een vol passie, de ander afgemeten, op weg naar nergens, gewoon genietend van de aanwezigheid van een grote geest.
Palle Yourgrau, ‘A world without time, the forgotten legacy of Gödel and Einstein’, 210 p., Penguin, 30 euro.
Toen Albert Einstein al lang gepensioneerd was, meldde hij zich toch nog vaak op het instituut in Princeton waar hij zijn laatste arbeidzame jaren had doorgebracht. Daar had hij weinig meer te doen, gaf hij toe; hij kwam alleen nog om van het voorrecht te genieten met Kurt Gödel naar huis te kunnen lopen. Tijdens lange wandelingen bespraken ze onder meer politiek, filosofie en de verbazingwekkende ontdekking die de laatste had gedaan: als de relativiteitstheorie klopte, dan was het goed denkbaar dat tijd niet bestond.
Kurt Gödel, een van de briljantste wiskundigen van de twintigste eeuw, was net als Einstein uit nazi-Duitsland gevlucht. Toen hij aan Princeton arriveerde, was zijn naam al meer dan gevestigd, dankzij de onvolledigheidsstelling, die in de jaren dertig de mathematische logica volledig op zijn kop had gezet, op dezelfde manier waarop het onzekerheidsprincipe van Werner Heisenberg de natuurkunde van zijn zekerheden had beroofd.
De vriendschap tussen Einstein en Gödel was, ondanks hun gedeelde Duitse afkomst, een klein wonder. Einstein was een bon-vivant, maatschappelijk betrokken, een prater. Gödel was spichtig en teruggetrokken (hij zou uiteindelijk omkomen van honger, omdat hij bang was vergiftigd te worden . de grootste logicus aller tijden was tegen het eind van zijn leven niet meer voor rede vatbaar). Einstein hield van Beethoven, Gödel van Disney. Na de Tweede Wereldoorlog, toen beide mannen op hun vakgebied min of meer uitgerangeerd waren, verdiepte zich hun vriendschap.
In 1949, ter gelegenheid van Einsteins zeventigste verjaardag, bedachten collega’s dat het leuk was hem een liber amicorum aan te bieden. Gödel werd uiteraard ook gevraagd om een bijdrage. Hij besloot eens wat te rekenen aan de algemene relativiteitstheorie van zijn vriend. Einstein had al aangetoond dat tijd een relatief begrip was, maar Gödel ging een stap verder: hij liet de tijd verdwijnen.
De wiskundige vergelijkingen van de algemene relativiteitstheorie laten de mogelijkheid open van razendsnel ronddraaiende universa, toonde Gödel aan. In die universa kan een ruimteschip, als het maar genoeg versnelt, paden in de ruimte-tijd volgen die het overal heen kunnen brengen, naar het verleden, maar ook naar de toekomst. Tijd zoals wij die begrijpen bestaat in zo’n universum niet.
Einstein betoonde zich diep onder de indruk, zij het ook wat teleurgesteld. Zijn elegante theorie over de ruimte-tijd bleek toch niet het laatste woord over het begrip ‘tijd’ te hebben gesproken. Verschillende Nobelprijswinnaars probeerden Gödels ongelijk te bewijzen, maar faalden. Toen berustten natuurkundigen er maar in dat Gödel theoretisch gelijk had, maar dat het bestaan van zijn type universa erg onwaarschijnlijk was, zodat je er verder geen rekening mee hoefde te houden.
Dat nu is een schandaal, vindt Palle Yourgrau, hoogleraar filosofie aan Brandeis University, een kleine instelling onder de rook van Harvard en MIT. Twee van de grootste geesten van de twintigste eeuw hebben een theorie over fundamentele eigenschappen van het universum (een vakgebied waar speculatie schering en inslag is) en dan wordt die zomaar genegeerd. In recente jaren heeft alleen Stephen Hawking er zijn vingers aan durven branden.
‘A world without time’ is Yourgraus tweede poging het onrecht te verdelgen. Zijn eerste poging was puur wetenschappelijk en bereikte daarom een beperkt publiek. Ondanks zijn missie is Yourgrau nergens pedant. Hij weet de human interest goed te verweven met de wetenschap. Een stevige basis in de mathematische logica en de moderne natuurkunde is wel nodig om de betreffende passages vlot te kunnen lezen. Yourgraus boek is niet geschikt als inleiding in het denkraam van zijn beide protagonisten.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het boek meer over Gödel gaat dan over Einstein. De aanwezigheid van de laatste (op het omslag nadrukkelijk naar voren gehaald, naast een vage afbeelding van zijn vriend) is echter meer dan een marketingtruc om het boek te verkopen, al helpt het natuurlijk wel. Gödels laatste stunt was zonder Einsteins aanwezigheid niet mogelijk geweest. Wie dit boek niet leest voor de theoretisch-fysische denkbeelden, moet het lezen om het beeld van twee oude vrienden wandelend door de straten van Princeton, druk pratend in het Duits, de een vol passie, de ander afgemeten, op weg naar nergens, gewoon genietend van de aanwezigheid van een grote geest.
Palle Yourgrau, ‘A world without time, the forgotten legacy of Gödel and Einstein’, 210 p., Penguin, 30 euro.
Comments are closed.