IO-studente Annemarie Mink (24) vertrekt volgende week naar het Indiase platteland om de arme bevolking daar te helpen bij het verhogen van de zijdeproductie. Haar drijfveer? "Idealisme."
“Bij IO zijn we allemaal bezig met het mooier en beter maken van producten”, vertelt Annemarie Mink. “We hebben hier alles, maar aan de andere kant van de wereld gaan mensen dood van de honger, of aan iets stoms als griep.”
Vandaar dat de studente ervoor koos niet bij een gewoon bedrijf stage te lopen. Van haar stagecoördinator hoorde ze dat ontwikkelingsorganisatie EYE, Exchange Young Executives, op zoek was naar een IO-student die in het Indiase Deoghar het proces van zijdeproductie wilde beoordelen en verbeteren.
“De Indiase ontwikkelingsorganisatie Pradan heeft in dat gebied machines neergezet, zodat de vrouwen wat kunnen bijverdienen.” De bedoeling van de machines was dat de zijdeproductie omhoog zou gaan. Maar dat blijkt tegen te vallen. Vooral de afhaspelmachine werkt niet optimaal. En Mink mag proberen daar wat aan te doen.
“Zijderupsen worden dood gekookt, zodat de draad van de cocon heel blijft”, weet zij. “De afhaspelmachine maakt van zes cocons één draad. Maar in de machine breekt de draad heel snel. Daardoor moeten vrouwen knoopjes in de draad leggen. En dat leidt er weer toe dat de draad niet machinaal kan worden geweven. Dus moet het weven met de hand en blijft de productie heel laag.”
Zorgen dat de machine de draad niet meer breekt, dat is Minks werk voor de komende zes maanden. Zes maanden, best lang. Is Mink al eens eerder in India geweest? “Nee, ik ben zelfs nog nooit buiten Europa geweest”, geeft ze toe. “Ik weet ook totaal niet wat ik moet verwachten, maar ik denk dat ik het leuk zal vinden.”
De taal hoeft geen problemen op te leveren. “Op het platteland spreken de mensen Hindi, maar de medewerkers van Pradan spreken ook Engels. En ik ben Hindi aan het leren. Ik heb een boekje aangeschaft, maar het valt niet mee. De hele zinsbouw is anders.”
Mink ziet zichzelf na haar studie verder gaan in het ontwikkelingswerk. “Ik wil heel graag naar Afrika. Veel artsen en economen doen ontwikkelingswerk, maar niet zo veel technici. Terwijl we wel goed werk kunnen doen.”
Annemarie Mink probeert Hindi te leren om Indiase vrouwen te helpen bij zijdeproductie. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
“Bij IO zijn we allemaal bezig met het mooier en beter maken van producten”, vertelt Annemarie Mink. “We hebben hier alles, maar aan de andere kant van de wereld gaan mensen dood van de honger, of aan iets stoms als griep.”
Vandaar dat de studente ervoor koos niet bij een gewoon bedrijf stage te lopen. Van haar stagecoördinator hoorde ze dat ontwikkelingsorganisatie EYE, Exchange Young Executives, op zoek was naar een IO-student die in het Indiase Deoghar het proces van zijdeproductie wilde beoordelen en verbeteren.
“De Indiase ontwikkelingsorganisatie Pradan heeft in dat gebied machines neergezet, zodat de vrouwen wat kunnen bijverdienen.” De bedoeling van de machines was dat de zijdeproductie omhoog zou gaan. Maar dat blijkt tegen te vallen. Vooral de afhaspelmachine werkt niet optimaal. En Mink mag proberen daar wat aan te doen.
“Zijderupsen worden dood gekookt, zodat de draad van de cocon heel blijft”, weet zij. “De afhaspelmachine maakt van zes cocons één draad. Maar in de machine breekt de draad heel snel. Daardoor moeten vrouwen knoopjes in de draad leggen. En dat leidt er weer toe dat de draad niet machinaal kan worden geweven. Dus moet het weven met de hand en blijft de productie heel laag.”
Zorgen dat de machine de draad niet meer breekt, dat is Minks werk voor de komende zes maanden. Zes maanden, best lang. Is Mink al eens eerder in India geweest? “Nee, ik ben zelfs nog nooit buiten Europa geweest”, geeft ze toe. “Ik weet ook totaal niet wat ik moet verwachten, maar ik denk dat ik het leuk zal vinden.”
De taal hoeft geen problemen op te leveren. “Op het platteland spreken de mensen Hindi, maar de medewerkers van Pradan spreken ook Engels. En ik ben Hindi aan het leren. Ik heb een boekje aangeschaft, maar het valt niet mee. De hele zinsbouw is anders.”
Mink ziet zichzelf na haar studie verder gaan in het ontwikkelingswerk. “Ik wil heel graag naar Afrika. Veel artsen en economen doen ontwikkelingswerk, maar niet zo veel technici. Terwijl we wel goed werk kunnen doen.”
Annemarie Mink probeert Hindi te leren om Indiase vrouwen te helpen bij zijdeproductie. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Comments are closed.